Hier gaat het vooral over:
- Whiplash
- CBO
- Lumbosacraal radiculair syndroom
- Lage rugpijn: aspecifiek en specifiek.
- Motor Control Impairment.
(Richtlijnen worden hier ook deels in besproken).
De triage, een hulpmiddel bij de diagnostiek van lage rug- en nekklachten.
De triage is een beslisboom die je helpt om klachten uitgaande van de
wervelkolom te categoriseren.
De triage van lage rug en nek vertoont grote overeenkomsten.
Wat is een radiculair syndroom?
Wanneer je iets hebt aan de ‘radix’. De betekenis hiervan is zenuwwortel. Dit kan
uitstralende pijn als gevolg met zich mee brengen.
Diagnostische driesprong = de Triage.
(‘’Lage rugklachten’’ in plaats van ‘’rugklachten’’).
Er zijn dus drie mogelijkheden hierbij. Deze zijn:
‘’Eenvoudige’’ lage rugklachten(=aspecifieke lage rugklachten).
Radiculair beeld(=specifieke lage rugklachten).
Ernstige pathologie(=specifieke lage rugklachten).
Prevalentie van lage rugklachten.
Aspecifieke lage rugklachten: 90% van alle lage rugklachten. Oftewel de
‘eenvoudige’ lage rugklachten.
Radiculair syndroom: ongeveer 8%.
Ernstige pathologie: enkele procenten(plusminus 2%).
De betekenis van aspecifiek betekent dat het niet valt onder de categorie specifiek.
Het is dus een grote vergaarbak.
,‘’Eenvoudige’’ lage rugpijn.
Een aantal begrippen:
Ischialgie / Ischias: Dit is een zenuwpijn die begint in de rug en via de bil
doorloopt tot in je been. Het is een pijn in de langste zenuw van je lichaam, de
grote beenzenuw, die ook wel de nervus ischiadicus wordt genoemd. De
zenuw begint in je ruggenmerg en loopt via de bil langs de achterkant van het
been. Vaak wordt pijn in de lage rug onterecht ischias genoemd. Het ontstaat
door druk op de zenuw. De pijn varieert van licht tot hevig en voelt stekend en
branderig.
De artsen spreken tegenwoordig over LRS (Lumbosacraal Radiculair
Syndroom).
Lumbago / Spit: Dit woord is een samenvoeging van het woord
lumbus(=lendenen) en algos(=pijn) en daarmee zijn we meteen bij de
betekenis – pijn in de lendenen. Hiermee wordt dus lage rugpijn bedoeld. Er is
hierbij een duidelijk verband tussen pijn en stijfheid.
Met uitstraling:
Ischialgie: Pijn van nervus ischiadicus (dus pijn tot
knie).
Zonder uitstraling:
Lumbago of spit (vaak vastzittende rug).
Meestal resulteren de aandoeningen uit de grafiek in zowel SI-klachten als klachten
in de lumbale wervelkolom.
‘Eenvoudige’ lage rugklachten.
De kenmerkne die optreden zijn:
Hoofdzakelijke tussen 20e en 55e jaar.
, Lumbosacraal, gluteaal en bovenbenen.
Pijn wordt mechanisch beïnvloed: " E e n v o u d ig e "
Varieert door lichamelijke activiteit.
Varieert per tijdstip. la g e r u g k la c h t e n
Geen algemene ziekteverschijnselen.
Pijn wordt mechanisch beïnvloed: Meestal wanneer je naar strekken toe gaat dus
bijvoorbeeld omhoog komen vanuit een bukhouding. Bij deze beweging heb je dan
vooral pijn.
De klachten zijn variabel bij ‘eenvoudige’ lage rugklachten. Dit betekent dus dat ze
niet constant aanwezig zijn, maar variabel optreden.
Radiculair beeld.
Unilaterale pijn in been > rugpijn (Dus pijn in het been is erger dan de rugpijn).
Pijn straalt in het algemeen uit tot voet/tenen.
Niet alleen discogeen van oorsprong(Dus niet alleen van hernia afkomstig).
Paraesthesie, sensibiliteitsstoornis.
Neuromeningeale prikkeling:
Afgenomen straight leg raising, slump.
Motorische, sensibile of reflex functie afname:
Passend bij één segment.
Het is vaak unilateraal, maar het kan ook bilateraal optreden.
Welke segmenten zijn er vaak bij betrokken?
L4, L5, S1 en S2.
Pathofysiologie:
Unilateraal: Foramen intervertebrale(gat waardoor de radix loopt)
dichtgeklemd.
Bilateraal: Helemaal inzakken van de wervelkolom, waardoor beide foramens
dichtgeklemd worden.
Screenende testen: straight leg raise (SLR) en slump zijn positief bij
neuromeningeale prikkeling. Dit heeft te maken met de hersenvlies.
Motorische functie afname: Er speelt krachtsverlies op(=myotoom).
Sensibele functie afname: Voelt minder of meer, doof(=dermatoom).
Reflex functie afname: Dit weet je pas na een reflextest.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller judyvarkevisser. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.23. You're not tied to anything after your purchase.