,Hoorcollege 10 – Experimenteel
onderzoek I
Waarom causale verbanden?
Wetenschappers zijn geïnteresseerd in causale verbanden omdat ze graag willen begrijpen hoe de
(sociale) werkelijkheid in elkaar zit, daarnaast willen ze die werkelijkheid kunnen beïnvloeden.
Voorwaarden causaliteit
Er zijn drie voorwaarden voor causaliteit:
1. Covariance betekent dat er een relatie moet zijn tussen oorzaak en gevolg.
2. Temporal precedence houdt in dat de oorzaak in de tijd vooraf moet gaan aan het gevolg.
3. Internal validity houdt in dat alternatieve verklaringen voor de gevonden relatie moeten zijn
uitgesloten.
Experiment
De beste manier om te kunnen voldoen aan de drie voorwaarden van causaliteit is middels een
gerandomiseerd experiment. Een gerandomiseerd experiment wordt gekenmerkt door drie
eigenschappen:
1. Er is sprake van een onderzoeksopzet waarbij door randomisatie de groepen hetzelfde
worden verondersteld.
2. Er is sprake van een onderzoeksopzet waarbij de onderzoeker één variabele manipuleert
(varieert).
3. Er is sprake van een onderzoeksopzet waarbij de onderzoeker het effect daarvan op een
andere variabele meet.
Eigenschap 1: Covariantie
In deze stap vindt operationalisatie plaats.
- De onafankelijke variabele is de gemanipuleerde variabele.
- De afhankelijke varaibele is de gemeten variabele of de uitkomst variabele.
Vervolgens wordt er gekeken of er een samenhang is tussen de twee groepen. Dit gebeurt door een
verschil te zoeken tussen de resultaten van de twee verschillende groepen.
Eigenschap 2: Temporal precedence
In een experiment kan de onderzoeker er voor zorgen dat oorzaak vooraf gaat aan het gevolg.
Eigenschap 3: Interne validiteit
Is het wel de gemanipuleerde variabele die het verschil tussen de groepen verklaart of is er een
alternatieve verklaring? Er zijn twee bedreigingen van interne validiteit (confouding):
1. Design confounds zijn dingen die bij het design van het onderzoek niet helemaal goed zijn
gegaan. De vraag die hierbij gesteld word is: Was de gemanipuleerde variabele wel het enige
verschil in de behandeling van de twee groepen?
2. Het selectie effect treedt op wanneer de voorkennis van de twee groepen niet gelijk zijn aan
elkaar. De vraag die hierbij gesteld wordt is: Waren de twee groepen wel vergelijkbaar bij
aanvang van het experiment?
Een mogelijke alternatieve verklaring is een design confound. Hierbij wordt er vervolgens bekeken of
de resultaten willekeurig of systematisch verschillen tussen de groepen.
Een andere mogelijke alternatieve verklaring is selectie. Hierbij wordt er gecontroleerd of de twee
groepen wel vergelijkbaar waren bij aanvang van het experiment. Dit kan onderzocht worden met
2
, betrekking tot de afhankelijke variabele of met betrekking tot andere onafhankelijke variabelen
(zowel gemeten als ongemeten). De belangrijkste vraag die bij dit onderdeel van interne validiteit
wordt gesteld is: Hoe werden de groepen ingedeeld?
Toewijzing aan groepen
De onderzoeker moet zich afvragen hoe de groepen werden ingedeeld. Er moet sprake zijn van
willekeurige (random) toewijzing. Er kunnen drie vragen gesteld worden om erachter te komen of de
groepen willekeurig zijn toegewezen:
1. Was er sprake van natuurlijke indeling of van eigen keuze van de deelnemers?
2. Zijn de groepen ingedeeld op grond van bepaalde persoonskenmerken?
3. Zijn de groepen op basis van willekeur toegewezen?
Doel van willekeurige toewijzing (randomisatie)
Willekeurige toewijzing is ervoor om te zorgen dat de gemiddelde scores en spreiding in scores op
alle variabelen, zowel gemeten als ongemeten, bij aanvang vergelijkbaar zijn tussen de groepen.
Uitvoering van willekeurige toewijzing
Soms is randomisatie onder de deelnemers niet mogelijk, omdat het ethisch niet verantwoord is of
omdat het praktisch onhaalbaar is.
Soms is willekeurige toewijzing wel mogelijk, maar gaat het mis. De deelnemers in de experimentele
groep vertellen bijvoorbeeld de deelnemers in de controle groep over de deelname. Dit heet
contaminatie. Dit kan de interne validiteit van het onderzoek bedreigen. Het kan ook voorkomen dat
de deelnemers zich niet houden aan de behandeling. Tot slot kan er beïnvloeding optreden door de
onderzoeker zelf.
Onderzoeksvraag
Een onderzoeksvraag van een experimenteel onderzoek kun je herkennen aan de volgende
elementen: PICO:
- De P staat voor de populatie. De populatie is de groep mensen die de onderzoeker wil
onderzoeken.
- De I staat voor de intervention. De intervention is de experimentele conditie, oftewel wat
gaan we anders doen?
- De C staat voor comparison. De comparison is de controlegroep.
- De O staat voor outcome. De outcome is de afhankelijke of de uitkomst variable.
De intervention en de comparison zorgen samen voor de gemanipuleerde variabele. De outcome is
de gemete variabele.
Onderzoeksontwerp
Bij het onderzoeksontwerp kiest de onderzoeker bij wie en hoe de data verzameld wordt. Vervolgens
begint de onderzoeker met het trekken van een steekproef van participanten. Bij voorkeur begint de
onderzoeker met een aselecte steekproef. Het trekken van een aselecte steekproef geeft een hogere
externe validiteit.
Vervolgens houdt de onderzoeker zich bezig met hoe de data verzameld wordt. De aselecte
steekproef wordt vervolgens omgezet in een gerandomiseerd experiment. Door het randomiseren
kan de onderzoeker er vanuit gaan dat de groepen bij aanvang van het experiment gelijkwaardig zijn.
Dit heeft invloed op de interne validiteit.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller GewoonMay. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.28. You're not tied to anything after your purchase.