Welke overheidsorganen/instanties kunnen heffingen opleggen?
Answer: Het Rijk, een provincie, een gemeente en de waterschappen.
2.
Wie zijn er belastingplichtig in de zin van de Wet op de inkomstenbelasting?
Answer: Iedere natuurlijke persoon/Iedereen.
3.
Licht toe wat het verschil is tussen het belastingsubject en het belastingobject.
Answer: Belastingsubject: De persoon van wie belasting wordt geheven.
Belastingobject: Hetgeen zelf waar belasting over wordt geheven.
4.
Wat is het verband tussen de loonbelasting en de inkomstenbelasting?
Answer: Loonheffing is een voorheffing op de inkomstenbelasting.
5.
Licht toe waar box 1, box 2 en box 3 voor staan.
Answer: Box 1: Inkomen uit werk & woning.
Box 2: Inkomen uit aanmerkelijk belang.
Box 3: Inkomen uit sparen & beleggen.
Content preview
Toetstermen belastingrecht ‘22
1.1 De kandidaat benoemt welk overheidsorgaan of overheidsinstantie een gegeven belasting
of heffing kan opleggen.
Een manier om onderscheid aan te brengen in de verschillende belastingen, is om te kijken
naar welk overheidsorgaan de belasting heft.
- Het Rijk (centrale overheid): Rijksbelastingen bijv. loon – en inkomstenbelasting,
omzetbelasting en vennootschapsbelasting.
- Provincie: Provinciale belastingen bijv. opcenten door de houder van een
motorrijtuig.
- Gemeente: Gemeentelijke belastingen bijv. OZB, toeristenbelasting,
hondenbelasting, rioolheffing, precariobelasting etc.
- Waterschappen: Waterschapsbelasting.
1.2 De kandidaat benoemt wie belastingplichtig is in de zin van de Wet op de
inkomstenbelasting.
In beginsel kan iedere natuurlijke persoon belastingplichtig zijn voor de inkomstenbelasting.
Denk aan:
- Nederlanders en buitenlanders;
- Gehuwden en ongehuwden;
- Vrouwen en mannen;
- Ingezetenen en niet-ingezetenen.
Er zijn volgens de Wet IB (Inkomstenbelasting) 2001 twee categorieën belastingplichtigen:
- Natuurlijke personen die in Nederland wonen binnenlands belastingplichtigen.
- Natuurlijke personen die niet in Nederland wonen, maar wel van een binnenlands
inkomen genieten buitenlands belastingplichtigen.
1.3 De kandidaat motiveert voor een situatie of iemand inkomstenbelasting is verschuldigd.
De inkomstenbelasting heeft betrekking op het totale vermogen (spaargeld, inkomen uit werk
& woning, aandeelhouderschap).
De persoon van wie belasting wordt geheven, wordt het belastingsubject genoemd. Hetgeen
zelf waar belasting over wordt geheven, is het belastingobject.
1.4 De kandidaat berekent voor een situatie en eventueel een gegeven heffingskorting hoeveel
inkomstenbelasting iemand verschuldigd is in een bepaalde box.
Box 1: Inkomen uit werk & woning (’22)
- Winst uit onderneming;
- Loon, uitkering of pensioen;
, - Fooien en andere inkomsten;
- Buitenlandse inkomsten;
- Inkomsten als freelancer, gastouder, artiest of beroepssporter;
- Periodieke uitkeringen (lijfrente, alimentatie enz.);
- Inkomsten uit eigen woning (eigenwoningforfait).
Box 2: Inkomen uit aanmerkelijk belang (2022) PROPORTIONEEL
- Inkomen van aandeelhouders in een vennootschap of coöperatie.
- Sprake van belang van minstens 5%.
- Aandelen, opties op aandelen, winstbewijzen of stemrechten.
- Belasting tegen een tarief 26,9%.
Box 3: Inkomen uit sparen en beleggen (2022) PROPORTIONEEL
- ‘Vermogensrendementheffing’
- Onroerende zaken (m.u.v. eigen hoofdverblijf).
- Beleggingen;
- Spaartegoeden;
- Lijfrente- en kapitaalverzekeringen die niet in box 1 vallen. Minus schulden en minus
het heffingsvrije vermogen van €50.649,- p.p.
- Iedereen die in 2022 een vermogen (minus schulden) heeft van de €50.650,- of meer,
betaalt 31% aan belasting.
Factoren die de te betalen belasting verlagen:
- Algemene heffingskorting;
- Arbeidskorting;
- Inkomensafhankelijke combinatiekorting;
- Heffingskorting voor AOW’ers;
- Jonggehandicaptenkorting (WAJONG);
- Algemene ouderenkorting.
1.5 De kandidaat legt uit wat het verband is tussen de loon- en de inkomstenbelasting.
Loonheffing is een voorheffing op de inkomstenbelasting. Loonbelasting wordt geheven door
de werkgever. Inkomstenbelasting betaal je over het gehele inkomen, bij belastingaangifte
kun je geld terugkrijgen als je te veel hebt betaald.
1.6 De kandidaat berekent voor een situatie en met een tabel het eigenwoningforfait.
Het eigenwoningforfait is een bepaald percentage van de WOZ-waarde van je eigen
woning/hoofdverblijf inkomsten uit eigen woning.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sarahreijans96. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.59. You're not tied to anything after your purchase.