Een goede samenvatting die niet te lang is maar alleen de onderwerpen in voorkomen die op het tentamen worden gevraagd. alle wetten en onderwerpen worden duidelijk beschreven met plaatjes en tekst. Voor het schooljaar 22/23
H1 en H9 De student kent de verschillende basisonderscheidingen binnen het Nederlands Recht.
Indeling van geschreven recht: Rechtsregels bestaan uit privaatrechten en publieksrecht
Privaatrecht: Recht dat geldt tussen burgers onderling
Publiekrecht (staatsrecht): Recht dat betrekking heeft op de regels die van kracht zijn tussen de
overheid n de burger
Wet in formele zin: Tot stand gekomen door regering en Staten-Generaal gezamenlijk (procesrecht.
Het formele recht heeft betrekking op het recht van procederen)
Wet in materiële zin: Ieder wetgevend besluit dat bestemd is voor een onbepaald aantal en dus niet
bij name genoemde personen (betrekking op wat men mag en niet mag welke rechten en welke
verplichtingen men heeft)
Rangorde wetten: wederkerige overeenkomst: ls
Hoog boven laag een overeenkomst waarbij over en weer
Bijzonder boven algemeen verplichtingen worden aangegaan, als
Jong boven oud tegenprestatie voor de verbintenis van
de andere partij. In de praktijk wordt ook
Jurisprudentie wel gesproken van “contracten”
Jurisprudentie betekent rechtspraak. Beslissingen afkomstig van een rechter of rechtscollege.
Rechterlijke beslissingen van rechtbanken worden vonnissen genoemd.
Rechterlijke uitspraken van gerechtshoven en de Hoge Raad worden arresten genoemd.
Dwingend recht: Zijn bepalingen waarvan niet mag worden afgeweken (strafrecht)
Regelend recht/aanvullend: Zijn bepalingen waarvan wél mag worden afgeweken
Objectief recht: Positief recht: het recht dat uit de geldende rechtsbronnen werd, verdrag,
jurisprudentie en gewoonte voortvloeit.
Subjectief recht: Recht dat individuen in concreto bezitten, omdat het objectieve recht dit met
zoveel woorden verklaard
, De student kent in hoofdlijnen de beginselen van het verbintenissenrecht. Literatuur: H2 & H3
Overeenkomst: Een afspraak tussen twee of meer (rechts)personen die juridisch relevant is.
Schept rechten en plichten: verbintenissen.
Wilsontbreken ( = wilsdefect): Wil- en vertrouwensleer, Regeling voor geestelijke stoornis
Wilsgebrek: Dwaling, Bedrog, bedreiging en misbruik van omstandigheden: art. 3:44 BW
Overeenkomst in strijd wet, goede zeden, openbare orde
Handelingsonbekwaam: zie figuur 2.4 op p. 63
obligatoire overeenkomst: Afspraak tussen twee of meer personen waaruit een of meer
verbintenissen (rechten en plichten) voortkomen
Feitelijk handeling: handeling waarbij een bepaald rechtsgevolg intreedt, geheel los van de vraag of
dit rechtsgevolg ook gewild is. Prototype is de onrechtmatige daad
Rechtshandeling: Rechtsfeit met een rechtsgevolg dat beoogd is prototype voor de meerzijdige
rechtshandeling is. De (obligatoire) gaat ware overeenkomst voor de eenzijdige rechtshandeling het
testament
Bloot rechtsfeit: feit waaruit rechtsgevolgen voorkomen Zonder dat de betrokkene in staat is daarop
wezenlijk invloed uit te oefenen. Voorbeelden: geboorte, overlijden, bereiken van de 18e en 65e
levend jaar.
Geen rechtsfeit: juridisch relevant feit, Omdat er een rechtsregel valt aan te wijzen die een bepaalde
rechtsgevolg verbindt aan het betreffende feit. wils- en vertrouwensleer: Ook al is er
geen wilsovereenstemming tussen
partijen, toch kan een overeenkomst
De inhoud van een overeenkomst wordt door vier factoren bepaald: tot stand komen, wanneer de
1. Wat partijen zijn overeengekomen wederpartij er in redelijkheid van
2. De inhoud van de wet mocht uitgaan dat de verklaring van
3. De gewoonte de andere partij klopte met wat hij
4. De redelijkheid en billijkheid (beperkende en aanvullende werking) wild
Tekortkoming in de nakoming: wanprestatie. Definitie koop: art. 7:1 BW De een geeft
Rechten /mogelijke vorderingen voor de benadeelde partij? een zaak geven; De ander betaalt een prijs
• Nakoming
in geld.
• Ontbinding
• Vervangende schadevergoeding Consumentenkoop: art. 7:5, lid 1, BW
• Aanvullende schadevergoeding Koper: handelt niet in uitoefening beroep
• Vertragingsschade of bedrijf, verkoper wel
• gevolgschade
Een combinatie Verplichtingen verkoper:-Zaak in eigendom
overdragen en afleveren - Afgeleverde zaak
Adequatielee: Alleen de schade die redelijkerwijs was te moet aan overeenkomst beantwoorden
voorzien door de dader komt voor vergoeding in aanmerking (conformiteit)
meerzijdige rechtshandeling: Dat is een rechtshandeling Verplichtingen koper: Koopprijs betalen
Algemene voorwaarden
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jortdevries. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.20. You're not tied to anything after your purchase.