Dit is een duidelijke samenvatting van de hoorcolleges van het vak Over de Grenzen van Disciplines. Er is geprobeerd te schrijven op zo'n manier dat er zo min mogelijk pagina's aan te pas hoeven te komen. Het is overzichtelijk en toegankelijk geschreven.
Over de grenzen van disciplines
HC1 - Wat kunnen we weten? 1
Ontologie, epistemologie en methodologie 1
Monisme vs dualisme 2
HC2 - De grenzen van onze kennis 3
Toelichting op begrippen volgens Ross 3
Demarcatie en boundary work 4
Freud - psychoanalyse 5
Langeveld - fenomenologie (de ‘Utrechtse School’) 5
‘Psychical research’ als discipline 6
HC3 - Wat maakt wetenschap wetenschap? 7
Het standaardbeeld van wetenschap 7
Popper en het kritisch rationalisme 8
Kuhn en zijn paradigma’s 9
HC4 - Drie posities 10
Ontologie of epistemologie 10
Positivisme 11
Interpretativisme 11
Realisme 12
HC5 - De taak van de wetenschapper 13
HC6 - Wetenschapsethiek 15
Drie ethieken 15
Codes of conduct 15
Fraude en de replicatiecrisis 16
HC7 - Evidenced based practice 17
Wat is evidence based practice 17
Evidence based practice in het onderwijs 17
Voorbij evidence 18
Slotbeschouwing 19
,HC1 - Wat kunnen we weten?
Natuurwetenschappen zien de werkelijkheid als mechanismen die onderzocht kan worden
door het uit elkaar te pluizen. Ook de mens kan gezien worden als een mechanisme.
- Geesteswetenschappen ziet de werkelijkheid niet als een opsomming van toevalligheden,
maar kijkt meer naar denkwijzen.
Max Weber was ervan overtuigd dat een wetenschapper betrouwbare kennis moet leveren.
Dit moet gedaan worden dmv zuivere methoden, maar de uitkomsten zijn echter altijd
tijdelijk.
● Wetenschappelijke onafhankelijkheid is hierbij belangrijk → zelf denken
Huidige debat: - Wetenschappelijke vrijheid staat tegenover externe belangen
- Bureaucratisering van onderwijs en onderzoek
In de 20e eeuw kwam Robert Merton met CUDOS; waardes die wetenschappers in acht
moeten nemen bij het doen van onderzoek:
● Communalism: kennis product van gemeenschappelijk activiteit.
● Universalism: criteria ware kennis zijn universeel en onpersoonlijk.
● Disinterestedness: wetenschap niet om de roem of de eer maar belangeloos.
● Originality: wetenschap/onderzoek moet nieuwe kennis voortbrengen.
● Organized Skepticism: claims op kennis moeten altijd kritisch onderzocht worden.
Ontologie, epistemologie en methodologie
Ontologie: alles wat je aanneemt, valt te onderzoeken
● Wat is de wereld? Bestaan er ideeën, bestaan er voorwerpen?
● Als er dingen zijn, hoe kunnen we daar kennis van nemen?
● Drie stromingen: Realisme, idealisme en kritisch realisme.
● Zijnsleer; het beschrijft wat je wilt onderzoeken en met welke methode.
Epistemologie: hoe je onderzoek kunt doen.
● Wat is kennis en hoe weet ik of mijn kennis van de wereld waar en betrouwbaar is?
○ Kennis van de wereld → Epistemische claim → Toestand in de wereld
= Doet aanspraak op waarheid en wordt geschraagd door een of
meerdere rechtvaardigingen
● Elke rechtvaardiging kan zelf weer een epistemische claim
zijn, die op zijn beurt wordt geschraagd door rechtvaardigingen.
● Drie vormen: Inductief (theorievormend), deductief (theorietestend) en abductief
(iratief).
● Kennisleer, waarbij je beschrijft hoe je onderzoekt.
Methodologie: Welke methoden zijn nodig om kennis te nemen van de wereld?
● Iedere methode veronderstelt ontologische en epistemologische keuzes.
1
, Monisme vs dualisme
Monisme stelt dat er slechts één substantie is met eventueel meerdere verschijningsvormen.
● Spinoza zei dat lichaam en geest verschijningsvormen zijn van dezelfde (goddelijke)
substantie. Het doen en laten van mensen is gedetermineerd en er is geen vrije wil.
● Marx veronderstelde hetzelfde maar vond dat er wél een vrije wil is
○ Men invloed heeft op de maatschappij als
resultaat van historisch noodzakelijke processen
Ontologie bij monism kan dmv reductionisme of door holisme
Dualisme kijkt naar lichaam en geest, twee fundamenteel
verschillende substanties die op elkaar inwerken of uit elkaar
voortkomen.
- Een lichaam kan uit elkaar maar een geest niet, dus het zijn verschillende zaken.
● Descartes zag het lichaam als uitgebreid en deelbaar (in tegenstelling tot de geest).
○ Er is een wisselwerking via de pijnappelklier en een mens heeft een vrije wil.
● Chalmers vindt het bewustzijn een logisch autonoom iets ten opzichte van fysische
processen waaruit het voortkomt.
○ Er zit een gat tussen subjectieve ervaring en objectieve processen.
Durkheim was ook een dualist en zag mens en maatschappij als iets met een eigen
causaliteit.
● Social facts oefenen controle uit over het individu.
= vormen van handelen, denken en voelen die buiten het individu
plaatsvinden en hem/haar beïnvloeden.
● Hoe kan een institut invloed uitoefenen op jou, hoe gebeurt dat?
Ontologie en epistemologie komen samen door het Searl’s paradox.
→ Hoe kunnen dingen die objectief bestaan alleen bestaan dankzij het feit dat wij ze
erkennen als een feit.
● Geld en huwelijk hebben in feite geen waarde zodra men dit niet erkent.
Positivisme heeft verschillende kenmerken:
● Gaat uit van ware, observeerbare feiten
● Empirisch georiënteerd / niet-speculatief
● Gericht op causale verklaringen en abstracte wetten, in de geest van de
natuurwetenschappen
● Eén methode: experiment
● Voorspellen
● Accumulatie van kennis
- Hume, Comtes, Durkheim en Wiener Kreis zijn hiervan aanhangers.
- Positivisme en empirisme kunnen worden gecombineerd dmv het deductief-nomologisch
model, waarbij verklaringen over gedrag wordt afgeleid uit algemene wetten.
● Covering law theory: Om bepaald gedrag te begrijpen wordt een beroep gedaan op
achterliggende causale wetten.
Voordelen: Nadelen:
● Suggestie van precisie en ● Wetten voldoen niet altijd: hoe kan
volledigheid dat?
● Lijkt op natuur-wetenschappen ● Menselijk gedrag misschien niet
● Vooruitgang in kennis gedetermineerd?
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller zoestern1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.35. You're not tied to anything after your purchase.