Een samenvatting over hoofdstuk 8 geluid van NaSk 1. Alle paragrafen zitten er in, ook alle begrippen zijn er in verwerkt. Makkelijk en overzichtelijk. Ook extra informatie. Berekeningen staan er en ook uitleg sommen.
Geluidsbronnen
- Geluidsbron, geluid ontstaat door een trillend voorwerp. Iedere geluidsbron heeft een
onderwerp dat trilt.
- Conus, onderdeel van een luidspreker dat heen en weer beweegt en zo trillingen
maakt.
Om te begrijpen hoe geluid ontstaat, kijk je wat er gebeurt als je op een trommel slaat. Het
trommelvel trilt. Boven en onder het trommelvel ontstaat een regelmatig patroon van dichte
en minder dichte lucht. Bij alle geluidsbronnen ontstaat door de trilling drukverschillen in de
lucht, die zich door de lucht verplaatsen.
- Klankkast, een klankkast versterkt geluid. Bijvoorbeeld bij een gitaar. De snaren
hebben geen groot oppervlakte, daardoor kan die ook niet veel lucht laten trillen. De
brug geeft de trillingen door aan de klankkast en die gaat ook trillen. De klankkast
heeft een veel groter oppervlakte en komen er dus ook veel sterkere trillingen.
Tussenstof
- Tussenstof, geluid kan zich ook door een vloeistof of een vaste stof verplaatsen. Je
kan bijvoorbeeld ook onder water geluid horen, water is dan de tussenstof. Ook
muren van steen of beton geven geluid door. Steeds is er een tussenstof nodig om
het geluid door te geven.
Geluid ontvangen
Via de oorschelp en de gehoorgang komen trillingen binnen bij het trommelvlies. Het
trommelvlies gaat meetrillen en laat de gehoorbeentjes trillen in het middenoor. Het
trommelvlies en de gehoorbeentjes versterken het geluid in de trommelholte. Uiteindelijk
gaan de haarcellen in het slakkenhuis trillen. Deze zetten trillingen om in een elektrisch
signaal naar de hersenen.
*Je hoeft niet alle onderdelen in deze foto te weten*
, 8.2 Frequentie
Muziekinstrumenten
- Snaarinstrumenten, instrumenten met snaren. Dikke snaren maken een lager geluid
dan dunne snaren, omdat ze langzamer trillen. Als je de snaar korter maakt dan trilt
de snaar sneller en maakt die een hogere toon. Door een snaar strakker te spannen
wordt de toon ook hoger en minder strak wordt de toon lager.
- Blaasinstrument, hierbij laat je de lucht trillen met je lippen of je blaast door een rietje
die de lucht laat trillen. Op een blaasinstrument zitten knoppen die zorgen ervoor dat
de kleppen open en dicht gaan. Zo maak je de lengte van de buis met trillende lucht
korter of langer. Als de kleppen dicht zijn, heeft de buis de grootste lengte.
- Luchtkolom, de lengte van de trillende lucht heet de luchtkolom. Bij een korte
luchtkolom ontstaan hoge tonen, bij een langere luchtkolom wordt de toon lager.
Frequentie en trillingstijd berekenen
- Frequentie (f), het aantal trillingen in één seconde. Het verschil tussen een hoge en
een lage tonen komt door het verschil in de snelheid waarmee een snaar trilt. Hoe
sneller een snaar trilt, hoe groter het aantal trillingen per seconde. Het symbool voor
frequentie is f. Hoge tonen hebben een grote frequentie en lage een lage frequentie.
- Hertz (Hz), hertz is de eenheid van frequentie. Voor hogen tonen gebruik je vaak de
eenheid kHz = 1000 Hz
- Diagram, van een trillende beweging kun je een diagram maken. In het diagram zet
je uitwijking uit tegen de tijd. Op de horizontale as zet je de tijd in milliseconde (ms)
en op de verticale as de uitwijking in millimeter (mm). In een grafiek is een berg en
een dal één trilling.
- Amplitude, de uitwijking van de horizontale as tot de top van de berg heet amplitude.
- Trillingstijd, de tijd die nodig is voor een trilling. Als de frequentie toeneemt neemt de
trillingstijd af. Frequentie en trillingstijd zijn omgekeerd evenredig. Het verband
tussen de frequentie en de trillingstijd zie je in de formule:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller samkoningde. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.29. You're not tied to anything after your purchase.