Samenvatting Alle leerdoelen toets BIAZ circulatie
10 views 0 purchase
Course
Minor Acute Zorg (IVGACZ)
Institution
Hogeschool Rotterdam (HR)
Dit zijn alle leerdoelen voor de toets BIAZ circulatie. Handig om gebruik van te maken tijdens het leren! Onderaan het document staat een link naar WRTS, hier kun je alle begrippen voor deze toets leren!
Leerdoelen BIAZ-circulatie
Inhoud
Circulatiestoornissen..............................................................................................................................2
Inleiding ritme........................................................................................................................................6
Shock......................................................................................................................................................8
Stolling..................................................................................................................................................13
Vocht en elektrolyten...........................................................................................................................16
Temperatuurregulatie en afweer.........................................................................................................18
1
,Circulatiestoornissen
De embryogenese van het cardiovasculaire stelsel beschrijven.
o Embryogenese: ontstaan van het embryo door het samensmelten van de ei- en
zaadcel.
Zygote: bevruchte eicel, zit in de eileider op weg naar de baarmoeder. Deelt
zich na 24 uur (klievingsdeling).
Morula: 16-delig bolletje, na drie klievingdelingen. Cellen gaan embryo
vormen.
Blastula: Embryo is een met vocht gevuld blaasje. Na 4 dagen.
Gastrulatie: gastrula wordt gevormd (eenlaagse blastocyten worden
gereorganiseerd in een meerlaagse structuur). Basisvormen worden opgezet.
Organogenese: 3e en 4e zwangerschapsweek. Vorm en functie van organen
worden vastgelegd. Meest kwetsbare periode van het embryo waar
aangeboren afwijkingen kunnen ontstaan.
De foetale circulatie en de transitie na de geboorte beschrijven.
o Longen ontplooien bij geboorte. Hierdoor stroomt en in de baarmoeder nog geen
bloed door de longen. Hierom stroomt het bloed direct van de rechter- naar
linkeratrium via het foramen ovale. Bloed dat toch in de arteria pulmonalis terecht
komt, kan de aorta in door het truncus arteriosus.
o De rest in aantekeningen.
De anatomie van het hart met daarin de atria en ventrikels, de spierlagen, de kleppen en de
coronaire circulatie beschrijven.
o
o De rest in aantekeningen.
De fysiologie van het hart met de grote en kleine circulatie van het lichaam beschrijven.
o Zuurstofarm bloed wordt via vena cava inferior en superior aangevoerd in het
rechter atrium. Stroomt via tricuspidaalklep naar het rechterventrikel.
Rechterventrikel pompt het bloed via de pulmonaalklep de arteria pulmonalis in.
Hierna komt het bloed terecht in het vaatnetwerk in de longen.
o Zuurstofrijk bloed wordt via de pulmonaalvenen aangevoerd in het linker atrium.
Stroomt via de mitralisklep naar het linkerventrikel. Linkerventrikel pompt het bloed
2
, via de aortaklep de aorta ascendens in. Hierna wordt het bloed verdeeld over de
verschillende delen van het lichaam.
De normaalwaarden van een volwassenen benoemen, zoals de hartfrequentie, de bloeddruk,
de harttonen en het effect van de sympathicus en de parasympathicus op de vitale functies.
o Hartfrequentie: 60 – 100/min
o Bloeddruk: systolisch < 140 mmHg, diastolisch <95 mmHg
o Harttonen: twee harttonen zonder geruis of andere verstoringen.
o Effect sympathicus op vitale functies: gladde spieren arteriën trekken samen,
bloeddruk stijgt. Ook komt adrenaline en noradrenaline vrij, dit vergroot het
hartminuutvolume zorgt samen met ADH en angiotensine II voor een sterke
vaatvernauwing.
o Effect parasympathicus op vitale functies: vertraagt het hartritme.
De pompfunctie beschrijven met daarbij de contractiliteit, de preload, de afterload, de
veneuze return, het slagvolume, het hartminuutvolume, de Frank Starling curve, de
systemische vaatweerstand en het compensatiemechanisme bij een tekortschietende
pompfunctie.
o Preload: mate van rek in de hartspiervezels aan het eind van de diastole.
o Contractiliteit: afhankelijk van de sterkte van de hartspiervezels en het aantal
hartspiervezels.
o Afterload: mate van weerstand waartegen het hart moet uitpompen.
o CO (cardiac output/hartminuutvolume): hartfrequentie x slagvolume.
o Slagvolume: EDV (einddiastolisch volume) – ESV (eindsystolisch volume). Volume dat
per slag door het hart wordt uitgepompt. Gemiddeld 70 ml, wordt bepaald door
veneus aanbod.
o MAP (Mean Arterial Pressure): 2 x diastole + 1 x systole : 3. Moet tussen de 65 en
110 mmHg zijn om een goede perfusiedruk van de vitale organen te waarborgen.
o Frank Starling curve: geeft de relatie weer tussen de lengte van de hartspiervezel en
de mate van contractie. Bij te veel of te weinig rek van de hartspiervezel is geen
contractie van de linkerventrikel mogelijk. Dit heeft gevolgen voor het CO en
slagvolume.
o SVR (systemic vascular resistance): geeft de druk weer die in het totale vaatbed in
het lichaam heerst. Vaatweerstand kan worden gemeten door capillair refill en
huidtemperatuur.
De hemodynamische drukken, benoemen en de curves herkennen. Het gaat hierom de
invasieve bloeddruk, de polsdruk, de pulsus paradoxus en de centraal veneuze druk.
o MAP (Mean Arterial Pressure): 2 x diastole + 1 x systole : 3. Moet tussen de 65 en
110 mmHg zijn om een goede perfusiedruk van de vitale organen te waarborgen.
o Polsdruk: systolische – diastolische druk, snelle indruk van vulling van de vaten.
o CVD (centraal veneuze druk): druk in het rechteratrium. Wordt ook gebruikt als
vullingsdruk in de rechterharthelft. Bij stuwing van de rechterharthelft (gestuwde
halsvenen) kan deze niet uitpompen en ontstaat stuwing in het voorliggende
veneuze systeem.
o Pulsus paradoxus: wegvallen van de pols tijdens de inademing door veranderde
intrathoracale druk.
Vasoconstrictie en vasodilatatie beschrijven.
o Vasoconstrictie: vernauwing van bloedvaten, bloeddruk stijgt.
o Vasodilatatie: verwijding van bloedvaten, bloeddruk daalt.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller VerpleegkundeStudent2. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.01. You're not tied to anything after your purchase.