Je lichaam wordt constant belaagd door organismen uit de omgeving die je ziek kunnen maken. Veel
van deze ziekteverwekkers (pathogenen) zijn erg klein, zoals virussen en bacteriën. De inhoud van
het maag-darmkanaal hoort bij het uitwendige milieu (omgeving buiten het lichaam). Het inwendige
milieu kan pas worden bereikt nadat een celmembraan is gepasseerd
Het binnendringen van ziekteverwekkers in je lichaam wordt een infectie genoemd. Bij een infectie
met bacteriën, schimmels en dieren ontstaan de
ziekteverschijnselen veelal door de giftige stoffen die ze afgeven.
Schimmels infecteren meestal de huid of de luchtwegen. Bacteriën,
virussen en eencellige dieren treden vaak ook derest binnen.
Virussen bestaan uit een streng DNA of RNA met daaromheen een
eiwitmantel. Het virus-DNA wordt bij een infectie overgebracht naar
gastheercellen. Na het binnendringen van het virus-DNA in de gastheercellen vermenigvuldigt het
virus zich in deze cellen, waardoor de cellen doodgaan
Stoffen of cellen die niet in je lichaam thuishoren, heten lichaamsvreemd. Het afweersysteem (of
immuunsysteem) beschermt je daartegen
Lichaamseigen stoffen of cellen worden door je lichaam gemaakt of zijn onderdeel van je lichaam.
Deze worden normaal gesproken niet door je afweersysteem aangevallen
De huid en de slijmvliezen vormen de eerste verdedigingslinie in de bescherming tegen gevaren van
buitenaf. De huid is moeilijk om binnen te dringen, via openingen (ogen, neus, mond) zorgen
slijmvliezen ervoor dat ziekteverwekkers moeilijk kunnen binnendringen. Traanvocht en speeksel
spoelen indringers weg en slijmvlies vangt het op en houdt het tegen. Dit zijn voorbeelden van
mechanische afweer (fysieke aanpassingen om indringers buiten te houden)
Chemische afweer is het gebruik van stoffen om indringers buiten te houden (zoutzuur in maagsap
en zweet en olie tegen de groei van bacteriën op de huid)
Op de huid en in de darm zijn ook goede bacteriën, die bescherming vormen voor het lichaam. Ook is
er zo minder plaats voor slechte bacteriën (mechanische afweer)
De huid beschermt het lichaam tegen: het binnendringen van ziekteverwekkers, beschadiging,
waterverlies door verdamping en DNA-beschadiging door straling. De pigmentvormende cellen: de
melanocyten (melanos= zwart). Deze vormen het donkere pigment melanine, dat ze via hun
uitlopers afgeven aan de nabijgelegen opperhuidcellen. De vorming van melanine wordt
gestimuleerd door blootstelling van de huid aan zonlicht en beschermt de delende cellen in de
kiemlaag tegen de schadelijke invloed van ultraviolette straling in zonlicht
Planten hebben 3 manieren van afweren:
- Mechanische afweer door uiterlijke aanpassingen (haren, stekels, doornen)
- Chemische afweer door stoffen aan te maken die niet smakelijk of dodelijk zijn (cafeïne)
- Indirecte afweer een plant maakt een lokstof aan die de natuurlijke vijand van zijn belager
aantrekt
, Paragraaf 2 afweer
Het afweersysteem wordt geactiveerd op het moment dat er schadelijke stoffen het interne milieu
binnendringt. Hieruit onderscheiden we twee typen:
- Aangeboren afweer (aspecifiek) is gericht tegen vele verschillende typen
ziekteverwekkers, komt voor bij alle dieren en planten en dient als een snelle eerste afweer
tegen infectie. Het is de basis voor de verworven afweer
- Verworven afweer (specifiek) is het deel van je afweersysteem dat je
gedurende je leven ontwikkelt. Deze afweer is gericht tegen één type
ziekteverwekker en komt alleen bij gewervelde dieren voor.
Belangrijke organen van het afweersysteem zijn het beenmerg, de thymus, de milt en de
lymfeknopen, lymfoïde organen
In het rode beenmerg ontstaan verschillende typen witte bloedcellen:
fagocyten (aspecifiek) en lymfocyten (specifiek). De milt en lymfeknopen
hebben een functie bij de opslag en het transport van witte bloedcellen
Macrofagen (letterlijk: grote eter, veelvraat) zijn fagocyten die zich door
het hele lichaam verplaatsen. Ze reageren snel op binnendringende
ziekteverwekkers en maken deze binnen enkele minuten na binnenkomst
onschadelijk door ze in zich op te nemen (fagocyteren). Macrofagen
maken geen onderscheid tussen verschillende ziekteverwekkers, maar
ruimen als een grote stofzuiger snel alle binnendringers op.
De afweer van het lichaam tegen bacteriën kan tijdelijk worden versterkt door het gebruik van
antibiotica. Een antibioticum is een medicijn dat bacteriële infecties bestrijdt. Het werkt dus niet
tegen infecties van virussen.
Macrofagen hebben hulp nodig van het tweede afweersysteem: de verworven of adaptieve afweer.
Bij de verworven afweer zijn de lymfocyten betrokken. Lymfocyten herkennen indringers aan
antigenen. Een antigeen is een groot molecuul (meestal eiwitten) dat het afweersysteem kan
activeren.
Het herkennen van lichaamsvreemde antigenen gebeurt door receptoreiwitten op celmembranen
van lymfocyten. Deze receptoreiwitten zijn specifiek: elk type receptoreiwit kan slechts één type
antigeen binden 9sleutel-slotprincipe).
Lymfocyten zorgen voor specifieke afweerreacties. Lymfocyten ontstaan uit stamcelen in het rode
beenmerg. Sommige lymfocyten verplaatsen zich van het beenmerg naar de thymus om zich daar
verder te ontwikkelen. Deze worden T- lymfocyten of T-cellen genoemd. Andere lymfocyten blijven
achter in het beenmerg om te rijpen. Deze worden B- lymfocyten of B-cellen genoemd.
De lymfocyten komen vooral terecht in de lymfeknopen en de milt
Nadat een macrofaag een ziekteverwekker heeft gefagocyteerd, wordt het
antigeen van de ziekteverwekker aan de buitenkant van de cel geplaatst en
verandert de macrogaaf in een antigeen-presenterende cel (APC). Op het
moment dat de macrofaag of andere witte bloedcel verandert in een APC,
wordt hij onderdeel van de verworven afweer
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller irisvanslooten1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.16. You're not tied to anything after your purchase.