Samenvatting Beleggen en Financiële markten (H1 t/m H8) - Minor Financieel Advies Particulieren
156 views 15 purchases
Course
Beleggen (BG203V81.1)
Institution
Hogeschool Arnhem En Nijmegen (HAN)
Book
Beleggen en financiële markten
Samenvatting van het boek Beleggen en Financiële markten (6e druk). De hoofdstukken 1 t/m 8 zijn inbegrepen.
Alle theorie die voor het vak Beleggen voor de minor Financieel Advies Particulieren is vereist.
Er staan geen berekeningen in. Deze dienen nog zelf doorgenomen te worden.
Samenvatting Beleggen en financiële markten (6e druk) 2022-2023
Minor Financieel Advies Particulieren
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1 Beleggen en de vermogensmarkt ............................................................................................. 2
1.1 De vermogensmarkt....................................................................................................................................... 2
1.2 Rente .............................................................................................................................................................. 3
1.3 Monetair beleid .............................................................................................................................................. 5
1.4 Rentestructuur ............................................................................................................................................... 6
Hoofdstuk 2 Risico en rendement................................................................................................................ 7
2.1 De moderne portefeuilletheorie..................................................................................................................... 7
2.2 Het Capital Asset Pricing Model..................................................................................................................... 8
2.3 De efficiënte-markthypothese ....................................................................................................................... 9
Hoofdstuk 3 Nominale titels........................................................................................................................ 9
3.1 Geldmarkttitels en kapitaalmarkttitels .......................................................................................................... 9
3.2 De obligatiemarkt ........................................................................................................................................ 12
3.3 Beleggen in obligaties .................................................................................................................................. 14
Hoofdstuk 4 Aandelen .............................................................................................................................. 16
4.1 De producten................................................................................................................................................ 16
4.2 De aandelenmarkt ....................................................................................................................................... 17
4.3 Beleggen in aandelen................................................................................................................................... 20
Hoofdstuk 5 Derivaten .............................................................................................................................. 23
5.1 Opties, termijncontracten en andere titels .................................................................................................. 23
5.2 De markt voor derivaten .............................................................................................................................. 25
5.3 Beleggen in derivaten .................................................................................................................................. 28
Hoofdstuk 6 Vastgoed .............................................................................................................................. 29
6.1 De producten................................................................................................................................................ 29
6.2 Markt en prijsvorming ................................................................................................................................. 30
6.3 Beleggen in vastgoed ................................................................................................................................... 31
Hoofdstuk 7 Portefeuillevorming .............................................................................................................. 31
7.1 Opbouw van een beleggingsportefeuille ..................................................................................................... 31
7.2 Beleggen via fondsen en verzekeraars......................................................................................................... 33
7.3 Prestatiemeting en -vergelijking .................................................................................................................. 34
,Samenvatting Beleggen en financiële markten (6e druk) 2022-2023
Minor Financieel Advies Particulieren
Hoofdstuk 1 Beleggen en de vermogensmarkt
1.1 De vermogensmarkt
Vermogensmarkt: markt waarop financiële titels worden verhandeld
• Bestaat uit financiële markten
• Zorgt ervoor dat overschotten aan financiële middelen terechtkomen op plaatsen waar tekorten
bestaan
o Directe financiering: rechtstreeks financiële middelen van overschot sector naar tekort sector
▪ Bv.: als bedrijf aandelen uitgeven die gezinnen kopen
o Indirecte financiering: met omweg financiële middelen van overschot sector naar tekort
sector
▪ Bv.: gezinnen kunnen hun overschotten in spaargelden bij banken uitzetten, terwijl
banken daarmee obligaties van bedrijven kopen
Economie in een land bestaat uit:
• Bedrijven
• Gezinnen
• Overheid
Type geldstromen:
1. Bestedingen: betalingen om goederen en diensten te kopen
2. Inkomensoverdrachten: betalingen waar geen levering van goederen of diensten tegenover staat
Financieringssaldo (FS): verschil tussen ontvangsten en uitgaven van een sector
• Totaal van financieringssaldi is nul
o Dus: bij een tekort in de ene sector, is een overschot in een andere sector
• FS gezinnen + FS bedrijven + FS overheid + FS buitenland = 0
• Zie figuur 1 voor kringloop
Financiële titels = vermogenstitels: geven recht op toekomstig geld
• Indelen op effecten vs. boekvorderingen:
o Effecten: verhandelbare waardepapieren
▪ Aandelen
▪ Obligaties
o Boekvorderingen: alleen te zien in de boeken van de bank en de eigenaar
▪ Spaartegoeden
▪ Deposito’s
o Verschil tussen effecten en boekvorderingen is dat effecten vaak makkelijk verhandeld
kunnen worden en boekvorderingen niet
• Indelen op nominale titel vs. zakelijke titel:
o Nominale titel: geeft recht op een in geld vaststaand bedrag
▪ Obligaties
o Zakelijke titel: geeft recht op een zakelijk actief → waarde van deze titel wordt bepaald door
waarde van dat zakelijk actief
▪ Aandelen
• Indelen op derivaten en ‘oorspronkelijke’ financiële titels:
o Derivaten: afgeleide financiële titels → gebaseerd op andere titels
▪ Optie: geeft rechten op een andere titel
▪ Functie is overdracht van risico
o ‘Oorspronkelijke’ financiële titels: financiële titels die geen derivaten kunnen zijn → spelen
rol in overdracht van financiële middelen tussen sectoren met overschot en tekort
2
,Samenvatting Beleggen en financiële markten (6e druk) 2022-2023
Minor Financieel Advies Particulieren
Vermogensmarkt indelen in financiële markten:
• Indeling naar looptijd van verhandelde financiële titels
o Geld- en kapitaalmarkt onderscheiden
▪ Geldmarkt: financiële titels met looptijd van een jaar
▪ Kapitaalmarkt: financiële titels met looptijd van meer dan een jaar
• Indeling naar openheid van de markt
o Openbare markt: makkelijk toegankelijk + vorm van een beurs
▪ Voornamelijk effecten
o Onderhandse markt: meer besloten
▪ Voornamelijk boekvorderingen
• Indeling naar primaire en secundaire markt
o Primaire markt: markt voor nieuw uitgegeven vermogenstitels
o Secundaire markt: markt voor bestaande vermogenstitels
Beleggen: het omzetten van geld in financiële titels en andere vermogensobjecten → doel is het behalen van
rendement
• Beleggers opereren aan de aanbodkant van de vermogensmarkt
• Transacties in alle financiële titels
• Kern van beleggingsproces is de afweging tussen risico en rendement
Totale rendement dat behaald kan worden op een beleggingsobject bestaat uit:
• Direct rendement: de ontvangen opbrengsten als percentage van het belegde bedrag
o Ontstaat door dividenduitkeringen, rentebetalingen en nettohuuropbrengsten
• Indirect rendement: waardeverandering van vermogensobject als percentage van het belegde bedrag
o Gevolg van veranderingen in beurskoers of verkoopwaarde
Asset mix: verdeling van het te beleggen vermogen over verschillende beleggingscategorieën
1.2 Rente
Rente: prijs die op de vermogensmarkt wordt betaald
• Hoogte wordt bepaald door:
o Vraag- en aanbod op vermogensmarkt
o Inflatieverwachtingen
o Invloed buitenlandse rente in samenhang met wisselkoers
o Monetaire beleid
Benchmark: maatstaf
Geldmarktrente:
• Meest gebruikte benchmark is driemaands euribor
o Euribor: rente die banken aan elkaar in rekening brengen voor drie maanden deposito’s in
euro’s
Kapitaalmarktrente:
• Effectieve rendement op staatsleningen
• Swaprente: vaste tarief op renteswaps
Vermogensmarkt
• Aanbod is sectoren met financieringsoverschot
• Vraag is sectoren met financieringstekort
Gezinsbesparingen bepaalt omvang van aanbod
• Soorten besparingen:
o Contractuele besparingen: verlopen via premiebetalingen aan levensverzekeringen en
pensioenfondsen
o Vrije besparingen: overige besparingen
• Omvang van besparingen afhankelijk van:
o Leeftijdsopbouw van bevolking
o Nationale inkomen
3
, Samenvatting Beleggen en financiële markten (6e druk) 2022-2023
Minor Financieel Advies Particulieren
Vraag op vermogensmarkt wordt bepaald door mate van doen van financieringen die gefinancierd moeten
worden
• Hoe gunstiger de winstverwachtingen → hoe meer bedrijven investeren
Inflatie: stijging van het algemene prijspeil
Deflatie: daling van het algemene prijspeil
Nominale rente: rente uitgedrukt in geld
Reële rente: rente die ontvangen wordt na correctie voor waardedaling van vermogen
• Reële rente = nominale rente – inflatie
Fisher-relatie → beleggers eisen als vergoeding een bepaalde reële rente die vermeerderd is met verwachte
inflatie
• Geëiste nominale rente = geëiste reële rente + verwachte inflatie
o Inflatieverwachtingen zijn medebepalend voor geëiste rente
Factoren die van invloed zijn op inflatie:
• Kostenstijgingen = kosteninflatie
o Vooral importprijzen en loonkosten
▪ Bij invoerprijzen zijn wisselkoersfluctuaties verwerkt
Invoerprijzen in € stijgen wanneer de € deprecieert t.o.v. andere valuta’s
▪ Loonkosten → arbeidskosten per eenheid product
Loonkosten per werknemer
Arbeidsproductiviteit
• Toename van bestedingen = bestedingsinflatie
o Afhankelijk van conjuncturele ontwikkelingen
▪ Consumenten- en producentenvertrouwen geven indicatie
o Bezettingsgraad geeft aan in hoeverre de productiecapaciteit is benut
▪ Stijging kan betekenen dat de vraag het aanbod gaat overtreffen → leidt tot
toename inflatie
• Groei van de geldhoeveelheid
Appreciatie: munteenheid stijgt in waarde t.o.v. andere munteenheid
Depreciatie: munteenheid daalt in waarde t.o.v. andere munteenheid
Pariteit (= gelijkheid) tussen twee beleggingen: als beleggen in dollars hetzelfde rendement oplevert als
beleggen in euro’s, indien het renteverschil tussen de dollar- en eurobelegging precies groot genoeg is om de
waardestijging van de euro te compenseren
Ongedekte interestpariteit: als het wisselkoersrisico op de belegging niet wordt afgedekt
• Formule ongedekte interestpariteit zie kader 1.1 (wellicht irrelevant)
• Als dit plaatsvindt tussen twee valuta’s, levert beleggen in beide valuta’s per saldo evenveel op → geld
lenen in valuta met laagste rente en dat geld uitzetten in valuta met hoogste rente heeft geen zin
Carry trade: lenen in een laagrentende valuta en dit uitzetten in een hoogrentende valuta
• Levert extra rendement op wanneer laagrentende valuta waarin wordt geleend niet (of minder dan
voorspelt) apprecieert
• Risico → wanneer valuta in waarde stijgt, moet de desbetreffende valuta worden teruggekocht bij
aflossing tegen een hogere wisselkoers, dan waarvoor ze zijn verkocht
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller yg99. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.95. You're not tied to anything after your purchase.