Alle stof die je nodig hebt voor de (deel-) tentamens van kom
October 29, 2022
28
2020/2021
Summary
Subjects
statistiek
research methods
kom
psychologie
sociologie
kennismaking onderzoeksmethodes en statistiek
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
More summaries for
BETH MORLING RESEARCH METHODS IN PSYCHOLOGY Third Edition
Summary Research Methods in Psychology/ Inleiding Methodenleer (424502-B-5) - Achieved an 8.5 myself!
Glossary for Introduction to Methodology
All for this textbook (23)
Written for
Universiteit Utrecht (UU)
Psychologie
Kennismaking Met Methoden En Statistiek - KOM
All documents for this subject (15)
Seller
Follow
laurenkooyman
Reviews received
Content preview
KOM
Kwalitatief onderzoek:
Psychologen baseren hun conclusies op (eerdere) systematische waarnemingen.
Producer & Consumer of information
Evidence based treatments = onderzoek ondersteund door research
Consumers & producers
delen allebei de nieuwsgierigheid/interesse in gedrag/emotie/kennis
allebei empiristen (op basis van ervaringen)
Producers doen het onderzoek: alles noteren/bijhouden voor een langere periode. Baan waarbij je
onderzoek doet (professor, lab)
Consumer gebruikt info om hun werk/hobby zo goed mogelijk uit te voeren: uit ervaring weten hoe
de mens in elkaar zit. (Psycholoog/docent/ leerling)
Empiricism (empirical method research) = gebruiken van bewijs afkomstig vd zintuigen/
instrumenten die de zintuigen ondersteunen als basis van onderzoek
onderscheiden hun werk van anderen
Wordt voornamelijk gebruikt omdat intuïtie, eigen ervaringen en autoriteiten onzekere informatie
af kunnen geven
Kwalitatief data onderzoek
Doel: sociale fenomenen begrijpen vanuit hun natuurlijke context om op die manier empirische
patronen te vinden die een startpunt voor theorievorming kunnen zijn
ontwikkeling nieuwe theorieën
aanpassen/uitbreiden bestaande theorieën
Sociale fenomenen = alles wat we om ons heen zien aan sociale interactie
Kenmerken kwalitatief onderzoek
Onderzoeker is geïnteresseerd in de natuurlijke omgeving (sociale context) van de
respondent
Onderzoeker heeft een contextuele benadering
Perspectief van respondenten staat centraal
Via specifieke observaties probeert de onderzoeker
o Sociale werkelijkheid te omschrijven ‘in al haar diversiteit’
o Naar algemeenheden te zoeken die nieuwe theorieën vormen of bestaande
theorieën aanpassen
Belangrijk bij sociaalwetenschappelijk onderzoek (dmv theorie-data-cyclus)
Streven naar kennis en theorievorming
systematisch en controleerbaar
maakt gebruik van empirische gegevens
Externe validiteit = in hoeverre onderzoeksresultaten gegeneraliseerd kunnen worden voor meer dan
een plek/geloof/onderzoek
,Theorie – data – cyclus : beschrijft systematisch proces van sociaalwetenschappelijk onderzoek
A Idee/theorie
B Onderzoeksvragen
C Onderzoeksontwerp
Ondersteunende data niet-ondersteunende data leidt
versterkt de theorie D Hypothese(n) tot herziening vd theorie of een
verbeterd onderzoeksontwerp
Dataverzameling
E
Data-analyse
A: Goede wetenschappelijke theorie is:
1. Falsifieerbaar: zorgt ervoor dat veel theorieën niet mogelijk zijn
moet weerlegd kunnen worden met systematische waarnemingen
Beide kanten onderzoeken
2. Probabilistisch
uitspraken binnen een theorie gelden niet voor alle gevallen of elk moment in de tijd
(waarschijnlijkheid)
3. Spaarzaam (Parsimonious)
als een eenvoudige theorie volstaat, is het niet nodig deze complexer te maken (betekent
niet dat ie niet uitgebreid mag worden!)
(4) Moet worden ondersteund door data
B: Typen onderzoeksvragen
1. Fundamenteel (Basic) = kennis te verzamelen om te begrijpen
2. Toegepast (Applied) = problemen in praktijk oplossen (BLM als voorbeeld nemen)
3. Translationeel = kennis gebruiken om nieuwe behandelingen te bedenken
Onderzoeksvraag kwalitatief onderzoek wordt gebaseerd op SPI(C)E
o Setting: waar/welke context (In Nederland?)
o Perspective/Population: voor wie?
o Interest: Wat? Waar is onderzoeker geïnteresseerd in?
o (Comparison: vergeleken met wie/wat?)
o Evaluation: met welk resultaat (‘motieven’/’ervaringen’)
C: Onderzoeksontwerp: wat en hoe
Kwantitatieve gegevens (= cijfermatig!!!) Kwalitatieve gegevens uit bv interviews
verzameld via gestandaardiseerde
vragenlijst of systematische observaties
Keuzes in het onderzoeksontwerp beïnvloeden de geldigheid van de resultaten
, vooraf vaststellen van deze gegevens verhoogd de controleerbaarheid vh onderzoek
Soorten interviews
1. Kwantitatief interview: gestructureerd (vragenlijsten)
2. Kwalitatief interview (als je achter de motieven wil komen/iets niet met blote oog kan zien)
a. Ongestructureerd: inhoud, formulering en volgorde hangen af van verloop en
context vh interview
b. Semi-gestructureerd: heeft een topiclijst (interview schedule). Inhoud, formulering
en volgorde hangen af vd context vh interview`
De geïnterviewde is
Informant: Expertise op het onderwerp, vooral objectief. Iemand die (bv door contract) geen
echte info kan delen
Respondent: Particulier die zijn eigen ervaringen deelt
Onderzoeker zoekt (bij zowel kwantitatief als kwalitatief) respondenten uit via een Steekproef
(mensen die worden uitgenodigd mee te doen; niet iedereen komt ook echt in het onderzoek!)
Doelgerichte steekproef (Purposive Sample) Niet iedereen heeft een kans!!
1. Case study logic =
Onderzoeker gaat op zoek naar specifieke individuen die belangrijke info kunnen geven.
Onderzoeker ziet elke respondent als het onderwerp
hoeft niet representatief te zijn voor de samenleving
2. Sample for range
Onderzoeker gaat op zoek naar een zo breed mogelijk scala aan ervaringen (verschillende
motieven geven nieuwe inzichten)
D: Hypothese(n) = specifieke uitspraak over wat de onderzoeker verwacht waar te zullen nemen
Daarna volgt het werkelijke onderzoek: waar de interviews worden afgenomen (kwalitatief) en de
testen worden ingevuld (kwantitatief)
E: Data-managementplan = de manier waarop de onderzoeker (zorgvuldig!) omgaat met gegevens
wordt van tevoren vastgesteld
draagt bij aan de controleerbaarheid vh onderzoek
Verzamelde data van een interview wordt opgenomen en later volledig uitgetypt in een transcript
letterlijk: met alle haperingen (‘uh) geeft extra info over het interview
woordelijk: leesbaar
Tijdens dataverzameling maakt onderzoeker field notes (informele aantekeningen)
a) Directe observaties
Chronologische: fysieke beschrijvingen van specifieke situaties
b) Inferenties
Interpretatie en eerste ideeën van de onderzoeker
c) Eigen gevoelens (feelings & reactions)
d) Analyse = tijdens!! niet achteraf
Koppeling van observaties met bestaande theorieën
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller laurenkooyman. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.48. You're not tied to anything after your purchase.