100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Informatiemanagement jaar 1, Organisatie en informatie (Bots, Jansen) $4.81
Add to cart

Summary

Samenvatting Informatiemanagement jaar 1, Organisatie en informatie (Bots, Jansen)

 6 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Deze samenvatting heb ik gemaakt voor het vak Informatiemanagement. De samenvatting bestaat uit de volgende hoofdstukken van het boek Organisatie en informatie: H1, H4, H5, H9 en H10. Ik hoop dat je met deze samenvatting je tentamen haalt!

Preview 2 out of 14  pages

  • No
  • H1, h4, h5, h9, h10
  • October 31, 2022
  • 14
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting
informatiemanagement M2
Hoofdstuk 1 Organiseren en informeren
Organisaties = samenwerkingsverbanden van mensen die activiteiten uitvoeren met behulp van
middelen en een relatie onderhouden met de omgeving, gericht op het realiseren van bepaalde
doelen (met name het leveren van producten of diensten).
 Samenwerkingsverband van mensen die met elkaar communiceren en dus informatie
overbrengen.

Communicatie = Proces van gegevensuitwisseling tussen personen (en machines).
 Het doel van het overbrengen van informatie door een zender is het beïnvloeden van de
mening of handeling van de ontvanger.
 De overdracht van informatie vindt plaats in de vorm van berichten (bijv. verbaal, gebaren,
knipoog). Berichten worden verzonden via een medium (bijv. gesprek, brief). Wanneer een
bericht wordt verzonden, wordt dit in een code omgezet (bijv. taal of cijfers). Voordat een
ontvanger een bericht kan bevatten, moet hij dit na verzending decoderen (de betekenis uit
de code halen en het bericht ontdoen van ruis).
 Ruis zorgt ervoor dat gedeelten van het bericht worden vervormd of weggelaten, waardoor
een verkeerd of onvolledig bericht bij de ontvanger aankomt. Hierdoor heeft de
communicatie niet het gewenste effect.

Gegevens (data) = Objectief waarneembare neerslag van feiten of kennis op een bepaald medium
(bijv. papier, dvd, usb-stick).
 Symbolen waar nog geen betekenis aan is gegeven.
Informatie = Met elkaar in verband gebrachte en geïnterpreteerde gegevens door de ontvanger.
 De ontvanger van de gegevens geeft er een betekenis aan en koppelt de nieuwe gegevens
aan elkaar of aan al aanwezige informatie.
 Informatie is altijd gekoppeld aan een specifieke situatie.
Kennis = Basis voor het betekenis toekennen aan gegevens om daaruit informatie te genereren, voor
het nemen van een beslissing of het uitvoeren van een taak.
 Kennis is nog meer aan een persoon verbonden dan gegevens en informatie.

Informatievoorziening = Alle middelen die nodig zijn voor het verstrekken van informatie.
 Informatie- en communicatietechnologie (ICT) = Kennis en de middelen waarmee informatie
in en tussen organisaties kan worden uitgewisseld op elektronische wijze. Dit omvat:
o hardware: computers en randapparatuur;
o software: programma’s en hun toepassingen;
o humanware: alle organisatorische voorzieningen, zoals opleiding, introductie en
personeel, waarmee de ICT-middelen ook effectief kunnen worden gebruikt.
 Informatiesysteem = Geheel van mensen, machines (computers) en activiteiten, gericht op
het verzamelen en verwerken van gegevens om te kunnen voorzien in de informatiebehoefte
van mensen binnen en buiten de organisatie.
o Bevat iedereen die en alles wat zich bezighoudt met gegevens, maar wel met als doel
het voorzien in de behoefte aan informatie.
o Onderdelen: een programma, een gegevensbank (database) en
communicatiemiddelen tussen de gebruikers, computers en netwerken.

, De eisen en behoeften van de organisatie zijn bepalend voor de communicatie (waarom).
De informatievoorziening is het totaal van middelen die wordt gebruikt om de communicatie te
regelen (wat).
In de meeste organisaties is ICT de manier waarop wordt gecommuniceerd (hoe).

Connectiviteit = Verbondenheid van alles met alles en iedereen, van mensen, van machines, van
netwerken.
 De essentie van de huidige ICT is de connectiviteit.
 Het internet en als onderdeel daarvan de sociale media vormen het fundament van
connectiviteit.
 Sociale media = Online platformen, zoals Facebook, LinkeIn, Twitter, YouTube, waar de
gebruikers, zonder of met minimale tussenkomst van een professionele redactie, de inhoud
verzorgen.

Productiemiddelen = Middelen die nodig zijn om een product of dienst te produceren.
 Voor organisaties is informatie (kennis) net zo belangrijk als geld, arbeid en grondstoffen.

Trends in de ICT
1. Consumeratie van ICT = Gegeven dat hard- en software, maar ook het gedrag van mensen
thuis (de ‘consumers’) steeds meer doordringen in organisaties.
o Bring your own devices (BYOD) = Het op het werk gebruiken van eigen ICT-
apparaten zoals laptops en smartphones. Deze trend heeft gevolgen voor het beheer
en het beveiligen van de informatievoorziening in organisaties.
2. In de ‘cloud’ gaan
o Cloud = Wereldwijd netwerk van datacentra die onderling met elkaar verbonden zijn.
o Organisaties hebben voordelen van de cloud, zoals het altijd en overal kunnen
werken, flexibiliteit, kostenbesparing, eenvoudiger beheer en vrijwel onbeperkte
capaciteit.
o Nadelen van de cloud zijn beveiligingsrisico’s en juridische kwesties.
o Big data = Grote hoeveelheden ingewikkelde gegevens, zowel gestructureerde als
ongestructureerde.
o Cloud computing = Via het internet op aanvraag beschikbaar stellen van apparatuur
(hardware), programma’s (applicaties) en gegevens.
3. Grenzeloos netwerken
o De grenzen tussen de virtuele wereld een de werkelijke wereld vervagen.
4. Globalisering van werk = Toenemende verspreiding van productie en dienstverlening over
de wereld.
Redenen om aan te nemen dat de gevolgen van ICT voor de werkgelegenheid
ingrijpender zijn dan de technologische ontwikkelingen in het verleden:
o Verschuiving van de werkgelegenheid over de hele wereld, die mogelijk is doordat
informatie niet meer per se op dezelfde plaats moet worden verwerkt en gebruikt.
o De invloed van de ICT is in elke sector waarneembaar. De maatschappij heeft dus
veel minder tijd om zich aan te passen.
Nadelen van wereldwijde samenwerking:
o Verschillen in tijd en afstand
o Communicatieproblemen
o Instorten van de coördinatie
o Verschillende achtergronden
o Ontbreken van teamgeest en onderling vertrouwen
5. Kenniswerken wordt steeds groter

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller JudithMars. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.81. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53340 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.81
  • (0)
Add to cart
Added