Dit is een samenvatting van H1: chemisch rekenen van Scheikunde leerjaar 4 vwo/gymnasium. Het gaat om H1 van het boek NOVA. Ik heb alle 4 de paragrafen samengevat.
ondeelbaar ondeelbaar positieve en positieve kern, elektronen in vaste neutronen in de kern
negatieve elektronen in banen:
ladingen elektronenwolk elektronenschillen
aanwezig om de kern
Atoommodel beschrijft: negatief geladen elektronen cirkelen in banen om kleine kern van
positief geladen protonen en neutrale neutronen.
schil elektronen
K 2
L 8
M 18
Lading van protonen en elektronen is kleinst mogelijke die kan voorkomen. Daarom wordt dit
het elementair ladingskwantum e genoemd = gelijk aan 1,60*10⁻¹⁹ coulomb (B7A).
deeltje plaats lading (e) massa (u)
proton (p⁺) atoomkern 1+ 1,0073
neutron (n) atoomkern 0 1,0087
elektron (e⁻) elektronenwolk 1- 1,00055
Voor een neutraal atoom geldt:
➔ atoomnummer (₈O) = aantal protonen (verandert niet bij chemische reactie) = aantal
elektronen
➔ massagetal = aantal protonen + aantal neutronen (geen invloed op chemische
eigenschappen).
➔ atoommassa = zo exact mogelijk vastgestelde massa van een atoom
Isotopen hebben dezelfde aantal protonen, maar verschillend aantal neutronen. Ze worden
onderscheiden door verschil in massagetal (¹⁶O of O-16). Isotopen van verschillende
atoomsoorten: B25A. Geen percentage bij voorkomen in natuur = kunstmatig.
, Massa van atomen is heel klein -> gebruik atomaire massa-eenheid u:
1 u = 1/12 van massa van één ¹²₆C-atoom; 1 u = 1,66*10⁻²⁷ (B7B)
Massa van neutron en proton is niet precies 1,0 u en massa van elektron (ondanks erg klein)
ook meetelt, is werkelijke atoommassa niet gelijk aan massagetal.
Van bijna alle atomen in natuur komen verschillende isotopen naast elkaar voor. Relatieve
atoommassa A r, is afhankelijk van verhouding waarin ze in natuur voorkomen (B25A). Met
relatieve atoommassa kun je relatieve molecuulmassa Mr van molecuul berekenen.
2e helft van 19e eeuw: 56 elementen bekend
Nu: 118 elementen bekend (92 in natuur)
Elementen staan in volgorde atoomnummer van links naar rechts in perioden. Nieuwe
periode start wanneer elektron in nieuwe schil wordt geplaatst.
Elementen met vergelijkbare eigenschappen staan onder elkaar in groepen.
2 groepen atoomsoorten:
1. metalen: - vormen geen moleculen -> formule van niet-ontleedbare stoffen
daarom altijd gelijk aan atoomsymbool: Fe (s) en Fe.
- niet-ontleedbare stoffen hebben vergelijkbare eigenschappen
2. niet-metalen: - niet-ontleedbare stoffen bestaan vaak uit twee-atomige
moleculen: N2 (g) en N.
- niet-ontleedbare stoffen zijn vaak gasvormig bij
kamertemperatuur en geleiden geen elektriciteit.
- “ van verschillende atoomsoorten kunnen met elkaar
atoombindingen aangaan en vormen dan verbindingen (H2O).
Deze kunnen ook weer worden ontleed.
element molecuulformule
broom Br2 (l)
chloor Cl2 (g)
fluor F2 (g)
jood I2 (s)
stikstof N2 (g)
waterstof H2 (g)
zuurstof O2 (g)
Eigenschappen van atomen worden bepaald door aantal elektronen in buitenste schil:
valentie-elektronen. Elementen met hetzelfde aantal hebben vaak overeenkomstige
chemische eigenschappen. Verdeling van elektronen over schillen = elektronenconfiguratie.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anoukkloppenborg. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.97. You're not tied to anything after your purchase.