100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Psychodiagnostiek in de Praktijk van de Klinische Ontwikkelingspsycholoog $11.75
Add to cart

Summary

Samenvatting Psychodiagnostiek in de Praktijk van de Klinische Ontwikkelingspsycholoog

 19 views  2 purchases
  • Course
  • Institution

In deze samenvatting zijn alle artikelen voor het vak Psychodiagnostiek in de praktijk van de Klinische Ontwikkelingspsycholoog samengevat, geordend per week. De samenvatting is erg uitgebreid en het is makkelijk terug te vinden waar de samenvatting vandaan komt doordat de bronnen vermeld staan me...

[Show more]

Preview 4 out of 86  pages

  • October 26, 2022
  • 86
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting
Handboek Psychodiagnostiek voor de Hulpverlening aan
kinderen en adolescenten
(Tak et al., 2014)
Vrije Universiteit september-oktober 2021
Psychodiagnostiek in de Praktijk van de Klinische Ontwikkelingspsycholoog

,Week 1 | Diagnostiek als proces

Inleiding | p.9-11
Psychodiagnostiek is alle onderzoek dat wordt verricht naar het psychosociaal functioneren van een
persoon, om het te beschrijven, te begrijpen en te verklaren, en wel met het oog op het nemen van
een besluit.

Hoofdstuk 1
§ 1.3.4 | Verantwoordelijkheden van de hulpverlener (p.31-37)
Enerzijds is de hulpverlener zelf verantwoordelijk voor zijn handelen. Anderzijds is hij gebonden aan
beroepsethische regels (beroepsgeheim, informed consent), de voorgeschreven richtlijnen binnen
zijn organisatie en de wetgeving rondom zijn werk. à ongelijkwaardige relatie hulpvrager en
hulpverlener beschermen, maken de relatie voorspelbaar en daarmee wordt vertrouwen bevorderd.
Hieronder worden aandachtspunten besproken, die betrekking hebben op het diagnostisch proces
en de hulpverlening.

1. 3.4.1 Mag de hulpverlener ingaan op de hulpvraag van een kind?
Wat betreft de toestemmingsrechten van het kind en de betrokken ouders geldt het volgende:
 0-12 jaar: toestemming door beide gezagsdragende ouders is vereist.
 12-16 jaar: naast toestemming door kind is toestemming van beide gezagsdragende
ouders vereist. (als er gegronde redenen zijn en het kind wilsbekwaam is, kan er alsnog
hulp worden verleend wanneer de ouders weigeren)
 16-18 jaar: de jongere beslist zelfstandig, tenzij hij/zij wilsonbekwaam is en wanneer het
over residentiële behandeling gaat.
 >18 jaar: de jongere beslist zelfstandig, tenzij hij/zij wilsonbekwaam is.

Als een alleenstaande ouder om hulp vraagt voor een kind, is het noodzakelijk om na te gaan of er
nog een tweede gezagsdragende ouder is wiens toestemming is vereist. In situaties waarin een ouder
niet reageert op een verzoek tot toestemming, wordt soms een brief gestuurd, met de mededeling
dat als de betrokkene binnen een bepaalde termijn geen bezwaar meldt, de hulpverlening van start
zal gaan.

Er zijn wel situaties waarin een hulpverlener op basis van ‘goed hulpverlenerschap’ in het belang van
het kind moet handelen en noodzakelijke hulp mag verlenen, ook als dat ingaat tegen de wensen van
de ouders. Toestemming is bijvoorbeeld niet vereist in een acute situatie, zoals waarbij er sprake is
van kindermishandeling.

Iemand die geen ouderlijk gezag heeft, maar wel recht op omgang heeft, hoeft geen toestemming te
geven. Hij/zij heeft wel recht op informatie over belangrijke feiten en omstandigheden met
betrekking tot het kind.

1.3.4.2 Mag de hulpverlener het onderzoek verrichten dat het team vraagt?
Nee. Veel hulpverleners werken binnen een instelling, bijvoorbeeld een school of jeugdzorginstelling.
Vaak wordt aangenomen dat de ouders toestemming hebben gegeven voor alle vormen van
onderzoek die de aanmelding of plaatsing met zich meebrengt, omdat ze hebben toegestemd in de
plaatsing van hun kind op deze school. Echter, ouders dienen in alle gevallen te worden
geïnformeerd over onderzoek en de redenen hiervoor. De beste gedragsregel is: toestemming vragen
voor elk afzonderlijk onderzoek.




Samenvatting Tak et al (2014) 2

,1.3.4.3 Heeft de hulpverlener automatisch toegang tot de dossiers van teamgenoten?
Ja, de leden van een multidisciplinair team hebben geen toestemming van de hulpvrager nodig om
elkaars verslagen te mogen inzien m.u.v. een medisch dossier (arts bepaalt).

1.3.4.4 Mag de hulpverlener voor zijn onderzoek informatie bij anderen opvragen?
Voor het opvragen en inzien van informatie bij andere instellingen is toestemming van beide ouders
én (vanaf 12 jaar) van het kind zelf vereist.

1.3.4.5 Mag de hulpverlener bij anderen melden dat hij contact heeft met de hulpvragers?
Soms zijn er meerdere hulpverleners betrokken bij één hulpvrager. Als een hulpverlener met de
anderen in contact wil komen, is hiervoor toestemming van beide ouders vereist. Anders kan het
leiden tot ‘conflicten van plichten’, vb: hulpverlener maakt zich zorgen over gezondheid van kind,
maar ouders hebben geen toestemming gegeven dit nader te onderzoeken.

Verwijsindex risicojongeren
Een ketenregistratiesysteem geeft hulpverleners toegang tot een computersysteem waarin zij een
vermoeden kunnen melden dat ‘de noodzakelijke condities voor een gezonde en veilige ontwikkeling
van de jeugdige daadwerkelijk worden bedreigd’. De partners in de zorgketen zijn bij elkaar bekend
(ook zorgcoördinator), waardoor er niet langs elkaar heen gewerkt kan worden.

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling
Consultatie bij Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) of Steunpunt Huiselijk Geweld (SHG)
kan anoniem blijven, een melding is niet meer anoniem. Melder kan wel anoniem blijven t.o.v. het
betrokken gezin (niet t.o.v. de instantie).
In Vlaanderen => Vertrouwenscentrum Kindermishandeling

Hoofdstuk 2 (p.51-71, 85-104)
§ 2.2.| Het gebruik van theorie in het onderzoeksproces
§ 2.2.1. | Noodzakelijke kennis bij toetsen van hypothesen
Voor het formuleren van onderkennende hypothesen moet de diagnosticus kennis hebben van de
normale ontwikkeling én afwijkingen daarvan. De theorieën werpen licht op de gepresenteerde
problemen en hebben daardoor een zoeklichtfunctie (heuristische functie). In termen van de
empirische cyclus zijn we van een observatie naar het formuleren van hypothesen gegaan (inductie).
De volgende stap betreft deductie: afleiden wat we willen waarnemen om te beoordelen of de
hypothesen kloppen. Dit deductieproces leidt tot concrete onderzoekshypothesen. Vervolgens
moeten passende
onderzoeksinstrumenten worden
gekozen om deze hypothesen te
toetsen. Dit wordt operationalisatie
genoemd. Tijdens het onderzoek
worden nieuwe waarnemingen gedaan
die in een inductief proces
teruggekoppeld worden naar de
hypothesen: de toetsing. Aan het eind
van deze cyclus kan op goede gronden
worden gekozen voor een interpretatie:
de hypothese wordt verworpen of
aangenomen.




Samenvatting Tak et al (2014) 3

, § 2.2.2. | Hypothesen toetsen in multidisciplinair onderzoek
Bij multidisciplinair onderzoek verloopt de empirische cyclus hetzelfde, maar wordt de uitvoering
ervan verspreid over meerdere diagnostici. Coördinatie en samenwerking is daarbij van groot belang.
Dit vraagt allereerst kennis van de theoretische referentiekaders van andere disciplines. Daarnaast
moet er een overkoepelend theoretisch kader zijn, waarbinnen de bijdragen van de verschillende
disciplines geplaatst kunnen worden. Een laatste eis voor een succesvolle samenwerking is een
gedeelde visie op het methodische proces.

§ 2.3 | Het gebruik van theorie in de regulatieve
cyclus
In alle fasen van de regulatieve cyclus zijn theorieën essentieel. In de
eerste fase (probleemherkenning) komt het aan op een brede oriëntatie
op de situatie (risico- en protectieve factoren op lichamelijk, psychisch
en sociaal gebied). Deze brede manier van kijken wordt het
biopsychosociale model genoemd.

§ 2.3.1 Uiteenlopende niveaus, functies en kwaliteit van theorievorming
Theorieën verschillen in mate van algemeenheid:
- Algemene theorieën verklaren het cognitief, psychisch en sociaal functioneren van mensen of
het functioneren van systemen.
- Ontwikkelingstheorieën verhelderen specifieke ontwikkelingslijnen, zoals de
gehechtheidstheorie.
- Probleemgerichte theorieën verklaren het ontstaan en de instandhouding van specifieke
problemen. Hierbij wordt vaak gebruik gemaakt van kennis uit de algemene en
ontwikkelingstheorieën.

Theorieën hebben daarnaast verschillende functies:
Zo zijn ontstaanstheorieën gericht op het verklaren van het ontstaan van problemen, terwijl
behandelingstheorieën zich richten op het verwachte effect van een behandeling. Als gekozen is voor
een bepaalde ontstaanstheorie, zal bij het bedenken van een aanpak worden gezocht naar een
behandelingstheorie die daarbij aansluit.

Evidence-based assessment betref het verklaren op basis van een probleemgerichte theorie. Hierbij
gaat het zowel om het kiezen van een passende theorie voor het probleem waarvoor ook
wetenschappelijk bewijs is, als om het kiezen van bij die theorie passende meetinstrumenten
waarvan de kwaliteit door wetenschappelijk onderzoek is aangetoond.
Evidence-based behandeling verwijst naar het kiezen van een aanpak die bewezen effectief is:
wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat een bepaalde aanpak bij een bepaalde groep
hulpvragers meer effect had dan een andere (of geen) behandeling. Als evidence-based assessment
en evidence-based behandeling gecombineerd worden, is er sprake van evidence-based practice

Opvallend is dat veel behandelingen die in de praktijk worden gegeven niet bewezen effectief zijn.
Dit komt deels omdat er voor een aantal problemen geen bewezen effectieve behandelingen
bestaan. Daarnaast zijn bewezen effectieve behandelingen vaak moeilijk te implementeren,
bijvoorbeeld omdat het aantal vereiste sessies niet haalbaar is. Soms heb je naast wetenschappelijke
theorieën ook praktische kennis nodig. Door het systematisch evalueren van eigen behandelingen
verzamelen hulpverleners practice-based evidence. Zo ontstaan praktijktheorieën. Uiteindelijk
kunnen deze praktijkparadigma’s wetenschappelijk onderzocht worden en mogelijk bewezen
effectief worden.




Samenvatting Tak et al (2014) 4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller StudentVrijeUniversiteit. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $11.75. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53068 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$11.75  2x  sold
  • (0)
Add to cart
Added