Samenvatting Communication in Everyday Life, inleiding media en communicatie ()
16 views 0 purchase
Course
Inleiding Media & Communicatie (CI1V17001)
Institution
Universiteit Utrecht (UU)
Book
Communication in Everyday Life
Ik heb de hoofdstuk 1 t/m 10 en h12 en h13 samengevat. Dus de stof die je voor het tentamen nodig hebt. Het komt uit de 4e editie van het boek, dus het is meest recente boek. Dit boek heb je namelijk nodig.
Samenvatting week 4 Inleiding Media & Communicatie: kennisclip 4, artikel Sundar & Limperos en H7 & H12
Samenvatting week 3 Inleiding Media & Communicatie: kennisclip 3, artikel Weisser en H3 & H4
All for this textbook (4)
Written for
Universiteit Utrecht (UU)
Communicatie- En Informatiewetenschappen
Inleiding Media & Communicatie (CI1V17001)
All documents for this subject (57)
Seller
Follow
caricekr
Content preview
Communication in everyday life
H1: Een overzicht van communicatie
Er zijn 7 karakteriseringen van communicatie:
1. Communicatie is symbolisch
• Symbool: een representatie van iets anders. Dit is bepaald door mensen en kan dus veranderen.
Hoe het eruit ziet heeft geen connectie tot wat het betekend.
• Tekens: indicators van iets specifieks, kunnen mensen niet veranderen.
2. Communicatie heeft betekenis nodig
• Betekenis: wat een symbool representeert.
Betekenis ontstaat wanneer een groep mensen dezelfde betekenis delen en gebruiken over een
bepaald symbool.
• Social construction: de manier waarop symbolen betekenis krijgen in een sociale context of
gemeenschap, omdat ze gebruikt worden over tijd.
Symbolen kunnen verschillende betekenissen aannemen in verschillende context:
- Fysieke context: de locatie waar het symbool wordt gebruikt.
- Relationele context: de gedeelde relatie tussen de mensen die interageren.
- Situationele context: in welke situatie het symbool zicht bevindt.
• Medium: middelen waarmee een boodschap wordt overgebracht.
3. Communicatie is cultureel
Door communicatie bestaat je cultuur, wordt cultuur onderhouden en doorgeven.
Door cultuur bestaan ook bepaalde normen waarop je communiceert.
4. Communicatie is relationeel:
Door communicatie wordt laten zien wat voor relatie je hebt met iemand
Iedere keer als je communiceert doe je dat op een manier waarvan jij denk dat het normaal is, omdat
je uitgaat van de relatie die je met iemand hebt.
5. Communicatie omvat frames
• Frames: basisvormen van kennis die de definitie geven van een bepaald scenario.
• Communication frames: geeft een grens aan rond een conversatie en richt onze focus op bepaalde
dingen en weer weg van anderen.
Frames helpt mensen om hun rol in een conversatie te begrijpen en begrijpen wat er van hen
wordt verwacht.
Mensen gebruiken frames om beslissingen te maken over hoe symbolen gebruikt worden en hoe
ze geïnterpreteerd moeten worden.
Ze zijn gebaseerd op iemands perspectief op situaties en relaties met anderen.
6. Communicatie is presentatief en representatief
• Representatief: omschrijft feiten of brengt informatie over
• Presentatief: iemands bepaalde versie van feiten of dingen die gebeurd zijn.
Je woorden representeren niet alleen ideeën en informatie, maar ook jouw blik op de wereld.
, 7. Communicatie is een transactie
• Communicatie als actie: een afzender stuurt een bericht naar een ontvanger.
• Communicatie als interactie: een boodschap is uitgewisseld. Afzender Ontvanger, en terug.
• Communicatie als transactie: een constructie van gedeelde betekenis tussen 2 individuen, waar
boodschappen worden uitgewisseld, er ontstaat betekenis en creëert iets nieuws.
• Constitutieve benadering van communicatie: communicatie kan iets creëeren wat eerder nog niet
bestond. (Zoals relaties, culturen, genders, etniciteiten, seksualiteiten en realiteiten.)
H2: Identiteiten, percepties en communicatie
• Identiteiten: symbolische creatie van hoe iemand zich uit gebaseerd op hoe ze zichzelf zien en hoe
ze willen dat anderen hen zien.
Daarin heb je persoonlijke, relationele, sociale en demografische identiteiten.
• Perceptie: hoe iemand de wereld ziet, organiseert wat wordt waargenomen, interpreteren van
informatie en evalueren van informatie.
Mensen bezitten niet een onveranderlijk zelf, mensen ontwikkelen waarden en overtuigingen.
Anders zouden ze altijd dezelfde stemming hebben, en hetzelfde communiceren.
Mensen hebben andere identiteiten in verschillende situaties
Er zou anders geen andere communicatie en gedrag zijn bij verschillende mensen.
Iedereen zou dan iemand hetzelfde waarnemen en typeren.
Cultuur bepalen voor je hoe je identiteiten omschrijft en evalueert. Ook hoe jij je identiteit uit.
Via relaties worden identiteiten bepaald uitgevoerd en worden gebruikt tijdens interacties met
mensen met wie je een relatie hebt.
Bepaalde identiteiten worden geprefereerd in relaties, ook in culturen.
Mensen hebben geen identiteit maar ze voeren een identiteit uit.
Perceptie beïnvloedt de ontwikkeling van identiteiten en alle betekenis making. Percepties zijn
gebaseerd op relationeel en cultureel begrip. Het heeft te maken met het proces van het selecteren,
organiseren, evalueren van informatie, activiteiten, situaties en mensen. Het geeft betekenis aan alle
dingen in je wereld.
Iedereen kiest waar hij zich op focust, focus wordt ook beïnvloedt op bepaalde behoeftes op een
bepaald moment
• Selectieve blootstelling: je zal je vaker blootstellen aan dingen die jouw waarden en overtuigingen
ondersteunen.
Ook zal je relaties hierop uitzoeken.
• Selectieve perceptie: je zal je sneller richten en je aandacht besteden aan dingen die jouw waarden
en overtuigingen ondersteunen.
• Selectieve retentie (selectieve herinnering): je zal sneller dingen onthouden die jouw waarden en
overtuigingen ondersteunen.
Hoe meer je op een bepaalde manier gedraagt, hoe meer je de wereld op dezelfde manier ziet.
De manier waarop iets is georganiseerd heeft invloed op hoe iets geïnterpreteerd wordt. Wanneer
nieuwe informatie wordt gepresenteerd, wordt het verbonden met kennis die je al hebt over het
onderwerp.
, • Schemata: mentale structuren die informatie organiseren met informatie die je ergens mee
associeert. (Zo kun je ook dingen anticiperen, het komt namelijk bekent voor.)
• Prototype: het beste voorbeeld van iets je zal hiermee dingen vergelijken, met het beeld wat je
daarbij hebt.
• Persoonlijke constructies: individuele manieren om de wereld te begrijpen.
Identiteiten worden begrepen omdat mensen een bepaald beeld hebben bij een identiteit.
• Front region: een frame waarin sociale interactie die onder publieke controle staat. Mensen
gedragen zich het best en professioneel.
• Back region: een frame waarbij sociale interactie niet onder publieke controle staat.
Bijv. hoe de bediening in een restaurant zich gedraagt tegenover een gast vs. In de
personeelsruimte.
Dus je identiteit is niet alleen vrijwillig, je krijgt signalen waardoor je een bepaalde rol gaat spelen.
• Self description: informatie over iemand wat duidelijk is voor anderen door uiterlijk en gedrag.
Je wordt meer in een bepaald beeld geplaatst dan dat je individuele identiteit, je wordt in een
categorie geplaatst.
• Self-disclosure: persoonlijke informatie die anderen niet kunnen weten, behalve als de persoon het
zelf deelt.
Zo deel je wie je bent en hoe je jezelf ziet. Ook heeft het invloed op hoe anderen je zien.
Kan ook zorgen voor relaties creëren met anderen.
Wat je deelt met anderen wordt deels bepaald door de relatie met de ander.
Turbulentie in een relatie kan ontstaan als iemand je een persoonlijke vraag stelt, als grenzen voor
privacy worden herzien, als er veranderingen ontstaan in een hoe een relatie wordt gezien Dit
zorgt allemaal tot verandering in een relatie met anderen.
Mensen vertellen vaak verhalen over zichzelf, wat ze zeggen wordt bepaald door het publiek en
gelegenheid.
• Symbolisch zelf: een zelf wat bestaat voor anderen en gaat verder dan jijzelf. Het komt uit sociale
interactie met anderen.
• Symbolisch interactionisme: hoe erg sociale krachten effect hebben op hoe iemand zichzelf ziet.
• Houding van reflectie: nadenken over hoe je overkomt bij anderen.
Identiteit bepaal je dus niet helemaal zelf, maar wordt ook bepaald door de maatschappij en hoe
je wordt behandeld door anderen. Je gaat ook je identiteit zien vanuit andermans pov.
Uiteindelijk wordt je identiteit geuit in communicatie.
• Altercasting: hoe taal een identiteit kan opleggen bij mensen en hoe taal een identiteit kan
afkeuren of goedkeuren.
H3: Verbale communicatie
• Syntax: regels over de rangschikking van woorden, om goede zinnen te maken.
• Grammatica: (inclusief syntax) alle regels van taal.
• Verbale communicatie: het gebruik van taal om te verbinden met iemand anders gedachte.
Geprinte woorden en gesproken woorden.
• Taal: verzameling van symbolen, worden gerangschikt door syntax. De symbolen krijgen alleen
betekenis in een bepaalde context.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller caricekr. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.85. You're not tied to anything after your purchase.