Dit zijn aantekeningen van alle colleges van het vak: Voorbij de Dreiging. Tentamencijfer: 9.
1. Inleiding migratiegeschiedenis
2. Slavernij en migratie
3. Transportrevolutie
4. Vroegmoderne Joodse migratie
5. Criminaliteit en migratie in de 19de eeuwse stad
6. Migratiebeleid
7. Molukse m...
College 1: inleiding migratiegeschiedenis
Mensen uit de kolonies komen studeren in Nederland (Leiden), vooral bestuurskunde, en leren over ideeën van
gelijkheid etc. en nemen die kennis mee naar Nederlands-Indië: de weg naar onafhankelijkheid.
Migratie
Men heeft al snel de associatie met economische migratie. Echter noemen we zowel gedwongen als vrijwillige
migratie, migranten.
Kwestie met slavernij: noemen we hen migranten? Het kan voelen alsof dit de lading niet dekt.
Wanneer spreken we over permanente migratie?
Migratie wordt permanent zodra je zelf niet meer de intentie hebt om terug te gaan.
Als we dit in jaren moeten uitdrukken, moet je denken aan 1 à 5 jaar. Dit verschilt echter per land in Europa.
Dit neemt ook meteen een p robleem met zich mee: statistieken kloppen niet.
Wat is migratie?
Als je een grens overgaat.
Probleem (vroegmoderne tijd): staatsgrenzen zijn niet van belang, er was veel migratie tussen steden.
Migratie omvat zowel immigratie als emigratie.
Toch is er veel meer interesse in immigratie. Waarom?
Eventuele problematiek en economische gevolgen zijn vooral van toepassing bij immigratie.
Immigratie
1. Vluchtelingen
2. Arbeid
3. Gezin
4. Postkoloniale terugkeer
Er wordt star aan dit onderscheidt gehouden in verband met wetgeving. Aan elke categorie zit wetgeving verbonden.
Mensen proberen altijd heel erg te benadrukken dat migratie van alle tijden is. Nogal cliché.
Er wordt altijd gesproken in termen van: voordeel, nadeel, winst of verlies.
Democratisch ongeduld: het duurt simpelweg even voordat nieuwkomers zijn geïntegreerd.
Dit is geen populaire opvatting want hier kan je geen beleid van maken.
Wie er migreert, waarom, hoe anderen (inclusief organisaties en overheden) daarop reageren, wat het doet met
samenlevingen waarin ze zich vestigen, de mensen die ze achterlaten, de landen waar ze tijdelijk verblijven.
Biases
Er is meer aandacht voor wie niet assimileert dan wel
College aantekeningen Voorbij de Dreiging 1
, Vergelijkend perspectief is belangrijker
Veranderingen in de migratie leiden to veranderingen in onderzoek
Migranten hebben zelden een stem: heel veel literatuur gaat over migranten, maar niet door migranten.
West niet de rest (het Westen is oververtegenwoordigd), Immigranten (niet emigranten), mannen (geen vrouwen),
spektakel (migratie met een bootje i.p.v. het vliegtuig).
Weinig aandacht voor slavernij, pelgrimage, handel en adoptie.
Hoe noemen we hen?
Eerst werden migranten vreemdelingen genoemd.
In 1971 werd de term allochtoon geïntroduceerd.
Samentrekking van het Griekse woord allos (vreemd/anders) en chtonos (land).
De term tweede/derde generatie is problematisch: zij zijn namelijk nooit gemigreerd.
Superdiversity
Superdiversity:
Samenlevingen nu veel meer divers dan in het verleden. Meer migratiebewegingen, meer landen van herkomst,
verschillende arbeidsmarkt ervaringen, meer verschillen tussen migranten.
Het idee dat wat wij nu meemaken uniek is.
Enthousiast overgenomen door beleidsmakers, maar historici zijn tegen deze term.
Term slaat aan: mensen neigen ernaar om situaties uniek te maken. Waarom?
Zodat het nieuws is. Zodat er makkelijk beleid aan gehangen kan worden, geld werven.
Percentage immigranten in Nederland: er is wel een forse stijging
zichtbaar ten opzichte van 1900 máár het percentage verschilt niet
zoveel vergeleken 1650
244 miljoen mensen wonen buiten hun geboorteland, 3% van de
mensheid, aandeel van mensen buiten geboorteland is hetzelfde
gebleven
Intersectionaliteit
Intersectionaliteit: categorieën van macht en identiteit: klasse, etniciteit, gender, religie, leeftijd, seksualiteit,
beperking
Moeten bestudeerd worden op het punt waar ze elkaar doorsnijden en versterken.
Begrip Crenshaw jaren 1990, zeven vinkjes Joris Luyendijk
College aantekeningen Voorbij de Dreiging 2
, Integratie
Volledig en gelijkwaardig participatie in samenleving
Dezelfde kansen, verbonden voelen
Verdwijnen van de (vermeende) verschillen tussen migranten en niet-migranten
Situationeel: antwoord verschilt, afhankelijk van de situatie.
Fluïde en dynamisch
Relationeel
Interactief
Wie houdt de mythe van een collectieve band in stand en met welk doel? Gaat om macht, economisch, politiek en
relationeel.
Wederkerigheidsprincipe: als wij aardig zijn tegen jullie, doen jullie aardig tegen jullie. Dit principe is nu uit balans.
Westfaalse statensysteem 1648
Vrede van Westfalen: territoriale soevereiniteit en non-interventie.
Verschil in Godsdienst niet meer casus belli: Duitse godsdienstoorlogen 30% bevolking dood.
Cuius regio, eius religio, Vrede van Augsburg 1555: Recht om te emigreren
Ontmenging van mensen (om te voorkomen dat er nog ooit een oorlog komt, werkt dus eigenlijk averechts).
Nederland is daar een uitzondering op…
Vluchtelingen
Nederland heeft wel een dominant geloof, maar geen staatsgeloof.
Nederland wil in de vroegmoderne periode wel protestantser worden, NL is protestante natie: nieuwe protestanten
aantrekken.
1. Zuid-Nederlanders (denken dat dit rijke migranten zijn, koloniale netwerken, kennis, protestantisme)
2. Hugenoten
3. Sefardische en Asjkenazische Joden
Afzonderlijk geregistreerd
Waalse kerk: Franssprekende
Behouden identiteit, orthodoxere leer, economisch motief: kerk moet zorg dragen.
College 2: slavernij en migratie
College aantekeningen Voorbij de Dreiging 3
, Hoe werd er in de Nederlanden over slavernij nagedacht?
Slavernij verdween als praktijk in de 13de eeuw.
Slavernij werd gezien als de laagste vorm van dienstbaarheid.
Stedelijke trots rustte deels op verzet tegen slavernij.
“Wij zullen geen slaven uitleveren…”
Hoe gaat dit dan fout?
Tijdens de strijd met de Spaanse kroon (80-jarige oorlog) maken de Nederlanders zich los uit het Habsburgse
Rijk. Het was een concurrentiestrijd.
Het gaat niet goed met de Nederlanden en zijn op zoek naar een manier dit te verbeteren.
Verplaatsing van het strijdtoneel.
Nederland en de Atlantische Wereld
Twijfel om een imperium te bouwen: het idee dat een wereldrijk ‘slecht’ is
Lijkt namelijk op Spanje: corrupte machtshonger
Maar geld en macht lonkt… aan deze twijfel komt stapsgewijs een einde.
1596: er komt een schip aan met tot slaafgemaakten in Middelburg met de vraag om deze hier te verkopen. Hier
reageert Middelburg heel afwijzend op. Staten-Generaal laat het schip de slaven niet verkopen op Nederlands
gebied, maar vraagt hen niet om ze vrij te laten.
“Het grote plan”: Nederlands Brazilië, niet eigen kolonie of slavenplantage etc. zelf beginnen maar overnemen/stelen
van de Portugezen.
Nederland wordt deel van Atlantische Wereld en Transatlantische Slavenhandel
Zorgt voor verplaatsing van mensen (zie schilderijen/tekeningen van Rembrandt).
Overname cultuur raciale ordening en hiërarchie: verschillen benadrukken
Imperium zonder expansie 1654-1672
Portugese plantage-eigenaren komen in opstand en maken een einde aan het Nederlands Brazilië. Vanaf dat
moment gaan ze zich volledig focussen op de slavenhandel.
Maar dat idee (glorie van Brazilië) blijft. En er wordt nog een poging gedaan voor een tweede Brasiel. Hierin wordt
Brazilië heel erg nagedaan/herleefd. Hier vestigen zich ook de vluchtelingen migranten uit Nederlands Brazilië.
Eind 17de eeuw Midden 18de eeuw
Kleine ondernemingen 100 tot 200 mensen per plantage
Zandgrond stroomopwaarts Ongezond, veel ziekten, hoge sterfte (5%)
Suiker Absente eigenaren
20 tot maximaal 50 mensen per plantage Koffie en suiker
Eigenaar met gezin aanwezig Polders
Meest dodelijke vorm van slavernij, lopende stroom
van slavenhandel
Einde van het monopolie 1738-1795
WIC opent onder druk ook door slavenhandel voor private ondernemers (1730-1738). Heel veel meer mensen in
Nederland investeren zo dus geld in de slavenhandel.
College aantekeningen Voorbij de Dreiging 4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dilemma. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.87. You're not tied to anything after your purchase.