100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Module 2 Laagland A Nederlands $7.07   Add to cart

Summary

Samenvatting Module 2 Laagland A Nederlands

 20 views  0 purchase
  • Course
  • Level

Samenvatting Module 2 Laagland A Nederlands

Preview 1 out of 2  pages

  • November 1, 2022
  • 2
  • 2022/2023
  • Summary
  • Secondary school
  • 6
avatar-seller
Module 2 – literair taalgebruik en betekenistoekenning

2.1 Nadruk op taalgebruik
We spreken van foregrounding als een taaluiting opvalt omdat die voor de lezer afwijkt van wat normaal is. Stijlfiguren
en beeldspraak zijn vormen van taalgebruik die foregrounding kunnen bewerkstelligen in alle soorten literaire teksten:
verhalende teksten, gedichten en toneel.

2.2 Stijlfiguren
Stijlfiguren zijn bewust toegepaste afwijkingen van het alledaagse, normale taalgebruik. Stijlfiguren zijn vaste
(retorische) formuleringen, bedoeld om bij de lezer een effect te bewerkstelligen. Doordat een bepaalde formulering
(een woorden of woordgroep) afwijkt van het normale taalgebruik krijgt zo’n formulering nadruk. Veel gebruikte
stijlfiguren zijn de volgende:
- Tegenstelling (antithese): woorden, zinnen of grotere tekstgedeelten zijn tegengesteld aan elkaar. Vaak worden de
woorden, zinnen of tekstgedeelten naast elkaar of in de buurt van elkaar geplaatst om het effect op jou als lezer te
bewerkstelligen.
- Herhaling (repetitio): een woord of woordgroep wordt (vrijwel) ongewijzigd herhaald. Door de kracht van de
herhaling ga je als lezer aan dit woord of deze woordgroep extra belang toekennen.
- Paradox: een schijnbare tegenstelling in een formulering waarbij tegengestelde begrippen met elkaar worden
verbonden. Een paradox is een vorm van tegenspraak die de aandacht op zichzelf vestigt. Als lezer moet je er vaak
even over nadenken.
- Opsomming (enumeratio): een opsomming van namen, feiten of gegevens.
- Litotes: iets als onbelangrijk aanduiden, terwijl je het tegenovergestelde bedoelt door het omgekeerde te
ontkennen; ook: iets aanprijzen door het omgekeerde te ontkennen.
- Ironie: ironie is in de eerste plaats de benaming voor milde, niet kwetsend of beledigend bedoelde (zelf)spot.
Daarnaast is er verbale ironie. Bij verbale ironie wordt het tegenovergestelde gezegd van wat wordt bedoeld: een
impliciete, maar bewust bedoelde betekenis van een taaluiting wijkt af van wat letterlijk gezegd of geschreven
wordt. Er is dus een verschil tussen wat wordt gezegd of geschreven en wat wordt bedoeld.
- Eufemisme: iets wat anders ‘hard’, onaangenaam, naar, schokkend, schrikaanjagend, of bedreigend over kan
komen door middel van een vage omschrijving, een vreemd woord of afkorting minder ‘hard’ benoemen.
- Chiasme (kruisstelling): twee paren van woorden of woordgroepen worden als in een soort kruis gesteld, zodat (1)
correspondeert met (4) en (2) met (3).
- Parallellisme: een bijzondere vorm van herhaling is de terugkeer van dezelfde woordvolgorde. Een aantal zinnen of
regels in de tekst heeft een vergelijkbare grammaticale constructie. Parallellisme zorgt ervoor dat een bepaalde
gedachte of emotie versterkt wordt. De tekst kan door het gebruik van parallellisme een plechtige, soms zelfs
bezwerende indruk maken.
- Pleonasme: een vanzelfsprekende eigenschap van een begrip wordt nog eens extra verwoord.
- Tautologie: eenzelfde begrip wordt meerdere malen met synoniemen uitgedrukt.
- Hyperbool: sterke overdrijving.
- Retorische vraag: geen echte vraag, omdat het antwoord bekend wordt verondersteld. Bij een retorische vraag
wordt de vraagvorm om jou als lezer meer bij de boodschap te betrekken, te verrassen of aan het denken te
zetten.


2.3 Beeldspraak en symboliek
Bij beeldspraak krijg je als lezer te maken met woorden of formuleringen die in de tekst iets anders betekenen dan wat
er letterlijk staat. Bij beeldspraak wordt iets anders gezegd dan wordt bedoeld. Er is sprake van figuurlijk taalgebruik.
Bij beeldspraak wordt datgene wat letterlijk wordt bedoeld (het object) aangeduid met een figuurlijk bedoeld woord of
woordgroep (het beeld).
Er zijn twee hoofdtypen beeldspraak: de metaforen en de metonymia. Verder zijn er nog twee aparte vormen van
beeldspraak: de personificatie en de synesthesie.
2.3.1 Metaforen
Bij metaforen is er een bepaald verband tussen object en beeld: zowel object als beeld hebben iets
gemeenschappelijks, iets vergelijkbaars of iets overeenkomstigs.
- Vergelijking-met-als: het (letterlijk bedoelde) object en het beeld (de figuurlijke aanduiding) worden beide
genoemd en door bepaalde (vergelijkende) woorden met elkaar verbonden.
- Vergelijking-zonder-als (asyndetische vergelijking): het object en het beeld worden beide genoemd, maar een
woord dat object en beeld vergelijkend met elkaar verbindt, ontbreekt.
- Metafoor in strikte zin: alleen het beeld is aanwezig, het object ontbreekt. Als lezer moet je op basis van de context
bepalen wat het object is.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller emmapeerboom. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.07. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

75759 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.07
  • (0)
  Add to cart