Samenvatting Probleem 1 Biologische Determinanten jaar 2 pedagogische wetenschappen. Over de evolutietheorie van Darwin en misvattingen en kritieken, gevold door een stukje over Mendels theorie.
Test Bank For Biological Psychology, 14th Edition, James W. Kalat || Complete Guide A+||Latest Update 2024
Test Bank For Biological Psychology, 14th Edition, James W. Kalat || Complete Guide A+||Latest Update 2024
BIOLOGICAL PSYCHOLOGY 14TH EDITION BY JAMES W. KALAT TEST BANK ( ANSWERS AT THE END OF EACH CHAPTER) 2024-2025
All for this textbook (6)
Written for
Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR)
Pedagogische Wetenschappen
2.1 Biologische Determinanten
All documents for this subject (60)
Seller
Follow
staceyvanstokrom
Content preview
Probleem 2.1
Buss
Het doel van evolutionaire psychologie is het begrijpen van het menselijke
brein/mechanismes in evolutionair perspectief.
Evolutionaire psychologie focust op 4 vragen:
- Waarom zit het brein zo in elkaar als het nu is?
- Hoe is het brein opgebouwd (mechanismen of componenten)?
- Wat zijn de functies van de componenten en hun structuur?
- Hoe interacteert input van de omgeving met het ontwerp van het
brein om observeerbaar gedrag te krijgen?
Evolutie: verandering over de tijd heen.
Voordat Darwin dit bestudeerde, waren er andere wetenschappers:
- Jean Baptiste Lamarck: eerste wetenschapper die het woord
‘biologie’ gebruikte; aparte studie naar leven. Hij geloofde in 2 grote
oorzaken waardoor soorten veranderen:
1. Natuurlijke neiging van elke soort om naar een hogere vorm te
veranderen
2. Erving van verworven eigenschappen: hij geloofde dat dieren
moeite hebben met overleven. Hierdoor komt een vloeistof vrij
die stimuleert dat het dier zich kan evolueren in deze strijd.
- Cuvier: hij ontwierp catastrofisme: bepaalde soorten sterven om
de zoveel tijd uit door een carastrofe en worden vervangen door een
andere soort
- Andere biologen:
o Ontdekten door studies dat er tussen verschillende soorten
dieren toch structurele overeenkomsten waren
o Veel soorten hebben eigenschappen die een doel hebben
o De embryonale ontwikkeling van verschillende soorten was bij
verschillende organismen vergelijkbaar
op de vraag van verandering over langere tijd konden ze geen antwoord
vinden
Adaptief: kleine aanpassingen overtijd; vergroot overlevingskans (vb.
snavels)
Homogeen: lichaamsdeel komt overeen; alleen andere verhoudingen
gelijkenissen die je nog terugziet
Evolutie vindt plaats door natuurlijke selectie: erfelijke eigenschappen
die geassocieerd worden met hogere overlevings- en
voortplantingskansen hebben een grotere kans om doorgegeven te
worden. Als dit generaties lang doorgaat, ontstaat er een diersoort die
beter is aangepast om de omgeving.
Natuurlijke selectie heeft 3 essentiële ingrediënten:
1. Variatie: organismen variëren op verschillende gebieden (bijv.
gewicht, grootte)
, 2. Overerving: niet alle eigenschappen zijn erfelijk. Afhankelijk of de
variatie in de genen zit of is ontstaan door omgeving
3. Selectie: sommigen met bepaalde variatie planten meer voort,
omdat deze variatie hen helpt te overleven
Survival of the fittest: diegene die het beste zijn aangepast (adaptie) is
aan de eisen van de omgeving, zullen overleven en dus voortplanten.
Darwin kwam erachter dat niet elke eigenschap van dieren iets te maken
had met overleven. Een tweede vorm van evolutie is seksuele selectie:
aanpassingen om succesvol voor te planten.
Soorten:
- Intra seksuele competitie: competitie tussen dieren van hetzelfde
geslacht. Degene die wint/dominant is heeft meer kans op
voortplanting. Zij geven de kwaliteiten waardoor ze gewonnen
hebben door aan de volgende generatie. De verliezers kunnen
kwaliteiten waardoor ze verloren hebben niet doorgeven
- Interseksuele competitie (female choice): competitie tussen
twee geslachten. Dier van ene geslacht is op zoek naar bepaalde
eigenschappen in andere geslacht. Als een dier ongewenste
eigenschappen bezit, heeft die minder/geen kans op voortplanten
Naast natuurlijke en seksuele selectie, is er ook nog genetic drift:
random veranderingen in het genetische materiaal van een populatie.
Wordt veroorzaakt door:
- Mutatie: een willekeurige verandering van het DNA. Dit is een
foutje in het kopieerproces van DNA.
- Founder effects: als een klein deel van de populatie zich afzondert
en niet representatief is voor de rest van de populatie
- Genetic bottlenecks: als een populatie verkleint door bv. een
ramp. Degenen die de ramp overleven, bezitten niet altijd een
representatief genenpakket voor de hele populatie
De ethologische beweging (Tinbergen): zag de evolutie als grondslag
voor gedrag. Nadruk ligt op het nut van het gedrag en op aangeboren
gedrag van kinderen. Bijv. fixed action patterns, stelt dat de volgende
hoofdfactoren ten grondslag liggen aan evolutionair gedrag:
1. Invloed van omgeving op gedrag (vb. kuikens volgen de bewegingen
van moeder)
2. Invloed van ontwikkeling en gebeurtenissen (vb. moeder zorgt
steeds minder voor kuikens)
3. De functie van het gedrag (vb. kuikens zijn veiliger in buurt van
moeder)
4. De oorsprong
Fitness: potentieel van dier voor succesvol voorplanten; welke kwaliteiten
om voort te leven
Parental investment theorie: ouders investeren in grootbrengen
kinderen; man zoekt jonge vrouw voor nageslacht, vrouwen zoeken naar
man die voor voedsel kan zorgen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller staceyvanstokrom. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.97. You're not tied to anything after your purchase.