Inhoudsopgave
HC Vulvacarcinoom, cervixcarcinoom en ovariumcarcinoom............................................................. 2
HC Pathologie ...................................................................................................................................... 9
HC Urologie: prostaatkanker, blaaskanker en nierkanker ................................................................ 16
E-module Cervixcarcinoom ............................................................................................................... 22
E-module Vulvacarcinoom ................................................................................................................ 27
E-module Ovariumcarcinoom ........................................................................................................... 31
WG5 Urologie .................................................................................................................................... 35
IC Premaligne afwijkingen en HPV, cervixcarcinoom ........................................................................ 42
IC Urologie ......................................................................................................................................... 48
WG6 Ovariumcarcinoom, vulvacarcinoom en cervixcarcinoom ....................................................... 54
PR Gynaecologie en urologie ............................................................................................................. 60
1
,HC Vulvacarcinoom, cervixcarcinoom en ovariumcarcinoom
Gynaecologische tumoren
• Circa 12,5% van alle kanker bij vrouwen
• Classificatie volgen FIGO.
• Stagering: klinisch of chirurgisch
Cervixcarcinoom wordt ook klinisch gestageerd, de rest altijd chirurgisch
Vulvacarcinoom
• Minst voorkomende van de vier
• Incidentie is 433 per jaar in NL
• Oudere leeftijd
Meer en deel is 75+, opereren tot in de 90
• Klachten: puritus, branderigheid, zwelling en pijn (laat)
• Patiënt delay 10 maanden, doctor delay 3 maanden
• Onderzoek
- Bekijkt de vulva
- Biopsie (stansbiopt 1e keus) met lokale verdoving
- Cervixcytologie
• Aanvullend onderzoek
- X-thorax, echo-liezen (evt CT scan of MRI)
• Eerste keus behandeling bij vulvacarcinoom is chirurgie. Lokale radicale excisie.
Je moet 2 cm op de afwijking heen. Dat is best lastig opereren soms. Zitten allemaal
structuren zoals urethra etc.
• + altijd een SNP doen
Als de SNP positief is, lymfeklierdissectie in de lies
• Liesklierdissectie beiderzijds doe je ook bij een van de volgende dingen:
Tumor > 4 cm, multifocale tumor of geen SN opgekomen.
• Als operatie niet meer mogelijk is, combinatie chemotherapie en radiotherapie.
• Metastasering als eerst via de lymfeklieren . Eerste station van de vulva zit in de liezen.
Als je een vergrote lymfeklier ziet, neem je hier een echogeleide punctie van. Biopt.
Specifieke complicaties chirurgie
• Gestoorde wondgenezing
• Mictieproblemen
• Seksualiteit
• Probleem met zitten
• Lymfoedeem in het been (tegenwoordig minder, minder vaak liesklierdissectie, nu SNP)
• Veel mensen hebben laag stadium, stadium I
• Mensen blijven levenslang onder controle, je ziet vaak recidieven
• Recidieven wil je snel ontdekken, dan zijn ze relatief makkelijk te verwijderen.
2
,Cervixcarcinoom
• Incidentie 912 nieuwe patiënten per jaar in NL
Sterfte is ong 1/3 daarvan, 229 patiënten per jaar in NL
• HPV gerelateerd
Type 16 en 18 zijn high risk, geven 70% van de cervixcarcinomen
• Ziekte van de derde wereld. Iedere 2 minuten overlijdt er een vrouw aan
baarmoederhalskanker.
• Jongere vrouwen (piek 30-45)
Ontstaan cervixcarcinoom
• Ontstaat na een HPV infectie
• HPV infectie geeft koilocytose =
helder cytoplasma
• Uiteindelijk krijg je dysplasie in de
basale cellen, gestoorde uitrijping
• Steeds ergere dysplasie
• Als het infiltrerend gaat groeien door
BM spreek je van een carcinoom
• In NL screening om die vroegere
stadia op te sporen, CIN2 en CIN3
worden behandeld.
Symptomen lage stadia
• Abnormaal bloedverlies
• Fluorklachten
• Contactbloedingen (door aanraking van de tumor) (indicatie om uitstrijkje te laten maken)
Symptomen hoge stadia
• Symptomen lage stadia
• Mictie / defecatieklachten
• Pijn: rug, flank, onderbuik of been
• Lymfoedeem
Diagnose
• Afwijkende uitstrijk/portio
• Colposcopie
• Biopt voor de pathologie – diagnose wordt gesteld
• Onderzoek in narcose bij hoog stadium → cystoscopie
• Disseminatie onderzoek
- Laboratorium
- X-thorax
- MRI scan (en PET scan bij verdachte MRI)
• Zowel een klinisch stadium als een radiologisch stadium.
Hoog stadium houdt in dat het zich niet meer bewerkt tot cervix, maar ook naar de vagina of het
steunweefsel
3
, In de derde wereldlanden, is er geen MRI. Daar zal het alleen een klinisch stadium zijn.
• Ongeveer 50%/50% verdeeld
1. Operatief
• Conisatie (laagste stadium)
• Trachelectomie (baarmoedersparend) (kinderwens)
• Radicale hysterectomie + pelviene lymfadenectomie bdz
Verwijderen baarmoeder, baarmoederhals, stukje vagina, steunweefsel en lymfeklieren in
kleine bekken
Wordt het meeste gedaan
• Excenteratie (bij recidief)
2. Radiotherapie/chemotherapie
• Groep vrouwen met hoog stadium, bv al ingroei in parametrium. Bij voorbaat al een indicatie
voor RT. Dan gaan we niet eerst opereren.
• Chemoradiatie
Meest gekozen
• RT + hyperthermie (meer tumorrespons op je RT, meer necrose van je tumor)
• Image Modulated Radiotherapy IMRT
• Brachytherapie (MRI geleid)
• Neo-adjuvante chemotherapie
Laag stadium
• FIGO stadium IA-2, IBI, kleine IIA
- Beperkt tot de cervix en kleiner dan 4 cm
- Beperkt tot proximale vagina
• Therapie
- Standaard is radicale hysterectomie + pelviene lymfadenectomie bdz
- Optioneel een trachelectomie + laparoscopische pelviene lymfadenectomie
Bij tumoren < 2 cm en een kinderwens
- Radiotherapie of chemoradiatie
Adjuvante therapie na primaire chirurgie
• Nu we die MRIs maken is dit veel minder
• Indicatie --> krappe snijranden, ingroei parametrium of positieve lymfeklieren
(In sommige centra, zoals het UMCU, wordt een SNP gedaan)
• Standaard is de adjuvante therapie radiotherapie, optioneel chemoradiatie bij prognostische
ongunstige factoren
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sannahcw. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.22. You're not tied to anything after your purchase.