Vijf grondmotorische eigenschappen:
1# Lenigheid : door lenigheid worden je spieren soepeler en kun je makkelijker
bewegen
2# Spierkracht : kracht van de spieren zorgt voor de basis van het bewegen en
voor handhaven van de houding
3# Uithoudingsvermogen: het vermogen om gedurende langere tijd arbeid te
verrichten ; het vermogen om weerstand te bieden tegen optredende
vermoeidheid. Door middel van duurlopen
4# Coördinatie: spierspanning leveren op het juiste moment , met je juiste
hoeveelheid kracht en de juiste snelheid en met verschillende spiergroepen
5# Snelheid: het vermogen van de spieren om op snelheid kracht te kunnen
leveren en hiermee snel te kunnen reageren. Door middel van snelheidstraining
(sprint training)
De trainingsvariabelen zijn : frequentie intensiteit duur omvang en dichtheid.
frequentie : aantal herhalingen in een sessie
intensiteit : de hardheid of zwaarte van een training (belangrijkste)
duur: hoe lang de prikkel duurt
omvang: duur maal frequentie
dichtheid: hoe dicht prikkels bij elkaar zitten ( arbeid-rustverhouding)
duurtraining: langdurig en zonder onderbreking verrichten van arbeid. Extensief
(laag tempo ) en intensieve duur (hoger tempo).
intervaltraining: relatief korte belastingen afgewisseld met relatief korte
herstelperioden. Hierdoor kun je de intensiteit van de trainingen verhogen.
3 fasen van motorisch leren:
cognitieve fase: de beginner heeft veel vragen
en is dus op cognitief niveau bezig. Hun
uitdaging is om een idee te krijgen van de
beweging. In deze stap praat de student over
wat ze moeten proberen en met welke strategie.
associatieve fase: Er wordt gewerkt aan het
verfijnen van de vaardigheid. Nu concentreren
de studenten zich op verbeteren van hun
beweging door effectievere patronen te leren.
zelfstandige fase: de student voert de
vaardigheid bijna automatisch uit, met weinig echte aandacht op de manier van uitvoeren
2 bewegingen
* discrete beweging = actie met een duidelijk begin en eindpunt
* seriële beweging = opeenvolging van discrete bewegingen
Als de patient een beweging maakt die niet helemaal correct is moet je hem
proberen te corrigeren
Je kunt dingen op 2 manieren aanleren:
* Impliciet leren = onbewust en onbedoeld leren, je weet niet wat je geleerd heb
(trail and error)
* Expliciet leren = bewust en bedoeld leren, je weet wat je geleerd hebt
Reflex = snelle onbewuste vaste reactie op een prikkel (beschermt je lichaam zonder
erover na te denken)
*Reflex: Sensorische zenuwcellen schakelcellen motorische
zenuwcellen
*Normaal: Sensorische zenuwcellen schakelcellen hersenen (primaire centrum
secundair centrum) schakelcellen motorische zenuwcellen
Een hersencentrum van een zintuig bestaat uit 2 delen die zorgen voor bewustwording en het
verwerken van info
* Primaire centrum: hier treed gewaarwording op
* Secundaire centrum: vergelijkt informatie uit primaire centrum met wat er in
je geheugen zit
Alle zenuwen vormen = zenuwstelsel
, Centrale zenuwstelsel
hersenen + ruggenmerg
(korte uitlopers)
Perifere zenuwstelsel de
rest = alles behalve hersenen
+ ruggenmerg (lange
uitlopers)
Feedback
*Intrinsieke feedback =
feedback vanuit het individu
zelf komt
* knowledge of
performence feedback over
de aard of kwaliteit van je
beweging
* knowledge of results
terminale feedback over het gevolg van je beweging
*Extrinsieke feedback = feedback dat van buiten af komt (iemand anders)
Invaltraining
Bij intervaltraining maak je gebruik van een afwisseling van intensief en
extensief. Bijvoorbeeld intensief maximale inspanning van 60 sec afwisselen met
2 minuten extensief een lage inspanning. Dit zal resulteren tot een verhoogde
VO2-max, toename van de mitochondriën en een verbeterde productie en
transport van lactaat. Dit zal ook je snelheid verbeteren. Daarnaast heeft zowel
positief effect op je cardiovasculair mechanisme als musculair mechanisme
Fartlek training
In eerste instantie is de Fartlek niet heel erg geschikt voor beginners. De fartlek is
een training waarbij ongestructureerde intervallen gebruikt worden. Deze
intervallen doe je op je eigen gevoel en dat vergt ervaring. Een schema is dus
niet nodig. Het resultaat van deze training is hetzelfde als voor de
intervaltraining: Namelijk een verhoogde VO2-max, toename van de
mitochondriën en een verbeterde productie en transport van lactaat. Uiteindelijk
zal je ook een betere reactie op je gevoel krijgen.
, 4 soorten verklaringswijzen voor effecten op massagetherapie
*Mechanische verklaringswijze
Verklaringswijze door het toepassen van manuele massage (petrissage, kneden van de
spier)
direct effect
*Biochemische verklaringswijze
Verklaringswijze door het onderzoeken van weefselvloeistoffen.(pH-waarden)
indirect effect
*Reflectoire verklaringswijze
Verklaringswijze door het onderzoeken van reguliere systemen. (hormoonproductie, klieren)
indirect effect
*Psychologische verklaringswijze
Verklaringswijze door het onderzoeken van affectiviteit(= geladen met gevoel, aanraking,
communicatie)
indirect effect
Beschrijf het verschil tussen een absolute en een relatieve contra-indicatie.
Bij een constatering van een absolute contra-indicatie bij een patiënt mag de
massage in geen geval doorgaan. Bij relatieve contra-indicaties zijn er alleen
complicaties waar serieus rekening mee gehouden moet worden.
#Mannen en vrouwen met fysieke problemen komen bij de fysiotherapeut
DTF, directe toegankelijkheid fysiotherapie (screening) (doen ze niet als ze via
huisarts/specialist)
Fysiotherapeut maakt een anamnese (vragengesprek waarin je een
onderzoek doet)
Analyse
hypothese
doelstelling
Rx (receptuur ..)
terugslagreportage naar de huisarts/specialist
patient blij
ICF-model
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller HogenEsch. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.