Samenvatting met alle figuren en grafieken van de slides & handboek over hoofdstuk 1 tot en met hoofdstuk 8 van de slides, legt grondig alle verbanden etc tussen de figuren en de theorie uit. (Hoofdstuk 9 eerste deel zit er nog bij maar hoofdstuk 9 2e deel en hoofdstuk 10 niet meer)
1. Handelstheorie – Deel 1: De
traditionele bouwstenen
1.1. Ricardiaans handelsmodel
Landen en sectoren & relatieve termen
Verschillen in productiviteit en comparatieve voordelen zijn de oorzaak van handel
2 landen & 2 goederen met arbeid als enige productiefactor
In termen van opportuniteitskosten
Mits een geschikte ruilvoetverhouding winnen beide landen van complete specialisatie in
combinatie met vrijhandel
Relatieve prijs en aanbodcurve om de relatieve prijs na handel te bepalen (p.59)
Situatie 1: Volledige specialisatie van beide landen (H in C, F in W)
Situatie 2: H produceert zowel C als W en F specialiseert in W
Welvaartsimplicaties van het Ricardiaans Handelsmodel:
o Winst voor iedereen:
Efficiëntiewinst (keuze tussen zelf produceren of importeren)
Pc a LC
Handel interessant als >
P w a LW
Toename in consumptiekeuzes
o Wijziging van de ruilvoet (=prijs exportgoed / prijs importgoed)
o Zelfs op individueel vlak wordt niemand slechter van vrijhandel
1
, Misopvattingen omtrent internationale handel:
o “Vrijhandel is enkel voordelig indien het land sterk genoeg is om hoofd te bieden aan
internationale concurrentie”
Absolute voordelen comparatieve voordelen
Absoluut voordeel noch een noodzakelijke, noch een voldoende voorwaarde
o “Buitenlandse concurrentiekracht op basis van lage lonen is oneerlijk en treft andere
landen”
Maakt niet uit of buitenlandse concurrentiekracht het gevolg is van hogere
productiviteit of lagere lonen
Enige dat telt: Goedkoper voor binnenland om zich te specialiseren + productie te
verhandelen met buitenland i.p.v. zelf beide goederen te produceren
o “Handel buit een land uit indien de lonen in het land lager liggen dan in andere landen”
Sociale ongelijkheid is geen gevolg van handel
Belang van Ricardiaans handelsmodel:
o Alle landen kunnen handel drijven
o Specialisatie is essentieel
o Verschillen in productiviteit zijn een cruciale determinant van internationale
handelspatronen
1.2. Heckscher-Ohin-Samuelson Handelsmodel
Landen en sectoren & relatieve termen
Verschillen in beschikbare productiefactoren zijn de oorzaak van handel
2 productiefactoren: L (arbeid) en K (kapitaal)
o L = totale arbeidsaanbod, w = loon; K = totale kapitaalaanbod, r = interest
o Arbeidsintensieve sectoren versus kapitaalintensieve sectoren
2
, Alternatieve combinaties van K en L leiden tot hetzelfde outputniveau
Door deze 2 samen te leggen, zien we een link tussen de prijzen van de goederen en de ratio van
werk en kapitaal gebruikt in de productie van elk goed (p121-123)
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller HIRb2. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.