Begrippenlijst Plantkunde
autotroof organismen die in staat zijn energie en
organische stoffen zelf te produceren uit
zonlicht en anorganische stoffen
heterotroof organismen die organische stoffen uit zijn
omgeving moet opnemen om te overleven
en energie te produceren/op te nemen
boom houtige plant met een zeer groot
wortelgestel en 1 enkele, stevige, houtige,
secundair verdikte, overblijvende stam, die
zich pas op zekere hoogte boven de grond
vertakt
struik houtige plant zonder stam die zich
onmiddellijk boven of reeds in de grond
vertakt
dwergstruik een laagblijvende, direct vanaf de voet
vertakte houtige plant die niet of nauwelijks
hoger is dan de omringende kruidvegetatie
eenjarige plant therofyt = een plant die zijn levenscyclus
van kiem tot zaad voltooid binnen 1 jaar en
daarna afsterft
tweejarige plant een plant die zijn levenscyclus van kiem tot
zaad voltooid binnen de 2 jaar en daarna
afsterft. In zijn eerste groeijaar zal hij niet
direct bloeien.
overblijvende plant een plant die meer dan eenmaal tijdens zijn
levensduur kan bloeien en niet afsterft na
zijn eerste bloei.
kruidachtige een kruidachtige plant is een vaatplant die
in zeer geringe mate verhout is en geen (of
nauwelijks) secundaire diktegroei kent
houtig/houtachtig houtig of houtachtige planten worden
gekenmerkt door secundaire diktegroei,
waardoor takken, stammen en wortels veel
hout bevatten
geofyt kryptofyt = een levensvorm van
terrestrische tweejarige- of overblijvende
planten waarvan enkele de ondergrondse
delen een ongunstige periode (bv: winter)
overleven
,helofyt een moerasplant die in de waterbodem
wortelt, maar met de stengel en bladeren
boven water uitsteekt
hydrofyt een echte waterplant, die permanent in of
op water groeit
epifyt organismen die op levende planten groeien
zonder hieraan voedingsstoffen te
onttrekken
parasiet een organisme dat in of op een ander
levend organisme leeft, ten koste van zijn
gastheer
halfparasiet een plantensoort die water en
voedingsstoffen uit andere planten haalt
maar zelf ook aan fotosynthese doet (bv:
maretak)
saprofyt een organisme die zijn celmateriaal
opbouwt door het opnemen van organische
stoffen uit dode andere organismen
halofyt een plant die kan groeien bij een hoog
zoutgehalte in de bodem zoals slikken,
schorren en zilte graslanden
lithofyt planten met stenen of rotsen als substraat
xerofyt een plant die aangepast is aan
omstandigheden waarin weinig vocht
beschikbaar is
Angiospermen bedektzadigen = zaadplanten die worden
gekenmerkt doordat hun zaden worden
omgeven bloemen en vruchten
Gymnospermen naaktzadigen = zaadplanten met onbedekte
zaadknoppen. Ze hebben geen stamper of
vruchtbeginsel en dus ook nooit “echte”
vruchten
hybride kruising = het resultaat van geslachtelijke
voortplanting van twee verschillende types
van organismen
monocotylen eenzaadlobbigen = een groep bloeiende
planten die tijdens het kiemen slechts 1
zaadlob in ieder rijp zaad bezitten
, dicotylen tweezaadlobbigen = een groep bloeiende
planten die tijdens het kiemen twee
zaadlobben bezitten
sporenplant plant die zich voortplant met behulp van
sporen. Ze hebben geen bloem, vruchten
en zaden
spermatofyta zaadplanten = vaatplanten die gekenmerkt
worden door het bezit van zaadknoppen
aëroob zuurstof aanwezig/ zuurstof nodig
anaëroob zonder zuurstof/ geen zuurstof nodig
allopatrisch soorten die gescheiden zijn door
geografische verschillen
sympatrisch soorten waarvan het verspreidingsgebied
overlapt of gelijk loopt
assimilatie een biochemisch proces waarbij een
organische verbinding wordt opgebouwd uit
eenvoudigere organische verbindingen of
uit anorganische stoffen, met name
koolstofdioxide en water
dissimilatie een biochemisch proces waarbij moleculen
worden afgebroken. Hierbij komt energie vrij
onder de vorm van ATP
dichotoom twee interpretaties vatbaar, variabele met
twee waarden
fenotype het geheel van uiterlijke kenmerken in een
organisme
genotype het geheel aan genetische informatie van
organisme dat opgeslagen is in het DNA
fotosynthese een biochemisch proces waarbij
organismen, die chlorofyl bevatten, zonlicht
als energiebron om koolhydraten oftewel
suikers te vormen
populatie een groep organismen van dezelfde soort in
een min of meer afgescheiden gebied
syntaxonomie het classificatiesysteem zelf of de methode
die aan de basis van de classificatie ligt
vegetatiekunde plantkunde = de tak van de biologie die de
vegetatie als object van onderzoek heeft
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marenbergen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.