1.1 Cellen
Het celmembraan laat selectief stoffen door: het is semipermeabel. Dat betekent dat
het sommige stoffen wel doorlaat en andere stoffen niet. Het celmembraan laat
bijvoorbeeld voedingsstoffen, zuurstof en afvalstoffen door.
Het cytoplasma bestaat voor 75% uit water. Voedingsstoffen, zoals eiwitten, koolhydraten,
mineralen en vetstoffen (lipoïden) zorgen voor de andere 25%. Als je ouder wordt word
Verandert het cytoplasma van solvorm (vloeibaar) in een wat stroperiger
(geleivorm)waardoor de celdeling langzamer gaat
De stoffen in het cytoplasma zijn belangrijk voor de celstofwisseling en de
energievoorziening in ons lichaam. Naast het cytoplasma zitten er nog meer onderdelen
van de cel in het cellichaam, die een speciale functie hebben:
de organellen.
Voorbeelden van organellen zijn mitochondriën, ribosomen
en vacuolen. Ook de celkern is een organel.
Organellen hebben hun eigen taak in een cel. Zo zijn
mitochondriën belangrijk voor de energievoorziening in het
lichaam, zorgen de ribosomen voor de opbouw van eiwitten
en slaan de vacuolen vocht op.
Kyra Groen sv4v0b
, 3
De functies van de cel worden ook wel levensverrichtingen genoemd. Je kunt de
levensverrichtingen verdelen in animale levensverrichtingen en vegetatieve
levensverrichtingen. De animale levensverrichtingen zorgen ervoor dat de cel kan reageren
op veranderingen van de omgeving. Vegetatieve levensverrichtingen zorgen ervoor dat de
cel of het soort cellen kan voortbestaan. Animale levensverrichtingen zijn het kunnen
reageren op mechanische en chemische prikkels zoals hormonen, warmte, kou, licht en
druk. Animale levensverrichtingen zorgen er ook voor dat het cellichaam en onderdelen
hiervan kunnen veranderen van vorm en plaats. Vegetatieve levensverrichtingen zijn groei,
stofwisseling en voortplanting. Zij zorgen ervoor dat de cel kan voortbestaan of zich kan
voortplanten.
Vegetatieve levensverrichtingen
• groei
• stofwisseling
• voortplanting
Animale levensverrichtingen
• beweging
• reageren op warmte
• reageren op druk
• reageren op licht
• reageren op hormonen
Bij de mens komt alleen indirecte celdeling voor. Directe celdeling komt alleen bij
eencellige organismen voor.
Bij directe celdeling delen het cellichaam en de celkern zich tegelijkertijd. De cel splitst
zich helemaal in tweeën en zo ontstaat er een nieuwe cel. Dit gebeurt bij eencellige
organismen, zoals bacteriën.
Bij indirecte celdeling deelt de celkern zich eerst. Het cellichaam deelt zich daarna pas.
Indirecte celdeling kan op twee manieren: door mitose en door meiose.
Bij mitose ontstaat een exacte kopie van de oorspronkelijke cel. Na de celdeling zijn er
twee cellen met exact dezelfde eigenschappen. Bij meiose ontstaan vier cellen met
verschillende eigenschappen.
De celdeling start als de chromosomenparen zich verdubbelen. Vervolgens verdwijnt het
kernmembraan. De chromatiden worden uit elkaar getrokken, waardoor twee groepjes
ontstaan. Rond de groepjes snoert het cytoplasma zich in en er ontstaat een
kernmembraan rond de groepjes.
Kyra Groen sv4v0b
, 4
Meiose en mitose lijken veel op elkaar, maar bij meiose ontstaan cellen met
verschillende eigenschappen. Dat komt omdat bij meiose het aantal chromosomen in de
cel gehalveerd wordt. Meiose wordt daarom ook wel reductiedeling genoemd. Alleen de
geslachtscellen delen zich door meiose.
Voor de celdeling verdubbelen de 23 chromosomenparen zich eerst. Tijdens de eerste
fase van meiose worden de paren gesplitst. Per paar komt er één chromatide in de
nieuwe cel terecht. Tijdens de tweede fase worden de chromatiden gesplitst. Daardoor
zijn er na meiose vier cellen met elk 23 chromosomen.
1.2 Epitheel- Weefsel
Tussen cellen zitten vezels en water. Epitheelweefsel (opperhuid) : weinig cel tussenstof
Cel tussenstof is een stofje dat tussen de cellen zit. Bijvoorbeeld water , kalk, lijnstof,
vezels
Eenlagig epitheel bestaat uit 1 laag cellen → endotheel → voor het opnemen en
afnemen van stoffen
4 groepen vezels:
Epitheelweefsels
Steunweefsel
Kyra Groen sv4v0b
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kyracarmengroen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.58. You're not tied to anything after your purchase.