,Week 1
Hoorcollege
Methodologische kennis criminologie
- Kenmerken criminologische onderzoeksvragen:
a. verborgen karakter;
b. selectiviteit van wat wel bekend is geworden;
c. praktische moeilijkheden experimenteel onderzoek;
d. verschijnselen niet normaal verdeeld / kleine N.
- Het gedrag waar we het meest in geïnteresseerd zijn is zeer moeilijk te onderzoeken.
Kwantitatief onderzoek
- Beschrijven, vergelijken en toetsen cijfermatige gegevens – kwantificeren van gegevens, N
= groot.
- Surveyonderzoek, secundaire analyse, experimenteel, longitudinaal etc.
Kwalitatief onderzoek
- Diepte, inhoudelijke informatie, N = klein.
- Etnografie, observaties, interviews.
- Kwalitatieve datasets.
- Hoe ziet mijn respondent de wereld?
- In kwalitatief onderzoek richt de vraagstelling zich op onderwerpen die te maken hebben
met de wijze waarop mensen betekenis geven aan hun sociale omgeving en hoe ze zich op
basis daarvan gedragen. Er worden onderzoeksmethoden gebruikt die het mogelijk maken om
het onderwerp vanuit het perspectief van de onderzochte te leren kennen met het doel om het
te beschrijven en waar mogelijk te verklaren.
Waarom kwalitatief onderzoek extra belangrijk binnen de criminologie?
- Onzichtbare delicten.
- Populatie onbekend – geen goed steekproefkader.
- Experimenten zijn moeilijk.
- Verschil tussen attituden en sociale praktijken.
- Unieke bijdrage.
- Als je wilt weten hoe een leeuw jaagt, ga dan niet naar de dierentuin, maar trek de jungle in.
Welk type onderzoek wanneer?
- Het hangt van de onderzoeksvraag af welke methode men kiest.
- Kwantitatief – de mate van optreden van sociale verschijnselen.
- Kwalitatief – de aard van sociale verschijnselen.
- Hoe je kijkt, bepaalt wat je ziet. Het paradigma bepaalt hoe jij onderzoek doet.
Kennistheoretische verschillen tussen kwantitatief en kwalitatief onderzoek
- Wetenschapsfilosofische kwesties:
> ontologische kwesties (is er één waarheid?)
> epistemologische kwesties (hoe kunnen we meer kennis over de waarheid vergaren?)
> methodologische kwesties (welke methoden gebruiken we?)
Kwantitatief: positivisme
- Objectieve werkelijkheid.
, - Empirische wetenschappen.
- Waarneembare feiten.
- Paradigma = positivisme.
Kwalitatief: constructivisme
- De echte werkelijkheid is niet objectief waarneembaar.
- Door middel van cultuur, symbolen en taal geven mensen actief betekenis aan de
werkelijkheid.
- Die betekenissen zijn gebonden aan context, ze zijn collectief en ze zijn empirisch te
bestuderen.
- Paradigma = constructivisme.
Verklaren versus begrijpen
- Kwantitatief: verklaren, opvattingen / gedrag aan de hand van variabelen, niet per se face-to-
face, perspectief onderzochten staat niet centraal.
- Kwalitatief: verstehen, begrijpen van handelen, in contact met onderzochten, perspectief van
de onderzochten staat centraal.
Causaliteit versus verwantschap
- Kwantitatief: causaliteit gemodelleerd naar natuurwetenschap, afhankelijke en
onafhankelijke variabelen, monocausaliteit (a heeft effect op b).
- Kwalitatief: geen causaliteit, samengaan, kenmerken die elkaar beïnvloeden,
wahlverwantschaft.
Representatie versus ideaaltype
- Kwantitatief: representatie werkelijkheid, a mirror of nature, model is weergave van de
werkelijkheid.
- Kwalitatief: ideaaltypen (geen algemeen beeld, verschillende motieven, per groep
verschillende ideaaltypen), sociale werkelijkheid oceaan van grijstinten, ideaaltypen zijn
artificiële constructies.
Deductief versus inductief
- Kwantitatief: theorie toetsend, deductief.
- Kwalitatief: theorie vormend, inductief.
Kwantitatief onderzoeksproces
- Conceptueel model > operationalisering > empirie > analyse > evaluatie.
Kwalitatief onderzoeksproces
- Empirie > analyse > evaluatie.
Mixed methods
- Meer aandacht voor overeenkomsten, ontkrachten de verschillen.
- Studenten in beide methoden opleiden tot pragmatische onderzoekers.
- Soorten:
> Verklarend; kwantitatief – kwalitatief – beantwoorden onderzoeksvraag.
> Verkennend; kwalitatief – kwantitatief – beantwoorden onderzoeksvraag.
> Convergerend; kwantitatief + kwalitatief – beantwoorden onderzoeksvraag.
Kwantitatief Kwalitatief
Paradigma Positivisme Constructivisme
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller cloeotten. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.57. You're not tied to anything after your purchase.