Inhoudsopgave
Zelfstudie 7 Voorbereiding HC3 en PR1 .............................................................................................. 2
HC Ontwikkeling placenta en gezicht, neus en mondholte................................................................. 5
HC Placenta ......................................................................................................................................... 9
HC Prenatale aspecten van sluitingsdefecten: spina bifida .............................................................. 12
HC Spina bifida .................................................................................................................................. 15
PR Ontwikkeling van het gezicht ....................................................................................................... 17
Zelfstudie 8 Voorbereiding WC3 ....................................................................................................... 24
E-module Intra-uteriene groeirestrictie (IUGR) ................................................................................ 25
WC3 Foetale geneeskunde ................................................................................................................ 35
HC Zwangerschap als stress-test voor latere gezondheid ................................................................. 46
Zelfstudie 9 Voorbereiding HC4/5 en IC3/4 ...................................................................................... 50
HC Vroeggeboorte ............................................................................................................................. 53
IC3 Neonatologie ............................................................................................................................... 59
IC Dokter, mijn baby ziet geel............................................................................................................ 62
E-module Spontane vroeggeboorte .................................................................................................. 66
E-module Meerlingen ........................................................................................................................ 72
E-module Spontaan miskraam .......................................................................................................... 77
1
,Zelfstudie 7 Voorbereiding HC3 en PR1
Leeropdrachten
1. Twee kinderen hebben bij de geboorte allebei een geboortegewicht van 2000 gram. Het
eerste kind heeft een geboortegewicht op de 50e percentiel, het andere kind een
geboortegewicht op de 5e percentiel. Bij welke zwangerschapsduur zijn deze kinderen
geboren? Zegt de geboortegewichtspercentiel iets over de intra-uteriene groei?
- Kind 2000 gram P50 is bij 33 weken geboren
- Kind 2000 gram P5 is bij 36 weken geboren
- Het geboortegewichtspercentiel zegt niks over de intra-uteriene groei, het zegt alleen of het
boven/onder het gemiddelde is ten opzichte van de populatie.
2. Voor de ontwikkeling van welk foetaal orgaan is vruchtwater essentieel?
- De tractus digestivus. Een foetus slikt gedurende de zwangerschap vruchtwater in.
3. Beredeneer welke ontwikkelingsstoornissen en groeistoornissen voorkómen kunnen worden
door het elimineren van exogene invloeden.
- Vb van ontwikkeling-/groeistoornissen --> FAS fetaal alcohol syndroom, spina bifida,
anencephalie, palatoschisis of anders vorm van schisis, omphalocele of gastroschisis.
- Roken en alcohol zijn exogene invloeden
4. Beredeneer welke ontwikkelingsstoornissen in incidentie kunnen worden verminderd door
preconceptionele maatregelen.
- Meeste neurale buisdefecten kan je voorkomen door preconceptioneel foliumzuur te slikken.
5. Beschrijf de ontwikkeling en bouw van de placenta en leg uit welke complicaties bij
meerlingzwangerschappen kunnen optreden.
- Blastocyst. Trofoblast en embryoblast.
- Embryoblast bestaat uit hypoblast en epiblast.
- In de epiblast ontstaat de amnionholte
- De blastulaholte wordt bekleed met cellen uit hypoblast, wat dan de primitieve dooierzak
wordt.
- Tussen de dooierzak en trofoblast ontstaat extra embryonaal reticulum (mesoderm)
- Hierin ontstaan holtes, waaronder de chorionholte
- Bij het amnion is er een verbinding tussen het embryo en de omgeving, de hechtsteel. Dit
wordt later de navelstreng.
- Voor de innesteling is decidualisatie nodig, hierbij zijn de trofoblasten van belang.
- Decidualisatie is het proces waarin het endometrium biochemisch en morfologisch
veranderd.
- Syncytiotrofoblast zal ook zorgen voor veranderingen in de vaten van moeder, waardoor
lacunes ontstaan vol met bloed.
- Als de zygote na een dag of 12 is ingenesteld, wordt het endometrium decidua genoemd.
- Onder de vrucht ligt de decidua basalis, de vrucht wordt bekleed met decidua capsularis en
het deel wat niet in contact staat met het embryo heet decidua parietalis.
- In week 2 zullen chorionvlokken gaan ontwikkelen. Deze vlokken komen in decidua basalis
terecht. Hier zal de placenta ontstaan.
2
, - Dit deel van de vlokken heet chorion frondosum
- Het andere deel van het chorion is glad en heet het chorion laeve
- Cotyledonen zijn compartimenten in de placenta, aan de kant van moeder, die door septa
van elkaar gescheiden worden.
- Naar mate de vrucht verder groeit komt de decidua capsularis in contact met decidua
parietalis en vergroeien ze met elkaar.
- Amnion zal de buitenste bekleding van de navelstreng vormen
- Het chorion zit aan decidua parietalis vast en wordt samen met de placenta geboren.
- Primitieve dooierzak wordt omgeven door membraan van Haeuser.
- Definitieve dooierzak ontstaat uit endoderm + extra-embryonaal mesoderm
Chorion ontstaat uit trofoblast + extra-embryonaal mesoderm
Amnion ontstaat uit epiblast + extra-embryonaal mesoderm
- Navelstreng bevat drie bloedvaten. 2 arteriën en 1 vene. Hiertussen ligt gelei van Wharton.
Vaten maken windingen, ong 2 per 10 cm.
6. Ga de functies van de placenta na. Ga in op:
- de haemodynamische functie
- de transportfunctie
Passieve diffusie O2, CO2, vetoplosbare vitamines, Na, K en deels glucose
Actief transport glucose, wateroplosbare vitamines, aminozuren, Fe en Ca
- de immunologische functie
IgG antistoffen van moeder naar foetus
- de endocriene functie
Productie hCG, progesteron en HPL
HPL breekt vetten van moeder af om de baby van voeding te voorzien, kan bij moeder
insulineresistentie geven.
Random info
• Oligohydramnion kan er toe leiden dat de longen zich onvoldoende ontwikkelen. Kan
ademhalingsproblemen geven na de geboorte.
• Ook kan het groeivertraging, druknecrose en misvorming geven. Dit ontstaat omdat de baby
zich minder goed kan bewegen.
• De baby is ook minder goed beschermd, vruchtwater dient als schokdemper.
3
, Complicaties tweelingzwangerschappen. Vasculaire anastomosen tussen circulatie beide kindjes.
Arterioveneuze anastomosen kunnen gevolgen hebben bij oneerlijke verdeling van het bloed. Een
kind krijgt anemie, dysmaturiteit en kan zelf intra-uteriene vruchtdood geven.
7. Beschrijf de ontwikkeling van de neurale buis en het aangezicht en verklaar op grond hiervan
de ontstaanswijze van neurale buisdefecten en faciale sluitingsdefecten.
Neurale buisdefecten
• Neurale buisdefecten zijn afwijkingen waarbij er dorsale openingen zijn in het hersenen,
ruggenmerg of anatomische structuren die daarmee samenhangen.
• Anencephalie is het gevolg van het niet goed sluiten van de neurale buis aan de craniale
zijde. Vaak maar een klein beetje hersenweefsel aanwezig. Vaak ook een open ruggenmerg
cervicaal en karakteristiek uiterlijk door ontbreken van de schedelkap.
Foetus kan niet goed slikken, waardoor polyhydramnion ontstaat.
• Meningocèle --> de hersenvliezen puilen naar buiten
• Meningo-encephalocèle --> de hersenvliezen en een deel van de hersenen puilen naar buiten
• Meningohydro-encephalocèle --> de hersenvliezen, deel v.d. hersenen en deel van het
ventrikel puilen naar buiten.
• Spina bifida. Wervelbogen zijn niet goed met elkaar vergroeid. Vaak sacraal en lumbaal.
- Spina bifida occulta. 1 wervelboog is niet dichtgegroeid, geen neurologische verschijnselen.
Pluk haar op de rug te zien.
- Spina bifida aperta. Grotere afwijking / meerdere wervels. Hierbij kunnen structuren
uitpuilen:
o Meningocèle --> vliezen van het ruggenmerg puilen uit
o Meningomyelocèle --> vliezen en het ruggenmerg puilen uit
o Myeloschisis --> partieel sluitingsdefect van de neurale wallen, vaak ernstige
neurologische stoornis tot gevolg.
Zowel bij spina bifida als anencefalie is het neuro-epitheel eerst normaal aangelegd. Er treedt echter
necrose op. Het neurale weefsel verdwijnt en exencephalie wordt anencefalie.
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sannahcw. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.26. You're not tied to anything after your purchase.