Samenvatting van alle voorgeschreven nummers van Aansprakelijkheidsrecht UvT
- H2
- H3
- H4
- H5
- H7 nr 184
- H8
- H9
- H10 tot nr 268
- H14 nrs 332 en 332a
Verbintenissen uit de wet en schadevergoeding – J. Spier
H1 Algemene inleiding
7. Ieder draagt zijn eigen schade, tenzij…
Het buitencontractuele aansprakelijkheidsrecht kent als uitgangspunt dat ieder zijn eigen schade
draagt. Men kan echter deze schade afwentelen op anderen door eigen verzekeringen af te
sluiten. Er gelden op dit uitgangspunt belangrijke uitzonderingen:
- Wanneer iemand anders verantwoordelijk kan worden gehouden voor het ontstaan van
de schade, kan die schade op hem worden afgewenteld.
8. Over schuld, fout en risico
Er bestaan verschillende soorten van aansprakelijkheid:
- Klassieke aansprakelijkheid voor eigen onrechtmatig handelen
- Aansprakelijkheid voor de fouten van anderen
- Aansprakelijkheid voor bepaalde [gebrekkige of gevaarlijke] zaken. De bezitter is dan
aansprakelijk voor bepaalde gebreken, ook al was hij niet op de hoogte van dat gebrek.
Schuld= aansprakelijkheid berust op enige vorm van verwijt t.a.v. de gedraging die schade heeft
veroorzaakt verwijtbaar onrechtmatige gedrag
Risicoaansprakelijkheid= aansprakelijkheid die niet uitsluitend is gebaseerd op tekortkomingen
in het gedrag van de aansprakelijkgestelde persoon, maar mede op bepaalde, specifieke
omschreven risico’s die voor rekening van de aansprakelijke persoon komen.
9. Doel en functie van het aansprakelijkheidsrecht
Het aansprakelijkheidsrecht is gericht op het bepalen in welke gevallen schade moet worden
verplaatst van het slachtoffer naar degene die de schade heeft berokkend of die daarvoor
verantwoordelijk is.
H2 Aansprakelijkheid voor eigen gedrag op grond van art. 6:162
14. Het wettelijk systeem
De grondslag van de schadevergoedingsplicht van art. 6:162 is de toerekenbare onrechtmatige
gedraging van een persoon= plichtverzakende gedrag.
- De verplichting tot schadevergoeding ontstaat slechts indien de schade een gevolg is
van de onrechtmatige gedraging.
o Gedraging die rechtens verboden is een doen of nalaten van gedaagde dat
rechtens achterwege had behoren te blijven.
Uit de opbouw van art. 6:162 blijkt dat uitgegaan wordt van een structureel onderscheid tussen:
- Kwalificatie van het gedrag van de dader dat als onrechtmatig moet kunnen worden
aangemerkt ‘onrechtmatigheid’
- Voorwaarden voor toerekening van dit onrechtmatige gedrag aan de persoon van de
dader ‘toerekening’
15. De onrechtmatige gedraging
Er zijn 3 algemene gronden die als onrechtmatig gedrag kunnen worden aangemerkt:
I. Inbreuk op een recht
II. Doen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht
III. Doen of nalaten in strijd met maatschappelijke zorgvuldigheid
, Is aan de voorwaarden van één van deze gronden voldaan dan staat daarmee in beginsel de
onrechtmatigheid van de gedraging vast.
16. De toerekening
Een onrechtmatige gedraging kan aan de dader toegerekend worden als de dader schuld heeft.
- art. 6:162 lid 3 – ‘verwijtbaar’ of ‘vermijdbaar’
o Veronderstelt dat de dader toerekeningsvatbaar moet zijn!
o art. 6:165 – indien dader een geestelijke of lichamelijk tekortkoming heeft kan het
aan hem toegerekend worden.
- ‘Oorzaak welke krachtens de in het verkeer geldende opvattingen’ voor rekening van de
dader komt
Toerekenbare onrechtmatige daad (art. 6:162):
I. Gedraging is onrechtmatig
II. Toerekening aan de dader
17. Aansprakelijkheid van rechtspersonen
Handelingen van degenen die optreden als orgaan van een rechtspersoon worden gezien als
een handeling van die rechtspersoon. Als in het kader van dat optreden onrechtmatig wordt
gehandeld kan de rechtspersoon daarvoor aansprakelijk worden gesteld.
- Ook als iemand formeel niet bevoegd is om een rechtspersoon te vertegenwoordigen
kan de rechtspersoon toch voor zijn gedragingen aansprakelijk zijn.
o HR Knabbel en Babbel-arrest – dit kan het geval zijn indien die persoon een
zodanige status had dat gezegd kan worden dat de gedragingen van die persoon
met de rechtspersoon vereenzelvigd kunnen worden.
2 mogelijke gronden waarop een rechtspersoon aansprakelijk gesteld kan worden voor
onrechtmatig handelen:
I. Als door een formeel bevoegd orgaan namens de rechtspersoon onrechtmatig wordt
gehandeld.
II. Als de gedragingen van een niet-formeel bevoegd persoon toch aan die rechtspersoon
worden toegerekend, omdat zij in het maatschappelijk verkeer als gedragingen van die
rechtspersoon hebben te gelden vereenzelvingstheorie
18. De onrechtmatigheid van de gedragingen en de rechtvaardigingsgrond
art. 6:162 lid 2 bevat een voorbehoud, namelijk de mogelijke aanwezigheid van een
rechtvaardigingsgrond. Hierdoor verliest de gedraging zijn onrechtmatige karakter.
In art. 6:163 is het relativiteitsbeginsel neergelegd ondanks overtreding van een wettelijke
norm wordt toch geen aansprakelijkheid aangenomen. De overtreden norm wordt niet geacht de
belangen te beschermen die in het concrete geval geschonden zijn.
20. Onderlinge verhouding van de onrechtmatigheidscriteria
Indien niet is voldaan aan één van de gronden in art. 6:162, dan moet het gedrag beoordeeld
worden aan de hand van de vraag of er in strijd is gehandeld met ongeschreven
zorgvuldigheidsnormen.
HR Zutphense juffrouw – Juffrouw De Vries woonde boven het pakhuis van Nijhof waarin leer
was opgeslagen. Door de vorst was de waterleiding gesprongen en dreigde het leer nat te
worden. Juffrouw De Vries weigerde echter de hoofdkraan af te sluiten, omdat zij vond dat het
maar praatjes waren om haar van haar nachtrust te beroven.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Fleur141. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.