Samenvatting Biologie voor Jou - 4 VWO - Antwoorden Thema 1 - Indeling in de Biologie
11 views 0 purchase
Course
Biologie
Level
VWO / Gymnasium
Book
Biologie voor jou MAX 4 vwo 2019 lob A
Officiële antwoorden van Biologie voor Jou, thema 1 (Indeling in de Biologie), verwerkt in een Word-document!
(Bevat alle basisstoffen met de bijbehorende opdrachten).
Thema 1 - Indeling in de biologie
Basisstof 1 – Wat is biologie?
Opdracht 1
Leg uit waarom bij een soort sprake is van een levenscyclus, terwijl bij een individu sprake
is van een levensloop.
Bij een soort is sprake van een levenscyclus omdat alle organismen van een soort dezelfde
fasen of stadia van groei en ontwikkeling doorlopen. De individuen sterven, maar de soort
blijft voortbestaan. Wanneer één individu van een soort de verschillende fasen van de
levenscyclus doorloopt, spreek je van een levensloop.
Opdracht 2-1
A. Tijdens welke levensfase van de dagpauwoog neemt het lichaamsgewicht het meest
toe?
Fase 2
B. Welke verandering in bouw ondergaat een dagpauwoog tijdens fase 3 van zijn
levensloop?
Tijdens fase 3 krijgt een dagpauwoog vleugels.
Opdracht 2-2
C. Leg uit dat de dagpauwoog na fase 3 anders gaat functioneren.
Een dagpauwoog kan door de vleugels vliegen.
Opdracht 3
Beschrijf voor drie soorten wetenschappers die onderzoek doen op een overgangsgebied
tussen biologie en een andere (natuur)wetenschap, met welke belangrijke vraagstukken ze
zich bezighouden. Gebruik hierbij internet.
Voorbeeld van een antwoord:
Een paleontoloog bestudeert het leven en de ontwikkeling van het leven in het verleden. Hij
verzamelt daarvoor versteende restanten van levende wezens die vroeger op aarde of in de
zee voorkwamen. Een paleontoloog probeert erachter te komen waar deze versteende
restanten vanaf stammen. Ook bestudeert hij of de versteende restanten overeenkomsten
hebben met levende wezens van nu.
Andere antwoorden zijn ter beoordeling aan jezelf en aan je docent.
Opdracht 4
Na welk lager organisatieniveau kan het begrip ‘soort’ worden geplaatst?
Populatie
Opdracht 5
Op welk organisatieniveau speelt dit milieuprobleem zich af? Leg je antwoord uit.
Op niveau 6 & 7: op de aarde.
Opdracht 6
A. Op welk organisatieniveau in de afbeelding ontstaat de emergente eigenschap ‘kunnen
vliegen’?
Organisme
,B. Op welk organisatieniveau ontstaat het levensverschijnsel 'voortplanten' als emergente
eigenschap?
Populatie
Opdracht 7-1
A. Tijdens welke levensfase van de oorkwal neemt het lichaamsgewicht het meest toe?
De fase van ephyra naar volwassen kwal.
Opdracht 7-2
B. Noem de ontwikkelingen van een oorkwal tijdens zijn levensloop en beschrijf hoe de
oorkwal hierdoor anders gaat functioneren.
Een oorkwal maakt de volgende ontwikkelingen:
- Hij verandert van een larve in een poliep. Een larve kan vrij rondzwemmen. Een
poliep is vastgehecht aan de bodem.
- Hij verandert van een schijf aan een poliep in een vrij zwemmende kwal. Een poliep is
vastgehecht aan de bodem. Een kwal kan vrij rondzwemmen.
Opdracht 8
Beschrijf op welke manieren de kennis over strobilatie nuttig kan zijn voor mensen.
De kennis over het proces van strobilatie kan worden ingezet om ongewenste kwallenbloei
te voorkomen. Dat kan problemen bij kernreactoren en problemen voor vissers voorkomen.
Opdracht 9
A. Leg uit dat de overlevingskansen van oorkwallen toenemen als strobilatie in het
voorjaar plaatsvindt.
In het voorjaar is er voldoende voedsel voor de jonge vrijzwemmende kwallen waardoor ze
meer kans hebben om te overleven en te groeien.
B. Op welk moment kunnen ze deze eiwitten gebruiken om kwallenbloei te voorkomen?
Ze kunnen deze eiwitten aan het begin van de winter gebruiken. De jonge kwallen (ephyra)
hebben dan niets te eten en zullen daardoor doodgaan. Er treedt dan geen kwallenbloei op.
Basisstof 2 - Organen, weefsels en cellen
Opdracht 10
A. Welke organen in de afbeelding horen bij het verteringsstelsel?
Dikke darm, dunne darm, lever & maag.
B. Tot welk orgaanstelsel behoort het hart? Vul het juiste orgaanstelsel in.
Bloedvatenstelsel
Opdracht 11-1
Sleep de naam van het orgaan achter het juiste nummer.
1 = Borstwervel
2 = Rib
3 = Long
4 = Hart
5 = Borstbeen
, 6 = Galblaas
7 = Lever
8 = Nier
9 = Aorta
10 = Maag
Opdracht 11-2
Tot welk orgaanstelsel behoren de nummers 1 en 2?
Skelet
Opdracht 12-1
A. Leg uit dat dat te maken heeft met de functie van het beenweefsel.
Beenweefsel geeft je lichaam stevigheid. Daarom moet beenweefsel hard zijn.
B. Is de tussencelstof van kraakbeenweefsel hard of zacht? Leg je antwoord uit.
De tussencelstof van kraakbeenweefsel is zacht zodat het kraakbeen enigszins kan
vervormen. Kraakbeenweefsel komt voor op plaatsen waar vervormingen plaats kunnen
vinden.
Opdracht 12-2
C. Tot welk type weefsel hoort de buitenste laag van beenvlies? Leg je antwoord uit.
De buitenste laag van het beenvlies behoort tot de bindweefsels. Bindweefsel verbindt de
pezen met het been.
Opdracht 12-3
D. Kraakbeen is weefsel dat moeilijk herstelt als het is beschadigd. Leg uit hoe dat komt.
Kraakbeen herstelt slecht doordat het geen bloedvaten bevat.
Opdracht 13-1
A. Sleep de organen en weefsels naar het juiste orgaanstelsel.
Orgaanstelsel Orgaan Weefsel
Ademhalingsstelsel Longen .
Beenderstelsel . Bot, pezen, kraakbeen
Bloedvatenstelsel Hart Hartkleppen, bloedvaten
Uitscheidingsstelsel Nieren .
Verteringsstelsel Lever, dunne darm, .
alvleesklier
Zintuigstelsel . Hoornvliezen
Opdracht 13-2
B. Vul het juiste woord in.
Spieren
Opdracht 13-3
C. Welke functies heeft dit orgaanstelsel? Noem er drie.
Dit orgaanstelsel beschermt:
Dieper gelegen weefsels en organen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller annelieke22. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.30. You're not tied to anything after your purchase.