Samenvatting Feniks VWO overzicht van de geschiedenis, ISBN: 9789006464917 Geschiedenis
All for this textbook (1)
Written for
Secondary school
VWO / Gymnasium
Geschiedenis
5
All documents for this subject (4857)
Seller
Follow
essientialstxt
Reviews received
Content preview
Kenmerkende aspecten
Tijdvak 1
- De levenswijze van jagers en verzamelaars.
- Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen.
- Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen.
Tijdvak 2
- De ontwikkeling van het wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap
en politiek in de Griekse stadstaat.
- De groei van het Romeinse imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in
Europa verspreidde.
- De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur.
- De confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur in
Noordwest-Europa.
- De ontwikkeling van het jodendom en christendom als de eerste monotheïstische
godsdiensten.
Tijdvak 3
- De verspreiding van het christendom in geheel Europa
- Het ontstaan en de verspreiding van de islam
- De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door
een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid.
- Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur
Tijdvak 4
- De opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven van een
agrarisch-urbane samenleving
- De opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden
- Het conflict in de christelijke wereld over de vraag of de wereldlijke dan wel de
geestelijke macht het primaat behoorde te hebben
- De expansie van de christelijke wereld naar buiten toe, onder andere in de vorm van
kruistochten
- Het begin van staatsvorming en centralisatie
Tijdvak 5
- Het begin van de Europese overzeese expansie.
- Het veranderende mens- en wereldbeeld van de renaissance en het begin van een
nieuwe wetenschappelijke belangstelling.
- De hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de Klassieke oudheid.
- De protestantse reformatie die de splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot
gevolg had.
- Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse
staat.
,H3
val van het west-romeinse rijk komt deels door volksverhuizingen. Macht kwam in de handen
van germaanse koningen en bij de franken was het Clovis.
Problemen voor frankische koningen;
- Allen geestelijken konden lezen en schrijven.
- wegen werden slecht onderhouden. Vroeger in het romeinse rijk was dat belangrijk.
En je weet niet of een ander rijk goede wegen heeft of niet.
- verdwijnen van handel →verdwijnen van geld
koning heeft dus 3 problemen:
- heeft het zin om geschreven wetten te hebben?
- hij kan niet meer reizen
- hoe moet hij zijn rijk besturen zonder belasting geld.
H3.1 Feodalisme
Kenmerkend aspect: het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur
Na de val van het West-Romeinse rijk door de volksverhuizingen kwam de macht in
West-Europa in de handen van Germaanse koningen, zoals bijvoorbeeld de Frankische
koning Clovis. De Germaanse koningen werden voor bepaalde problemen gesteld die de
Romeinen niet hadden gehad.
Problemen voor de Frankische koningen:
- Alleen geestelijkheid kon nog lezen en schrijven omdat zij de bijbel en andere christelijke
geschriften moesten kunnen lezen. Geschreven wetten hadden dan geen zin als niemand ze
kon lezen.
- Wegen werden slecht onderhouden, in het Romeinse rijk was dit goed geregeld maar nu
waren er niet echt mensen die daar meer naar keken. Je kon de wegen binnen je eigen
koninkrijk wel onderhouden maar zodra je in een ander koninkrijk kwam was het niet zeker
dat de wegen daar ook goed onderhouden werden. Hij kon de wetten ook niet aan iedereen
vertellen door te reizen als de wegen slecht onderhouden waren, hij kon dan lastig reizen.
- Verdwijnen handel zorgt voor verdwijnen geld. Hij kon ook geen belastingen meer heffen.
Clovis stelde daarom dus vazallen aan. De vazallen zwoeren Clovis trouw, Clovis zou in ruil
daarvoor de vazallen inkomen en levensonderhoud aanbieden. De vazallen moesten
daarvoor oorlog voeren en strijden, ze moesten het rijk verdedigen. Ook moesten ze de
koning adviseren als het ging om de wetten en om de rechtspraak. Op deze manier
probeerde Clovis de zaken onder controle te houden. Dit was lastig want nadat hij stierf
werd zijn rijk verdeeld onder zijn zonen waardoor het rijk weer uit elkaar viel. Uiteindelijk
volgt hieruit het feodalisme.
Feodalisme/leenstelsel: begint bij de koning, de vorst (leenheer) -> leenheer verdeeld zijn
rijk omdat het te groot is om alleen te besturen, die werden de hoge adel genoemd
(leenman), ze kregen dus een deel van zijn macht, ze moesten net als de vazallen trouw
zweren aan de koning, ze moesten hem bijstaan met raad en daad, dus ze moesten advies
geven als de koning erom vroeg en ze moesten meevechten als de koning erom vroeg ->
leenmannen verdeelden hun stukken grond weer aan de lage adel (achterleenman), zij
moesten hiervoor trouw zweren aan de leenman, ook wel de leenheer van de
achterleenman
, Dit werkte goed in het Frankische rijk, hier was koning Karel de Grote aan het hoofd. Hij wist
zijn leenmannen goed onder controle te houden en door voortdurend rond te reizen en zijn
hoofdstad te verplaatsen probeerde hij ze onder controle te houden.
Zwakte van het feodalisme:
- Leenmannen wilden graag de macht binnen hun familie houden, ze wilden hun macht
doorgeven aan hun zoons. De koning zat hier dan met een probleem want moest de koning
dan de controle over de leen verliezen of moest de koning in een conflict gaan met de
leenman.
- Verhouding tussen leenheer en leenmannen werd minder persoonlijk.
- Leenmannen benoemden zelf ook leenmannen (achterleenmannen). De koning had hier
weinig grip op.
Alleen sterke koningen konden hun macht behouden. Zwakke koningen hadden namelijk
vaak een probleem waardoor een rijk vaak uiteenviel in kleinere gebieden.
H3.1 Hofstelsel en horigheid
Kenmerkend aspect: de vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de
agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende cultuur georganiseerd via hofstelsel en
horigheid
Romeinse rijk:
- Had een goed en duidelijk georganiseerd bestuur
- Ze hadden een sterk en gedisciplineerd leger
- Ze hadden een agrarisch-urbane samenleving, de landbouw speelde een belangrijke rol en
er waren ook steden
Goed georganiseerde bestuur viel uit elkaar door uiteenvallen West-Romeinse rijk door
volksverhuizingen. Het Romeinse leger was er niet meer om mensen te beschermen.
Hierdoor valt de nijverheid en de handel weg. Hierdoor worden de steden leeg en valt
Europa vanaf 500 terug naar een agrarische samenleving. Deze landbouw samenleving
wordt gekenmerkend door autarkie, zelfvoorziening en door het feit dat iedereen behalve
adel en geestelijkheid in de landbouw werkte.
Boeren aan het begin van de Middeleeuwen (tijd van monniken en ridders):
- Bovenaan stonden de vrije boeren, zij hadden hun eigen stukje grond om er voor hunzelf
en hun familie op te werken.
- Daarnaast had je de horige boeren, zij hoorden bij het land van een heer, ze mochten het
land van deze heer niet zonder toestemming verlaten.
- Daarnaast was er nog de laagste soort boeren namelijk de lijfeigenen, ze waren verbonden
aan de landeigenaar zelf, ze waren zijn eigendom.
- De lage adel had een grondgebied waar de horige boeren en lijfeigenen op werkten.
Steeds meer vrije boeren gingen uiteindelijk naar de lage edelman (adel). Aan het begin van
de middeleeuwen was het namelijk geen pretje om boer te zijn. Het was een tijd met veel
honger, armoede en onveiligheid. De welvaart was teruggelopen, er was geen leger meer
om mensen te beschermen. Vrije boeren waren vaak overgeleverd aan struikrovers en
rondtrekkende en plunderende bendes. Ze gingen dus op zoek naar bescherming en omdat
het leger er niet meer was en de koning ver weg woonde en ze hem niet kende gingen ze
naar de lage adel. De lage adel kon hun namelijk bescherming en landbouwgrond geven in
ruil voor een deel van de oogst en herendiensten te doen. Zij moesten een deel van het jaar
werken voor de heer. Dit stelsel van geven en nemen wordt het hofstelsel genoemd. Het
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller essientialstxt. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.28. You're not tied to anything after your purchase.