Een goede samenvatting die niet te lang is maar alleen de onderwerpen in voorkomen die op het tentamen worden gevraagd. alle modellen worden duidelijk beschreven met plaatjes en tekst. Voor het schooljaar 22/23
PRM3701 Assignment 6 (COMPLETE ANSWERS) Semester 2 2024 (705306) - DUE 1 October 2024
All for this textbook (3)
Written for
Hogeschool Windesheim (HW)
Commerciële Economie
Opstellen Interne Analyse
All documents for this subject (5)
Seller
Follow
jortdevries
Content preview
Samenvatting kennis toetst interne analyse
Hoofdstuk 1 Inleiding
Kunnen verschillende bedrijfsvormen/rechtsvormen van elkaar onderscheiden
Bedrijven (afhankelijk van klanten:
- Profit (winst) en non-profit (geen winst)
Andere bedrijven (niet afhankelijk van klanten:
- Kerk
Organisaties Zonder rechtspersoonlijkheid (de eenmanszaak, de maatschap, de vennootschap onder
firma (VOF) en de commanditaire vennootschap (CV))
Organisaties met rechtspersoonlijkheid (de besloten vennootschap (BV), de naamloze vennootschap
(NV), de vereniging, een deur coöperatie, de onderlinge waarborgmaatschappij, Europees naamloos
vennootschap (SE) en de stichting)
Een rechtspersoon is een organisatie die zelfstandig aan het rechtsverkeer deelneemt en als zodanig
eigen rechten en plichten heeft.
Fusie: Na samenvoeging ontstaat nieuwe organisatie
Overname: Overgenomen organisatieverdwijnt
Joint Venture: De samenwerkende organisaties blijven zelfstandig
,Een nv is een beursgenoteerde vennootschap. Dat wil zeggen dat haar aandelen op de beurs worden
verhandeld. Bij een bv zijn de aandelen meestal in handen van beperkte groep aandeelhouders die
hun aandelen slechts onder bepaalde voorwaarden kunnen verkopen. De nv heeft dus In het begin
meer mogelijkheden om vermogen aan te trekken en dat kan wenselijk zijn als grote investeringen
moeten worden gedaan.
Weten welke wetenschappelijke stromingen er zijn binnen het vakgebied
Het scientific management van Taylor
De algemene managementtheorieën van Fayol
De algemene managementtheorie van Weber
Het scientific management van Taylor (eind 19e eeuw tot 1935)
Het scientific management richt zich op de verbetering van de efficiëntie van bedrijfsactiviteiten. Er
werden prestatienormen opgesteld met behulp van werkmethodeonderzoek en tijdsduurstudies om
de arbeidsprestaties objectief te kunnen meten. Daaraan werden prestatiebeloningen gekoppeld om
de arbeidsproductiviteit te verhogen.
Fayol (general management) gaf aan dat de kernelementen van management in elke organisatie
aanwezig moesten zijn:
Vooruitzien en plannen prevoir
Organiseren orgenise
Bevelen (opdrachten geven) commander
Coördineren coordonner
Controleren controler
De rationele organisatie van Weber
Max Weber ontwikkelde het concept “bureaucratie”. Het gezag is niet gekoppeld aan de persoon,
maar aan de functie die men bekleedt in de organisatie. Alles draait om procedures, werkmethodes
en functies zijn van tevoren duidelijk vastgelegd.
Humanrelationsbenadering (1935 tot 1955) Hawthorne-experimenten
De human relations benadering legt de nadruk bij de aansturing van organisaties op het beïnvloeden
van het gedrag door in te spelen op de individuele behoefte van de medewerker en de
groepsdynamiek. Begrippen als organisatiecultuur, persoonlijke aandacht en -ontwikkeling staan
hierbij centraal.
, Revisionisme (1950)
Managementstroming die zich afzette tegen de te zeer doorgeschoten zakelijke bedrijfsvoering
(Scientific Management) en als reactie daarop de sociale kant (Human Relations) benadrukte, de
arbeidende mens zelf. Ze probeerden ze samen te stellen in een bedrijf.
Systeemtheorie (1955 heden)
De systeemtheorie betreft de samenhang tussen delen (processen) en de beheersing daarvan in een
groter verband.
Contingentiebenadering (situationeel leiderschap)
Het uitgangspunt van de contingentiebenadering is dat de beste manier om te organiseren afhangt
van de situatie waarin de organisatie zich bevindt. De belangrijkste uitdaging die de
contingentietheorie stelt aan het management, is het goed kunnen doorgronden van de omgeving of
de situatie van de organisatie, omdat de organisatie zich hierop moet richten
5 krachtenmodel van Porter (markt en concurrenten)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jortdevries. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.30. You're not tied to anything after your purchase.