Samenvatting Genetica en evolutie theorie BMW jaar 1 (hoorcolleges + boek)
28 views 0 purchase
Course
Genetica En Evolutie (5502GEEV9Y)
Institution
Universiteit Van Amsterdam (UvA)
Deze samenvatting bestaat uit hoorcolleges van het vak Genetica en Evolutie theorie, aangevuld met informatie uit de bijbehorende hoofdstukken uit het boek Introduction to Genetic analysis. Samengevat is hoorcollege 1 t/m 11 incl boek. Begrippen worden uitgelegd in een lopende tekst met bijbehorend...
Genetica gaat over de verbinding tussen eigenschappen en genen. Begint met
lactose intolerantie bijvoorbeeld. We willen weten hoe dit genetisch in elkaar zit,
door stambomen en kruisingen. Moleculair genetische analyse: hoe worden dit
soort eigenschappen veroorzaakt.
Stukje gen met promotor en regulatoire elementen en een stukje DNA dat
codeert voor het eiwit. De variatie in de lactose intolerantie komt niet perse door
mutaties in het DNA stuk, maar vooral in de promotorregio (regulatoire
element). Dit stuk zet het gen aan of uit. Er zijn mutaties in de promotorregio en
dit verschilt ook weer per bevolkingsgroep.
Verbinding erfelijke eigenschappen en variatie
- Hoe wij er uit zien wordt bepaald door genetisch materiaal en omgeving.
- Genotype + milieu = fenotype
- Dat soort interacties leiden tot evolutie, veranderingen in patronen.
Mutant is als je wel lactose kan verdragen, als je niet tegen lactose kan ben je
het wildtype. Dit heeft te maken met moedermelk. Met de mutatie blijf je na
stoppen met moedermelk ook lactase aanmaken.
Wildtype = de variant die het meest voorkomt in de bevolking
Hoe is sociaal gedrag ontstaan?
Groefbij hebben veel helpers in warme landen, maar in het noorden dus koudere
gebieden hebben ze dit niet en zijn ze solitair. Dit heeft te maken met syntaxin.
- Syntaxin: speelt belangrijke rol in signaaloverdracht tussen zenuwcellen.
Is meer actief in sociale bijen.
- Ook in mensen is deze transcriptiefactor van syntaxin betrokken bij
autisme (sws bij muizen)
Worden nieuwe rijstgewassen geproduceerd, resistenter tegen overstroming en
hoge luchtvochtigheid. Personal medicine wordt gecreëerd. Als er meer bekend
is over ons persoonlijke genoom is kunnen we gerichte behandelingen maken.
Mannen worden vaker gebruikt voor testen medicijnen, omdat die geen cyclus
hebben. Dit is niet goed, want vrouwen reageren er heel anders op. Door
genotypes die verschillen slaan bepaalde behandelingen niet aan.
Olifanten zijn slachttanden kwijt, ontbreken van slachttanden is een erfelijke
aandoening en deze aandoening komt ook bij mensen voor.
Chapter 2
Wat is het verband tussen eigenschappen en genen?
,Nakomelingen lijken op hun ouders. Eerst dachten ze dat alles van de man
kwam. Later wisten ze dat dat niet werkte en dat zowel man als vrouw
bijdragen. Toen dachten ze dat het gebeurde via blending inheritance: rood x
wit= roze. Dit werkt ook niet, want niet elke bloem werd roze. Hoe kan het dat
de rode en witte alsnog blijven bestaan.
Gregor Mendel: Maar 16o exemplaren en in het Duits, dus onderzoek bleef op de
achtergrond want het was niet te begrijpen.
- Studeerde botanie, natuurkunde en wiskunde (combinatoir)
- Was geïnteresseerd in plantenveredeling
- Hij maakte bijzonder goede aantekeningen van zijn experimenten
Prototype genetisch onderzoek d.m.v gecontroleerde kruisingen:
- Zuivere lijnen voor een bepaald kenmerk = van generatie tot generatie
uniform en constant uiterlijk
- Duidelijk verschillende kenmerk toestanden tussen zuivere lijnen.
- Hij gebruikte één variabele per keer en analyseerde grote aantallen en
replicaties
- Hypotheses opstellen en toetsen
- Dosis geluk + hulp tuinman
Kruisingen met erwten:
- Gele en groene erwten
- Kruisen door middel van pollen van ene plant op stamper andere plant
- Nakomelingen F1 bekijken
- F1 kwam volledig geel uit
- F2 waren er groene en gele erwten
- F2 kwam in de verhouding geel:groen, 3:1
- Een van de fenotypes verdwijnt in de F1, maar komt terug in de F2;
recessieve fenotype
- Eigenschappen vererven als discrete factoren (genen), dus geen blending
inheritance
- Diploïde organismen hebben twee versies (allelen) van elk gen, en elke
gameet de ene of de andere versie.
,Mendel’s resultaten van monohybride kruisingen: voor al deze kenmerken komt
een F2 met de ratio die gelijk is aan 3:1.
Testkruising: om na te gaan wat het genotype is van de plant waar je tegen
test. Bestaat uit zuivere recessieve lijn (groene lijn, homozygoot recessief). De
gele lijn is homozygoot dominant. De F1 generatie is dan heterozygoot. F1
kruisen met zuivere lijn van de recessieve ouder, de groene. Hier kwam de
uitsplitsing 50% geel 50% groen.
Mendels eerste wet: gelijke segregatie van allelen over gameten
- Testkruising tussen heterozygoot en homozygoot recessief (tester) geeft
nakomelingen met fenotypische verhouding dominant:recessief =1:1
- Een monohybride kruising tussen twee zuivertelende ouders (P) met
verschillend fenotype geeft F1 nakomelingen met het dominante fenotype.
- F1 monohybride onderling verder kruisen geeft F2: met fenotype
verhouding dominant: recessief = 3:1, met genotype verhouding
AA:Aa:aa = 1:2:1
Principes van gecontroleerde testkruisingen werken twee kanten op
- Achterhalen genotypes en genetische basis m.b.v. fenotype verhoudingen
- Voorspellen van fenotype verhouding op basis van bekende genotypes
Geslachtsgekoppelde overerving. Men wist nog niet alles over chromosomen.
Thomas Morgan deed kruisingen met Drosophila vliegen met rode en witte ogen.
Vrouw met rode ogen en man met witte ogen. In die kruising splitste de kleur uit
naar verwachting. Alle F1 dominant fenotype rode ogen. Ook zag hij in een
andere set iets heel anders. Hij deed vrouw witte ogen met man rode ogen en
hier hadden de F1 rode en witte individuen. Mannetjes allemaal witte ogen en de
vrouwtjes allemaal rode ogen. Mannetjes hebben X en Y en vrouwen X en X.
Geslachtschromosomen zijn dragers van erfelijke informatie.
Reciproke kruisingen nu niet identiek (vgl. autosomaal), er is een verband
tussen genotype en chromosomen
, Meiose: informatieoverdracht van generatie op generatie tijdens seksuele
voortplanting
- Meiose 1: paring en uitsplitsing van homologe chromosomen =
reductiedeling van diploïde naar haploïde set chromosomen.
- Meiose 2: uitsplitsing van zusterchromatiden over 4 dochtercellen
(gameten)
DNA, chromosomen, gaan repliceren. Dubbele helix, waar de chromosomen uit
bestaan gaat bestaan uit twee dubbele helixen. Dit gebeurt als je van interfase
naar profase gaat. Tijdens profase gaan homologe chromosomen elkaar
opzoeken en paren. Op een set ligt A en op de andere a. Dan worden ze van
elkaar getrokken en de ene chromosoom gaat naar boven en de andere naar
beneden. De tweede deling worden de twee dubbelstrengs DNA moleculen die
door elkaar worden gehouden door centromeer uit elkaar getrokken in anafase
2. Twee zusterchromatide van chromosoom splitsen uit elkaar. Tetrade is het
eindproduct van de meiose, dit zijn de vier chromosomen.
Basis van meiose: 1 paar chromosomen
- Na replicatie elk chromosoom bestaat uit 2 chromatiden
1. Na DNA replicatie (S-fase van celcyclus)”
- Zusterchromatiden zijn met elkaar verbonden
d.m.v. eiwit cohesin
- Samenbrengen en verbinden van homologe
chromosomen (synapsis)
2. Spoeldraden hechten aan centromeer en trekken
homologe chromosomen uit elkaar.
Chromosoom verklaring voor mendelwet 1
- Meiose 1 (reductiedeling) en meiose 2 (mitotische deling)
- Homologe chromosomen verdelen zich gelijk over de dochtercellen tijdens
meiose 1 = segregatie van A en a allelen
- Aa heterozygoot levert dus 50% A en 50% a gameten
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller noellekoelewijn. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.92. You're not tied to anything after your purchase.