,Hoofdstuk 1: prepareren en observeren
van cellen en weefsels
DOEL
Cellen en weefsels observeerbaar maken voor LM of EM
PROBLEEM
Biologische materiaal = te dik om licht door te laten
1.1 Gebruik van secties
= nodig om subcellulaire details waar te nemen
1. Fixeren
Weefselstuk weggenomen uit zijn normale situatie
o Afbraakenzymen actief
o Degradatie van het weefsel
Dit tegengaan door denaturatie van eiwitten
o Bevriezen
o Chemische fixatiemiddelen
Bevriezen
- Snel werken
- Bewaart epitopen beter voor imuunkleuringen
- Gebruikt in pathologische labo’s
Chemische fixatie
- Cross linken: met formaldehyde of gluteraldehyde
o Cel/weefselcomponenten blijven bewaard
- Neerslaan = percipiteren: met alcohol of aceton
o Structurele componenten worden bewaard
- Belangrijk = in vivo structuur bewaard blijft
- Veranderingen in weefsel = artefacten vb holtes
2
, 2. Inbedden
= gefixeerde middel moet met een substantie hard gemaakt worden
o Coupes te krijgen waar stralen door kunnen
o Niet als het al bevroren geweest is
- Inbedmiddel = hydrofoob
- Moet volledig binnendringen anders slecht snijdbaar
o Water eerst verwijderen met alcohol
o Clearing met tolueen = mengbaar met alcohol en inbedmiddel
LM paraffine Dikte 5-10 Stalen messen draagglaasjes
EM Hars en plastic 60-70 nm Diamanten messen Metalen roosters
1.2 Gebruik van kleuring
= gebaseerd op verschillen in affiniteit van kleurstof voor weefselcomponenten
o Coupes worden eerst gedeparafineerd met tolueen alvorens kleuring
a. Routinekleuring
= haematoxyline -eosine = HE
= bij PH 6
- Haematoxyline = blauw, kationisch +
- Eosine = oranje, anionisch –
o Kern = blauw
o Cytoplasma = oranje
o Blauw korrelig in cytoplasma = RNA
3
, b. Kleurbaarheid organische stoffen
Proteïnen
= aminozuren
= zure (COO-) en basische (NH3+) gropen
= overmaat hangt af van IEP en PH
o Bij PH 6 vooral +
o EOSINE
Nucleïnezuren
= DNA en RNA
= in kern
o HAEMATOXYLINE
Koolhydraten
= vaak verbonden met andere moleculen
= lossen op in waterig fixatief => gaan verloren
o Stof toevoegen die koolhydraten neerslaat
o Kleurbaar met cationische kleurstoffen
o Kunnen kleuromslag veroorzaken
= metachromasie in kraakbeen en mastcellen
Lipiden
= lossen op in alcohol
o Lege vlekken op LM
= fixatie met OsO4 bij EM
o Vetzuren bewaard bij fixatie + visualiseerbaar
c. Specifieke kleurtechnieken
Indifferente kleurstoffen
= kleuren vetten aan
= oil red O
Immunohistochemische kleuring
= kleuren specifieke bestanddelen aan op basis van
antigen/antilichaam binding
= antilichaam wordt voorzien van kleurstof
=DAB
Enzymkleuring
= activiteit aantonen
= gebruik van enzym specifiek substraat
= reactie = waarneembare neerslag
= G6PD kleuring
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller wonderkind. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $16.62. You're not tied to anything after your purchase.