Inhoudsopgave
Zelfstudie 15 Voorbereiding WC3 ....................................................................................................... 2
WC3 Genetische diagnostiek bij aangeboren afwijkingen en/of mentale retardatie......................... 3
Zelfstudie 16 Voorbereiding HC10 en IC10 ......................................................................................... 9
HC10 Introductie Groei, groeistoornissen en puberteit ................................................................... 10
HC Puberteit ...................................................................................................................................... 18
IC10 Groei, groeistoornissen en puberteit ........................................................................................ 22
1
,Zelfstudie 15 Voorbereiding WC3
Voor prenatale diagnostiek en presymptomatische diagnostiek wordt vaak van DNA-onderzoek
gebruik gemaakt. Je kunt tegenwoordig veel uitzoeken met DNA-onderzoek, maar je vindt lang niet
altijd antwoorden op je vragen. Er zijn vele technieken om mutaties op te sporen en aan te tonen. Bij
een aandoening waarvoor moleculaire of genetische heterogeniteit bestaat, zullen verschillende
mutaties en verschillende genen bestudeerd moeten worden. Soms wordt echter geen mutatie
gevonden. Dit kan liggen aan de gebruikte techniek, maar ook komen doordat nog niet alle genen die
de ziekte kunnen veroorzaken bekend zijn.
De voorstelling dat mutaties in één gen één ziekte veroorzaken, is vaak te eenvoudig.
Denk bijvoorbeeld aan de betrokkenheid van meerdere genen tegelijkertijd, en aan de invloed van
niet-genetische factoren. Naast de diverse soorten mutaties die reeds de revue zijn gepasseerd,
worden in sommige genen trinucleotiden repeatstructuren (bijvoorbeeld CAG, CGG, CTG, GAA, TAT
enz.) geïdentificeerd. In de meeste gevallen zijn deze variaties in aantal trinucleotiden niet ziekte
veroorzakend.
De figuur hieronder toont aard en de relatieve positie van trinucleotidenrepeats voor vier erfelijke
ziekten. Een sterke toename van het aantal repeats ten opzichte van normaal is geassocieerd met
klinische verschijnselen (Jorde pagina 92-99).
2
, WC3 Genetische diagnostiek bij aangeboren afwijkingen en/of mentale retardatie
Casus 1
Merel is 5 jaar wanneer zij via de kinderarts wordt verwezen naar de afdeling Genetica in verband
met een ontwikkelingsachterstand. Haar voorgeschiedenis vermeldt een operatie vanwege een
aangeboren hartafwijking (tetralogie van Fallot). De ouders van Merel willen weten hoe groot de
kans is dat zij opnieuw een kind krijgen met een hartafwijking en/of een ontwikkelingsachterstand.
De klinisch geneticus merkt bij het lichamelijk onderzoek op dat Merel naast een
ontwikkelingsachterstand een nasale spraak heeft. Verder heeft zij een wat smalle neus en wat
kleine oren. Vanwege deze combinatie van verschijnselen denkt de klinisch geneticus aan een
chromosomale afwijking, een microdeletie.
a. Welke laboratoriumtesten kun je inzetten bij Merel om de aanwezigheid van een dergelijke
chromosomale afwijking bij haar aan te tonen?
- Karyotypering kan worden gebruikt voor grote deleties of duplicaties of andere structurele
afwijkingen die aan te tonen zijn met bandenpatronen.
- FISH kan een ontbrekend/additioneel chromosoom worden aangetoond. Hiervoor moet je
wel weten waar je naar wil kijken, want je moet een specifieke probe gebruiken.
- MLPA. Meestal voor deleties binnen een gen. Je gebruikt een stukje complentair DNA aan
het te onderzoeken deel, dat ga je uitlezen. Hoeveel signaal zie je dan weer voor ieder stukje,
kan je ook weer ratio bekijken. Deletie of duplicatie opsporen.
- QF-PCR. Kan worden gebruikt om de hoeveelheid DNA van bepaalde stukjes. Gericht naar de
chromosomen 13, 18 en 21 en naar de geslachtschromosomen. Voor deze chromosomen
bepalen we of er extra chromosomen aanwezig zijn of ontbreken.
- SNP-array. Hiermee kunnen deleties en duplicaties korter dan 100 kb worden gedetecteerd,
en heb je maar weinig DNA voor nodig. De stukjes DNA van de patiënt worden gelabeld (bv
met rode kleurstof) en een controle groep wordt bv groen.
800.000 punten over het hele genoom bekeken, en dan kijk je welk aminozuur er zit.
Dan kan je zien of er van stukjes meer of minder is.
Informatie over kopie aantal & verwantschap
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sannahcw. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.