oefententamen forensische orthopedagogiek en recht
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Universiteit van Amsterdam (UvA)
Forensische Orthopedagogiek
Forensische Orthopedagogiek En Recht
All documents for this subject (31)
Seller
Follow
leonievanhunenn
Content preview
OEFENVRAGEN
1. Indien er geen aangewezen vertegenwoordiger van de cliënt is komt de pedagoog de
verplichtingen, indien een meerderjarige cliënt wilsonbekwaam is, na tegenover:
a. De echtgenoot, geregistreerde partner of een andere levensgezel van de cliënt
b. De persoon die daartoe schriftelijk gemachtigd is door de cliënt
c. Een collega van de vertegenwoordiger
d. Een ouder, meerderjarig kind, meerderjarige broer, zus of grootouder van de
cliënt
2. De geheimhouding van de pedagoog geldt in beginsel bij…
a. Een onderwijskundig rapport bij overgang naar een nieuwe school
b. Noodzakelijke gegevens voor bekostiging van jeugdhulp
c. Verzoek van gezinsvoogd om informatie omtrent uitvoering OTS
d. Informatie die voortkomt uit de professionele relatie met de cliënt
3. Welke gegevens worden vastgelegd in een dossier?
a. Feiten en meningen
b. Beeld- en geluidsopnames
c. Persoonlijke werkaantekeningen (tenzij gedeeld met anderen)
d. Ruwe testgegevens
4. Wat is het bewaartermijn van een dossier?
a. 20 jaar vanaf het jaar waarin de professionele relatie is gestart
b. 15 jaar vanaf het jaar waarin de professionele relatie is geëindigd
c. 25 jaar vanaf het jaar waarin de professionele relatie is gestart
d. 20 jaar vanaf het jaar waarin de professionele relatie is geëindigd
5. Op welke gegevens heeft de cliënt geen recht op inzage en afschrift?
a. Ruwe testgegevens
b. Feiten en meningen
c. Beeld- en geluidsopnames
d. Gespreksverslagen
6. Na hoeveel jaar worden beeld- en geluidsopnamen vernietigd?
a. 3 jaar
b. 10 jaar
c. 5 jaar
d. 2 jaar
7. Welke stelling is juist?
I: Het vaderschap bij de man die op het moment van de geboorte met de vrouw
samenwoont ontstaat automatisch
II: De partner van de moeder krijgt gezag wanneer hij het kind erkent op het
gemeentehuis
a. Stelling I is juist
b. Stelling II is juist
c. Beide stellingen zijn juist
d. Beide stellingen zijn onjuist
8. Welke stelling is juist?
I: Professionals hebben de wettelijke plicht om de juridische ouder zonder gezag op
zijn verzoek te informeren over de hulp aan zijn kind
II: Als het gaat om informatieverstrekking is van beide gezaghebbende ouders
toestemming nodig
a. Stelling I is juist
b. Stelling II is juist
c. Beide stellingen zijn juist
, d. Beide stellingen zijn onjuist
9. In het centraal Gedragsregister is terug te vinden:
a. Het gezag dat automatisch na de geboorte ontstaat
b. Uitsluitend rechtelijke uitspraken over het gezag en de inschrijving van
gezamenlijk gezag
c. Het gezag dat ouders na hun scheiding gezamenlijk voorzetten
d. Het gezag dat een gezaghebbende ouder alleen voortzet na het overlijden van
de andere gezaghebbende ouders
10. Welke stelling is juist?
I: Bij een geregistreerd partnerschap tussen twee gehuwde mannen wordt er
automatisch gezamenlijk gezag gegeven
II: Het is niet mogelijk om als minderjarige het gezag te krijgen
a. Stelling I is juist
b. Stelling II is juist
c. Beide stellingen zijn juist
d. Beide stellingen zijn onjuist
11. Je bent als gezinsvoogd betrokken bij een cliënt die onder toezicht staat vanwege
zorgen omtrent de opvoedingscapaciteiten van ouders. Je maakt een rapportage op
basis van uitspraken waarbij interpretatie op los is gelaten. Uit welk domein komt deze
norm?
a. Publiek domein
b. Privédomein
c. Werkdomein
d. Professioneel domein
12. Je neemt deel aan een training Suïcidepreventie in jouw rol als jeugdhulpverlener. Uit
welke domein komt deze norm?
a. Privédomein
b. Professioneel domein
c. Publiek domein
d. Trainingsdomein
13. Je voert een gesprek met een cliënt die is aangehouden voor diefstal. Uit welk domein
komt de ‘diefstal’ norm?
a. Strafdomein
b. Publiek domein
c. Privédomein
d. Professioneel domein
14. Wat behoort niet tot de professionele standaard?
a. Richtlijnen jeugdhulp
b. Wet- en regelgeving
c. Het voeren van minimaal 3 multidisciplinaire overleggen
d. De beroepscode
15. Welke stelling is juist?
I: Er zijn 4 fundamentele beginselen: respect for autonomy, beneficence, non-
maleficence & justice
II: Het kwaliteitsregister Jeugd is voor zowel voor mbo, hbo en wo geschikt
a. Stelling I is juist
b. Stelling II is juist
c. Beide stellingen zijn juist
d. Beide stellingen zijn onjuist
, 16. Welke stelling is juist?
I: Bureau Jeugdzorg diende als Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK)
II: De belangrijkste taak van Bureau Jeugdzorg was indicatiestelling
a. Stelling I is juist
b. Stelling II is juist
c. Beide stellingen zijn juist
d. Beide stellingen zijn onjuist
17. Onder jeugdhulp wordt niet verstaan:
a. Hulp
b. Zorg
c. Preventie
d. Ondersteuning
18. Welke verandering heeft niet plaatsgevonden in 2015?
a. AWBZ gecentraliseerd naar Wmo
b. Intrede Jeugdwet
c. Wet herziening kinderbeschermingsmaatregelen
d. …
19. Welke stelling is juist?
I: Lisa is 15 jaar en verblijft bij moeder met gezag in gemeente Noordoostpolder dus
Noordoostpolder is verantwoordelijk
II: Ruben is 18 jaar, woont in Zwolle maar vader met gezag woont in gemeente
Groningen dus Groningen is verantwoordelijk
a. Stelling I is juist
b. Stelling II is juist
c. Beide stellingen zijn juist
d. Beide stellingen zijn onjuist
20. Wie is er verantwoordelijk voor de uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen en
jeugdreclassering?
a. De gecertificeerde instelling
b. De gemeente
c. De RvdK
d. Het OM
21. Wat valt niet onder de Jeugdwet?
a. Kinderbescherming
b. Jeugdreclassering
c. Jeugdhulp
d. AMHK
22. Welke categorie valt niet binnen het Normenkader?
a. Ketensamenwerking
b. Organisatie
c. Opleidingen en trainingen
d. Methodieken
23. Welke stelling is juist?
I: Een klachtencommissie bestaat uit minstens twee personen
II: Het advies van de klachtencommissie is formeel niet bindend
a. Stelling I is juist
b. Stelling II is juist
c. Beide stellingen zijn juist
d. Beide stellingen zijn onjuist
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller leonievanhunenn. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.86. You're not tied to anything after your purchase.