Samenvatting Tentamen voorbereiding Goederen- en insolventierecht EUR (Jurisprudentie, kennisclips en oefententamen uitgewerkt)
65 views 5 purchases
Course
Goederen- En Insolventierecht (RD212)
Institution
Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR)
Dit document bestaat uit een uitleg van de verplichte arresten voor het vak Goederen- en insolventierecht van de EUR. Het is een tweedejaar bachelor vak maar ook een pre-master vak. Verder zijn ook alle kennisclips samengevat en is het oefententamen in het document te vinden.
Arresten: Ontva...
Literatuur
Verplicht voorgeschreven literatuur:
• J. Snijders & E.B. Rank-Berenschot, Studiereeks Burgerlijk Recht nr. 2, Deventer:
Wolters Kluwer 2022 (zevende druk) (hierna: ‘SRB’).
o Verplicht voor zover aan de orde geweest in colleges (zie verder in de
syllabus de verplichte randnummers per week).
• H. van Boom, Verhaal, uitwinning en rangorde. Hoofdlijnen materieel beslag- en
faillissementsrecht, Den Haag: Boom juridisch 2020 (derde druk) (hierna: ‘VB’).
o Verplicht voor zover aan de orde geweest in colleges (zie verder in de
syllabus de verplichte tekstdelen per week).
• J. Polak, bewerkt door M. Pannevis, Insolventierecht, Deventer: Kluwer 2017 (hierna:
‘PP’).
o Hieruit is slechts het volgende deel verplicht (beschikbaar via Canvas):
hoofdstuk 5: 5.4.1 t/m 5.4.2.3 (alleen de grote letters).
• M. van Campen, M.L. Tuil, R. Westrik & K.K.E.C.T. Swinnen, Goederen- en
insolventierecht: jurisprudentie 1975-2020, Nijmegen: Ars Aequi Libri 2020.
o Zie op de volgende pagina een overzicht van de verplichte arresten.
o De annotaties maken geen deel uit van de tentamenstof. Het is voor studenten
echter aangeraden deze toch te lezen, daar zij bijdragen aan een goed begrip
van het desbetreffende arrest en de daarin aan de orde zijnde leerstukken.
o NB: u kunt er eventueel ook voor kiezen om de voorgeschreven
jurisprudentie telkens online te raadplegen (met het advies om geannoteerde
jurisprudentie-artikelen te gebruiken).
Aanbevolen tijdschriftartikel:
• J. de Kloe, ‘Artikel 35 lid 3 Fw: een impliciete maar noodzakelijke schakelbepaling met
een aantal knelpunten’, AA 2017, afl. 10, p. 938-939.
Aanbevolen literatuur om kennis van Inleiding privaatrecht op te frissen:
• Hijma en M.M. Olthof, Compendium Nederlands vermogensrecht, Deventer: Kluwer
2020
o NB: deze bron is ook digitaal te raadplegen, via de online juridische
zoekmachines.
• H.M. Reehuis, Zwaartepunten van het vermogensrecht, Deventer: Kluwer 2020.
Samenvattingen per hoofdstuk:
https://www.joho.org/nl/samenvattingen-hoofdstuk-bij-de-6e-druk-van-sbr-2-goederenrecht-van-
snijders-rank-berenschot-bundel
https://www.joho.org/nl/abonneebundel-met-online-chaptersamenvattingen-van-verhaal-uitwinning-
en-rangorde-hoofdlijnen
* enkel de rechtsregel kennen
Aanbevolen jurisprudentie:
HR 1 juli 2022, ECLI:NL:HR:2022:984; NJB 2022/1667 (week 2).
, Uitwerking jurisprudentie
Week 1
Ontvanger/Rabo (Portacabin)
Onderwerpen: criteria roerend/onroerend gebouw
Artikelen: art 3:3 BW en art. 3:4 BW
Essentie:
Een gebouw kan onroerend zijn (art. 3:3 BW), doordat het naar aard en inrichting bestemd is om
duurzaam ter plaatse te blijven.
Rechtsregel:
Een gebouw kan duurzaam met de grond verenigd zijn, doordat het naar aard en inrichting bestemd is
om duurzaam ter plaatse te blijven. Hierbij is het niet van belang of het technisch gezien mogelijk is
om het gebouw te verplaatsen. Of een gebouw bestemd is om duurzaam ter plaatse te blijven, hangt
onder meer af van de bedoeling van de bouwer. Het met de grond verenigd zijn kan dus een fysieke
verbinding zijn, maar ook voortvloeien uit de bestemming. Hierbij is van belang wat er voor derden
kenbaar is. De Hoge Raad oordeelt verder nog dat de verkeersopvattingen geen zelfstandige maatstaf
zijn voor de vraag of een zaak roerend of onroerend is. De verkeersopvattingen zijn echter wel een
zelfstandig criterium voor bepaling van de vraag of een zaak bestanddeel is van een andere zaak (zie
art. 3:4 BW)[1]. Dit kan wel meegenomen worden in de beslissing indien er discussie bestaat of een
zaak duurzaam of verenigd is.
TOEVOEGING:
Bij de beoordeling van de vraag of een gebouw onroerend is in de zin van art. 3:3 lid 1 BW - dat voor
zover hier van belang het voordien geldende recht weergeeft - gelden volgende maatstaven.
a) Een gebouw kan duurzaam met de grond verenigd zijn in de zin van art. 3:3 BW, doordat het naar
aard en inrichting bestemd is om duurzaam ter plaatse te blijven. Niet van belang is dan meer dat
technisch de mogelijkheid bestaat om het bouwsel te verplaatsen.
b) Bij beantwoording van de vraag of een gebouw of een werk bestemd is om duurzaam ter plaatse te
blijven moet worden gelet op de bedoeling van de bouwer voor zover deze naar buiten kenbaar is.
Onder de bouwer moet hier mede worden verstaan degene in wiens opdracht het bouwwerk wordt
aangebracht.
c) De bestemming van een gebouw of een werk om duurzaam ter plaatse te blijven dient naar buiten
kenbaar te zijn. Dit vereiste vloeit voort uit het belang dat de zakenrechtelijke verhoudingen voor
derden kenbaar dienen te zijn.
d) De verkeersopvattingen kunnen - anders dan voor de vraag of iets bestanddeel van een zaak is in de
zin van art. 3:4 - niet worden gebezigd als een zelfstandige maatstaf voor de beoordeling van de vraag
of een zaak roerend of onroerend is. Zij kunnen echter wel in aanmerking worden genomen in de
gevallen dat in het kader van de beantwoording van die vraag onzekerheid blijkt te bestaan of een
object kan worden beschouwd als duurzaam met de grond verenigd, en voor de toepassing van die
maatstaf nader moet worden bepaald wat in een gegeven geval als "duurzaam", onderscheidenlijk
"verenigd" en in verband daarmee als "bestemming" en als "naar buiten kenbaar" heeft te gelden.
De Hoge Raad oordeelt dat het Hof deze maatstaven geenszins miskend heeft door op grond van de
vaststaande feiten te oordelen dat de portacabin onroerend was.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sonjaneijenhuis1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.49. You're not tied to anything after your purchase.