Volledige samenvatting van alle colleges van Organization and Power (BCO en COM master) in het Nederlands! In de samenvatting wordt ook gerefereerd naar de artikelen. Zelf het vak afgerond met een 7,5
Hoorcollege 1
Wat is een organisatie?
Organisatie -> Kennen we als we er 1 zien. Het is niet duidelijk wat een organisatie is, er zijn
verschillende perspectieven om naar een organisatie te kijken. Deze zijn soms tegenstrijdig.
Artikelen die we moeten lezen staan in verband met elkaar en met de ‘grand challenge’. Hoe
staan deze met elkaar in verhouding.
Organisaties en macht
Het gaat niet om de theorie versus de praktijk, maar: (Cornelissen et al 2021)
- Geïnformeerde kennisclaims
- Algemene structuur van karakter van evenementen
- Ons begrip verdiepen
- Conceptualisering
- Vormen: verklarend, interpreterend en emanciperend
Theorie
- Theorie -> Een reeks onderling gerelateerde constructies, definities en
voorstellen/proposities die een systematisch beeld van verschijningen geven door
relaties tussen variabelen te specificeren, met als doel verschijnselen te verklaren en
te voorspellen.
- Grounded theory, een iteratief proces. Het is een herhaling van stappen, je begint bij
een vraag en daar ga je informatie over verzamelen, kernconcepten worden
geïdentificeerd. Voorlopige links worden gelegd tussen de theoretische concepten en
de data
- Door alle definities over theorie zien we het als ramen om de wereld iedere keer op
een andere manier te zien (paradigma’s, ramen).
Organisaties en macht als een sociale wetenschap discipline (social sciences discipline)
- De focus ligt niet op effectiviteit en efficiëntie (of managementinstrumenten) maar
op het begrijpen ervan
o Verschillende sociale wetenschappelijke thema’s, methoden en theorieën zijn
bruikbaar
o Inbedding in maatschappelijke fenomenen en ontwikkelingen is cruciaal
- Gezond verstand, verschillende definities en vooroordelen
Organisaties
- Organisaties zijn sociale entiteiten dat doel-georiënteerd zijn, ze zijn ontworpen als
opzettelijk gestructureerd en gecoördineerde activiteiten systeem, en zijn gelinkt aan
de externe omgeving
- Organisaties zijn ‘een systeem’ van bewust gecoördineerde persoonlijke activiteiten
of krachten
- Vorm van leven, arena’s waar wij werken
- Als wij meewerken, zo komen organisaties tot stand
- Het begrijpen van de macht, organisaties zelf verwijzen naar het proces van
organiseren of naar het resultaat daarvan.
, Hoorcollege 2
Om sociale processen te begrijpen heb je ‘agency’ en structuur nodig. Agency en structuur is
de brug tussen micro en macro. Is namelijk ook belangrijk dat je naar macro kijkt.
Dat we niet de controle hebben is belangrijk om te weten als sociale wetenschapper
Social processes take control away.
Voorbeeld tijdens college: Stelen van een relatie gebeurt vaker dan van iemand die je niet
kent, je ziet niet in dat je dat doet/of dat het fout is.
Belangrijkste dualismen in de sociale wetenschap
Agency / structuur, ook wel genoemd:
- Micro / macro - sociologie
- Individuele / collectieve samenleving
- Subjectieve ‘realiteit’ / objectieve ‘realiteit’
- Base / super structure
- Free will/ determinism
- Actie theory / systeem theorie
- Interactionistische theorie / institutionele theorie
Institutionele realiteiten en individuele leefwerelden
Structuur – super individueel, het heeft een plaats in de organisatie/samenleving en het
heeft een effect op ons
Agency - Individuele acties/denken. Proberen of je op een manier je kan aanpassen aan
structuur
Je moet structuur en agency bij elkaar zien, we zijn het tegelijk. Het moment dat we acteren
doen we dat aan de hand structuren dat we geleerd hebben. Structuur staat er en je acteert
daarop.
Je kunt structuur niet ontkennen, sociale structuur is er en mensen zullen je daaraan
herinneren. Als je de regels overtreedt, zijn er consequenties.
Jezelf aanpassen aan de structuur. Dan komt de structuur in jou en ga je daarop acteren en
hoe je je moet gedragen.
,Les 1 Dualiteit
Er zijn twee zijdes van een munt, sociale relaties zijn zowel individueel als institutioneel,
beide
Institutionalisering /externalisatie
Agency kan uitgroeien tot structuur en andersom
Externalisatie: individueel heeft ideeën en externaliseert deze
in acties en daarna wordt het structuur.
Groei van institutionalisering
4 stappen voor institutionalisering
1. Gewenning/gewoonte: “that’s how I do it”
o Dit is gewoon de manier dat je het doet, routine creëren
1. Wederzijdse typering: “what’s how we do it”
o Wennen aan elkaar en je moeten beide hetzelfde spelletje spelen en dan
weten jullie wat je moet doen. Je moet de ander kennen
2. Legitimiteit: “that’s why we do it”
o Uitleg aan nieuwkomers hoe we het doen en dan gaan zij het ook uitvoeren,
legitimiteit door spreekwoorden, gezegden, theorieën etc.
3. Objectivering: “that’s just the way it is”
o Eindpunt, sociale order hoeft geen uitleg meer het is normaal. Je ziet geen
andere oplossingen om het anders aan te pakken. Het wordt automatisme je
denkt niet anders, je houd je aan de routine.
Les 2 institutionalisering
Individuele actie:
- Worden gewoonte
- Interacties worden patronen
- De sociale orde is uitgelegd en gelegitimeerd
- Wordt als gewoon beschouwd en als objectief
Socialisatie/internalisatie
, Socialisatie: sociale orde en leer hoe je het moet doen. Je internaliseert de regels, dan wordt
het iets vanzelfsprekends.
Van institutie naar actie: socialisatie
1. Initiatie door/ imitatie van significante andere “they want me to be like this”; “I
want to be like them”
o Je ziet wat je ouders doen of vrienden en je gaat het na doen.
2. Generalisatie “they all want me to be like this”
o Gevoel hebben dat andere willen dat je je zo gedraagt
3. Internalisatie “this is really me”
o Deel van je identiteit
Les 3 socialisatie of ‘subjectificatie’
Je weet op een gegeven moment wat goed en fout is, je hebt een geweten.
Interactie tussen agency en structuur
- De ene creëert de andere. Je acteert dan wordt het structureel en dan gaan andere
daar weer op acteren.
- Structuur: het geheel is meer dan sommige delen ervan. Met een groep kan je de
manier waarop je iets doet veranderen, dat kan je niet alleen
- Actie/agency: het geheel bestaat slechts bij de gratie van zijn delen. Zonder
individuele acties is er geen sociale structuur
Veranderende institutie/instelling: iedereen zegt A en 1 iemand B. Wanneer B een goede
uitleg geeft gaan de andere ook over van A naar B. Maar degene die B koos moet de anderen
wel overtuigen.
Les 4 Dialectiek
Analytische aankoop en kritiek
Agency-structure is een analytisch onderscheid: het bestaat niet ‘daarbuiten’ we gebruiken
het om het sociale leven theoretisch te begrijpen
Het is daar maar het is niet makkelijk te zien. Er is een link tussen de twee
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Carlijnro. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.09. You're not tied to anything after your purchase.