Een samenvatting van de 6 hoorcolleges van het onderdeel Nieren van de cursus Orgaansystemen. Alles wat je moet weten van dit onderdeel in een duidelijke samenvatting incl. plaatjes.
Inhoudsopgave
Nieren........................................................................................................................................................... 1
Hoorcollege 1 en 2................................................................................................................................................1
Hoorcollege 3 en 4................................................................................................................................................6
Hoorcollege 5 en 6..............................................................................................................................................10
Hoorcollege 1 en 2
Wat zijn de twee grootste functies van nieren: uitscheiden van afvalstoffen. Je filtreert dus
veel maar dat betekent dat je ook veel moet reabsorberen. Je perst namelijk veel goede
stoffen eruit.
Urether brengt de urine naar de blaas. Je hebt een schors en het merg. In het merg vinden
de filtratie en reabsorptie plaats.
Hoe ziet zo’n nierbuisje er dan uit. het begint altijd met een glomerulus (capillairtje). Hier
kan dus gefiltreerd en gereabsorbeerd worden. Alles wat naar buiten geperst wordt komt in
het kapsel van Bowman terecht. Dat zit om de glomerulus heen. Deze vormt samen met de
glomerulus; het nierlichaampje. Dit is het stukje waar filtratie plaatsvindt. De urine komt dan
in de proximale tubulus terecht (eerste gekronkelde stukje). Dit gebeurt allemaal in de
schors. De urine stroom naar beneden richting het merg, en komt dan in de Lus van Henle
terecht. Het is het stuk naar beneden en omhoog. In de schors komt de urine in de distale
tubulus (wederom een gekronkeld stukje). De tubulus zijn dus beide gekronkeld en in de
schors. Deze komt vervolgens uit in de verzamelbuis. Deze leidt naar het nierkelkje, die weer
uitstroomt in het nierbekken.
Er loopt een aftakking van de aorta naar de nieren. De vertakt steeds verder. Deze
vertakkingen lopen tussen de lobjes door naar de schors. Daarom hebben deze de naam;
arteria interlobaris. Deze maakt een knik en dan heet het arteria arcuatis. Deze loopt op de
grens van schors en merg. Hij vertakt weer verder en die kleine bloedvaatjes vormen de
glomeruli. Andersom loopt het veneuze stelsel en dan weer helemaal terug naar de vena
cava. Het is een poortader systeem; twee capillairtjes in serie. De eerste is altijd de
glomerulus. De tweede is een klein capillairtje in het merg; vasa recta, of in de schors;
peritubulaire capillair. Deze ligt om de proximale en distale tubulus.
Wat er in je urine komt is een optelsom van;
De filtratie, reabsorptie en secretie.
, Ongeveer 99,5% van het glomulaire filtraat, wordt gereabsorbeerd. FF = filtratie fractie. Van
al het bloed wat door de glomeruli loopt wordt …% naar buiten geperst (gefiltreerd). De
hematocriet waarde is het aantal rode bloedcellen in het bloed. Er gaat zo’n 20 tot 25
procent van de cardiac output naar de nieren.
Filtratie
Renal plasma flow (RPF). Er stroomt veel bloed door de nieren heen. Als er veel bloed is, kan
je namelijk ook veel filtreren. Glomerular filtration rate (GFR) = hoeveel wordt er naar buiten
geperst per minuut.
Hoe kan je deze twee berekenen? Vooral de GFR is een belangrijke klinische parameter.
Vurine = urine stroom in ml/min. [z] = concentratie van een stofje in mmol/ml. Als je deze
twee vermenigvuldigd krijg je de hoeveelheid mmol per minuut van stofje Z wat naar buiten
komt. Dit noemen we de excretie rate.
Wat in de urine terecht komt, hangt af van de concentratie in het bloedplasma. Cz = het
bloevolume wat per minuut volledig van stofje Z wordt geklaard/gezuiverd. Links zien we dus
in mmol per minuut wat het bloed verlaat en rechts wat de urine in gaat. Dit moet gelijk aan
elkaar zijn.
De bovenstaande formule kan dus ook nog omgeschreven worden. Dan kan je relatief simpel
uitrekenen hoeveel bloed er per minuut gezuiverd wordt.
De renale bloedplasma flow (RPF) is hetzelfde als de klaring bij een stofje wat vrij gefiltreerd
wordt en actief gesecreteerd (PAH). Bij deze stoffen wordt al het bloed namelijk gezuiverd.
Via de afferente arteriole stroomt het bloed de glomerulus binnen. Om de arteriole ligt glad
spierweefsel en dus kan er vasoconstricitie plaatsvinden. Via de efferente arteriole verlaat
het bloed de glomerulus weer. In de glomerulus is bloeddruk die het bloed naar buiten duwt.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ivyankone. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.88. You're not tied to anything after your purchase.