Aantekeningen Welfare State
Economics
Week I:
Hoorcollege I, 6 september:
Ontwikkeling: publieke uitgaven naar sociale doelen, zoals volksgezondheid en
werkgelegenheidsprogramma’s, neemt sinds de vorige eeuwwisseling toe als aandeel van het
bbp. Landen verschillen in het aandeel bbp. Uitgaven naar bepaalde beleidsportefeuilles zoals
volksgezondheid en pensioenen is tevens toegenomen.
Er is discussie in hoeverre de welvaartsstaat dient toe te nemen, te krimpen of gelijk te blijven
in oog op recente ontwikkelingen (bijv. corona waardoor zorguitgaven verder toenemen).
Ontwikkeling: toenemende participatiegraad van vrouwen neemt af.
Individuen zijn risico-avers. Naarmate consumptie van risico toeneemt, neemt het marginale
nut van consumeren af. Dit fenomeen is hieronder weergegeven:
.
Het poolen van inkomens zorgt voor een hoger nut bij het consumeren van risico. Individuen
profiteren dus indien zij zich verzekeren. Daarmee zijn zij ook bereid om voor verzekeringen
te betalen. Verzekeren levert namelijk zekerheid op waar men een monetaire waarde aan kan
toekennen.
1
,Werkcollege I, 8 september:
Overheidsingrijpen is o.a. nodig omwille van marktfalen zoals het ‘free rider’ probleem,
asymmetrische informatie en de beperkte rationaliteit van individuen (zoals wanneer zij geen
pensioen opsparen voor later) en de nood voor herverdeling. Voor het laatstgenoemde kan het
publieke goederen genereren ten behoeve van iedereen: het gaat namelijk uit van de
nutsfunctie van de inleggers alsook de ontvangers.
De welvaartsstaat kent drie doelstellingen, zijnde gelijkheid, efficiëntie en bestuurlijke
gemakkelijkheid. Deze doelstellingen kunnen onderling conflicteren waardoor het
gelijktijdig najagen hiervan wordt bemoeilijkt; bijv. het reduceren van ongelijkheid kan ten
koste van economische efficiëntie en bestuurlijke gemakkelijkheid door hoge, veelomvattende
en complexe belastingen.
De overheid tracht de gecombineerde sociale welvaart van alle individuen in een samenleving
te maximaliseren.
Overheidsinterventie kan plaatsvinden via regulatie, financiering, inkomensoverdrachten en
middels eigen productie.
2
, Week II:
Ontwikkeling: landen besteden een aanzienlijke mate aan volksgezondheid; voor Nederland is
dit 10% van het bbp. Dit is sinds 1975 gestaag toegenomen en het zal binnen enkele decennia
verdubbelen. Dit komt o.a. door toename van de (oudere) bevolking en de ontwikkeling van
duurdere technologieën. Landen verschillen ook per hoofd van de bevolking hoeveel zij
besteden aan gezondheidszorg.
Overheidsingrijpen m.b.t. de volksgezondheid is vereist vanwege de volgende redenen:
o Imperfecte informatie.
o Beperkte rationaliteit.
o Incomplete contracten.
o Incomplete verzekeringen: men weet namelijk niet hoeveel en wanneer men
gezondheidszorg nodig heeft. Een oplossing voor dit marktfalen zijn verzekeringen.
o De geringe macht van minder bedeelden op de markt voor gezondheidsgoederen.
o Het zien van de gezondheid van armeren als een publiek goed.
Verzekeringen op de gezondheidsmarkt vereisen vier condities. Indien deze ontbreken, zal
overheidsinterventie vereist zijn:
i. ‘Independent probabilities’: een gezondheidsprobleem komt een individu toe en staat
los van anderen (met de exceptie van besmettelijke ziektes, vanwaar dat vaccinatie
bijv. gratis zijn).
ii. ‘Probability < 1’: onzekerheid of men een gezondheidsprobleem zal krijgen.
Overheidsinterventie zal wel nodig zijn indien er sprake is van chronische ziekten.
iii. ‘Probability is known/estimable’: het gezondheidsprobleem is bekend of in te schatten.
Dit is vaak het geval, behalve bij verzekeringsproducten die op de lange termijn lopen
zoals ouderenzorg (niet duidelijk hoe lang dit nodig zal zijn en daarmee hoe duur het
wordt).
iv. ‘Adverse selection’: indien individuen meer informatie hebben over hun risico niveau
dan hun verzekeraars, zullen individuen met meer risico vaker verzekering
aanschaffen. Dit heeft een prijsopdrijvende werking. Alleen individuen met hogere
risico’s zullen namelijk verzekerd blijven waardoor uiteindelijk de verzekering
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MetObij. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.81. You're not tied to anything after your purchase.