Kennisclips en introductieclips - Grondslagen van recht (zeer uitgebreid)
2 views 0 purchase
Course
Grondslagen Van Het Recht (RGBUSBR001)
Institution
Universiteit Utrecht (UU)
Hoi hoi! Heb je toevallig niet alle kennisclips gezien of heb je geen zin om ze opnieuw te kijken voor het tentamen? Dan is dit document is super makkelijk! Ik heb de aantekening zo uitgebreid mogelijk gemaakt, zodat het ook begrijpelijk is als je de filmpjes nog niet hebt gekeken. Daarbij is het d...
Introductie- en kennisclips
Grondslagen van Recht
Week 1: Wat is recht? Een eerste kennismaking.
Kennisclip
De zes indelingen en onderscheidingen zijn:
- Positief recht en wenselijk recht
- Objectief recht en subjectief recht
- Internationaal en nationaal recht
- Publiek- en privaatrecht
- Dwingend en aanvullend recht
- Materieel en formeel recht
Positief recht en wenselijk recht
Het positief recht is het recht dat in een bepaalde gemeenschap is vastgesteld of erkend.
Daarentegen is het wenselijk recht dat men gewenst of nastrevenswaardig vindt. Als men
een wenselijk recht van belang vindt, betekent dat nog niet het geldende recht is.
Objectief recht en subjectief recht
Tot het objectieve recht (law) behoren alle juridische normen die er zijn, zoals wetten,
verdragen, wetsbeginselen etc. Subjectieve recht (right) is een bepaalde aanspraak die aan
het objectieve recht kan worden ontleend.
Internationaal recht en nationaal recht
Internationaal recht zijn verdragen tussen staten en besluiten van internationale
organisaties. Nationaal recht is het recht dat binnen nationale staten tot stand komt en
gelding heeft. Tegenwoordig is het zo dat internationaal recht en nationaal recht op een
uiterst ingewikkelde manier door elkaar heen lopen. In een globaliserende wereld wordt de
verhouding tussen het internationale recht en nationale recht steeds complexer.
Publiek- en privaatrecht
Tot het publiekrecht wordt het staats- en bestuursrecht gerekend. Het staatsrecht regelt de
inrichting van de staat en de opbouw van de staat. Het bestuursrecht bevat regels voor
overheidsorganen die zich met het bestuur van de staat bezighouden. Ook het strafrecht
behoort tot het publiekrecht. Wat hebben staatsrecht, bestuursrecht en strafrecht met
elkaar overeen? Dat wordt vaak gekenmerkt door juridische ongelijkheid. Bijvoorbeeld
bestuursorganen mogen boetes opleggen en vergunningen verlenen, terwijl burgers dit
andersom niet mogen. In het publieksrecht zijn er dus verticale verhouden. In het
privaatrecht is dat anders, want dit recht regelt onderlinge verhoudingen tussen burgers en
private organisaties. Het kenmerkt zich door juridische gelijkheid, want ze bevatten dezelfde
juridische rechten. Het verschil tussen publiek- en privaatrecht lijkt op het eerste gezicht
heel simpel, maar het is toch vaak complexer dan gedacht. Het is een vuistregel om publiek-
en privaatrecht uit elkaar te houden door naar de aard te kijken van de partijen die in een
bepaalde verhouding betrokken zijn. Gaat het tussen overheden onderling of tussen
overheid en burger? Dan wordt de verhouding beheerst door het publiekrecht. Als het gaat
1
,om een conflict onderling, dan wordt de verhouding gereguleerd door het privaatrecht.
Meestal gaat deze vuistrecht wel op, maar soms is het iets ingewikkelder. In het
Nederlandse recht kan de overheid privaatrechtelijke overeenkomsten sluiten met burgers
en bedrijven.
Dwingend en aanvullend recht
Van de vele juridische bepalingen is het niet mogelijk om op eigen houtje af te wijken. Neem
bijvoorbeeld Artikel 1:33 van het Burgerlijk Wetboek. Daarin staat dat een persoon
tegelijkertijd met maar één persoon door het huwelijke verbonden te zijn. Aan die bepaling
is men eenmaal verbonden, waardoor het niet mogelijk is om met meerdere mensen te
trouwen. In dit soort gevallen, in bepalingen die voor ons gelden en men niet kan afwijken,
spreken we van bepalingen van dwingend recht. Bij andere bepalingen ligt dit anders,
bijvoorbeeld het erfrecht. Artikel 4: 13 van het Burgerlijk Wetboek bepaald hoe de erfenis
wordt verdeeld van iemand die getrouwd is of kinderen heeft, maar geen testament heeft
gemaakt. Aan die regel kan men zich onttrekken door wel een testament op te stellen.
Daarmee gaat het dus om bepalingen waar men alleen aan gebonden is als men er zelf er
niet voor kiest om ervan af te wijken. Dwingend recht zijn regels die sowieso voor iemand
gelden, en is het niet mogelijk om vanaf te wijken. Aanvullend recht zijn regels waaraan
iemand is gebonden die ervoor heeft gekozen om er niet vanaf te wijken.
Materieel en formeel recht
Onder het materiële recht vallen alle inhoudelijke gedragsnormen die er zijn. Bijvoorbeeld
de norm dat men niet mag moorden, stelen of mishandelen. Een ander voorbeeld is Artikel 2
van het Opiumwet: ‘Het is verboden een middel als bedoeld in de bij deze wet behorende
lijst […] aanwezig te hebben.’ Onder het formele recht vallen alle regels die betrekking
hebben op de handhaving van dit materiële recht. In Artikel 9 van de Opiumwet is geregeld
dat politieagenten en andere opsporingsambtenaren bij een redelijke verdenking bij de
overtreding van Artikel 2 van het Opiumwet toegang hebben tot een woning of auto.
[Introductieclip gaat enkel in over het verloop van het vak, dus vandaar niet opgenomen in
deze samenvatting]
2
, Week 2: Wat is recht? De casus van de
grotverkenning
Introductieclip
In deze clip worden drie belangrijke theoretische posities die in de theorie of filosofie van
het recht kunnen worden onderscheiden. Aan de hand van een rechtszaak over
oorlogsmisdaden in het Indonesische dorpje Rawgedeh en over de studieopdracht over de
IS-vrouwen en hun kinderen hebben we kennis gemaakt met drie verschillende
perspectieven waaruit men het recht kan bestuderen:
- Regels zijn regels (rechtspositivisme): Daarbij gaat er als eerste om wat men het
regelperspectief zou kunnen noemen. De rechter moet zich hierbij strikt houden aan
de toepassing van de rechtsnormen die hen ter beschikking staan. Daarbij is van
belang dat positief recht enerzijds en wenselijk-/ideaalrecht anderzijds zoveel
mogelijk uit elkaar te houden. Opvattingen van de rechter zelf over gerechtigheid
horen bij rechtelijke oordeelsvorming in beginsel geen rol te spelen.
- Gerechtigheid (natuurrecht): Ten tweede kan het recht worden benaderd vanuit een
gedachte dat recht en idealen van gerechtvaardigdheid onderling juist verbonden
zijn. Waar simpele toepassing van de regels een onrechtvaardige uitkomst opleveren,
moeten de regels wijken en niet de gerechtigheid.
- Doelen en belangen (rechtsrealisme): Het recht is er voor de samenleving en niet
andersom. Zo moet de rechter bij de toepassing van het recht vooral letten op wat in
een bepaalde zaak praktisch nodig is en daarbij rekening houden met wat goed is
voor de samenleving.
In deze introductieclip worden deze drie perspectieven op het recht van theoretische labels,
en diepen we de posities verder uit. Met deze drie theoretische benaderingen kunnen soms
overlap tonen, en kunnen ook worden onverdeeld in allerlei specifieke scholen en
stromingen. Ook zijn er allerlei posities denkbaar die zich ergens tussenin de verschillende
benoemde benaderingen bevinden.
Het rechtspositivisme legt sterk de nadruk in het belang van de rechtelijke objectiviteit.
Volgens het rechtspositivisme moeten rechters hun persoonlijke opvattingen buiten
beschouwing te laten, en zich alleen baseren op het positieve recht. Alleen op die manier
kan de rechtszekerheid worden bevorderd, want verschillende rechters vinden natuurlijk
verschillende dingen rechtvaardig. Typisch voor het rechtspositivisme is de gedachte dat
recht en moraal niets met elkaar te maken hebben. Dat het misschien moreel verwerpelijk is
om de kinderen in Syrië en Irak aan hun lot over te laten, levert voor een rechtspositivist zelf
geen juridisch argument op om aan te nemen voor de staat dat er een verplichting bestaat
om de kinderen terug te halen. Rechters gaan volgens het rechtspositivisme over het recht
en niet per se over moraal. Rechtspositivisten benadrukken ook dat rechters hun taak alleen
naar behoren kunnen vervullen door zich afzijdig te houden van kwesties van politiek en
beleid. Er bestaat dus een scheiding tussen enerzijds recht en anderzijds politiek en beleid.
Alleen door zich zo min mogelijk te bemoeien met zaken over de meningen van
samenlevingen die sterk verdeeld zijn, zou de rechtelijke macht zich waardig presenteren als
neutrale instantie.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller UUStudents. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.