100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting H0 - H3 Economie vandaag 2022 $5.97   Add to cart

Summary

Samenvatting H0 - H3 Economie vandaag 2022

 51 views  2 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

De samenvatting is gemaakt op basis van de lessen, powerpoints en het boek zelf. Als staat grondig uitgelecht met tekst en in grafrieken.

Preview 4 out of 37  pages

  • No
  • Hoofstuk 0/3
  • November 1, 2022
  • 37
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Economie Inleiding
Doel van economisch wetenschap
Economie
= Wetenschap die bestudeert hoe de mens met schaarse middelen handelt om
zijn behoefte te voldoen.
= Studie van het menselijk streven naar bevrediging van behoeften met behulp
naar schaarste middelen.
Behoefte
= Het aanvoelen van een tekort en het streven dit tekort te bevredigen.
 Soorten behoeften
primaire vs secundaire
materiële vs immateriële
individueel vs collectieve
Schaarste middelen
= Schaarste is als er productiemiddelen moeten worden opgeofferd om het
product voort te brengen.

Schaars ≠ zeldzaam
= Een middel waarvan de verlangde hoeveelheid de beschikbare hoeveelheid zou
overtreffen indien het gratis ter beschikking stond.
Voorbeeld: Chocolade is in elke winkel aanwezig dus je zou denken dat dit geen
schaars product is. Moest chocolade gratis ter beschikking worden gesteld,
zouden de voorraden vlug uitput zijn omdat iedereen om gratis chocolade zou
komen.
 Schaarse middelen zijn middelen die niet oneindig beschikbaar zijn, en waar
een prijs tegenover staat. (grondstoffen, water, voedsel, kleding)
 Schaarste ontstaat door een markt en prijs.
 Hierdoor ontstaat waarde verschijnsel. = Wij moeten er een prijs voor betalen.
Door een beperktheid van ons inkomen kunnen we niet alles wat we willen
kopen.
 Q = hoeveelheid
Nuttigheid en keuzeprobleem
Nut
= Mate van behoeftebevredigingen.
 Kan verschillend zijn voor iedereen.
 Een rationeel handelde mens stelt preferentieschema op afhankelijk van zijn
subjectief nut.

,Keuze
= Men moet steeds keuzes maken hoe men de beperkte middelen he beste kan
gebruiken. Beperkte middelen gebruikt men voor een bepaald goed. Men kan ze
niet meer inzetten bij productie van een ander goed.
Voorbeeld: Een werknemer kan niet gelijktijdig in de landbouw en in de
dienstensector werkzaam zijn. Een stuk grond kan men niet gelijktijdig voor
wegenaanleg en als natuurgebied gebruiken.
Economisch principe
= Met een gegeven hoeveelheid middelen zoveel mogelijk behoeften proberen te
bevredigingen.
= Een bepaald doel proberen te bereiken met opoffering van min mogelijk
middelen.

Welvaart en welzijn
Welvaart
= De mate waarin iemand in zijn of haar behoeften kan voorzien met middelen
die schaars zijn.
 Als je meer centen hebt is er meer koopkracht.
Welzijn
= Het lichamelijke en geestelijke welbevinden van mensen te verstaan.
 Welvaart en welzijn hoeven niet samen te vallen.
Voorbeeld: Als je drie keer per jaar op reis kan gaan dan beschik je over een
hoge mate van welvaart. Als je veel liever thuis in je tuin je favoriet boek leest
dan spreken we over welzijn.

Soorten goederen en diensten
Vrije goederen
= Niet schaarse goederen. (zonnewarmte)
Economische goederen
= Schaarse goederen.
 Zuiver individuele: rivaliserend, uitsluitend en aanbod komen in het
privéleven. (cinemabezoek, restaurantbezoek)
 Quasi-collectieve: kunnen zuiver individueel zijn maar aanbod wordt gebracht
door de overheid. (tolwegen, bedrijfswagen, openbaar vervoer)
 Zuiver collectief: niet-rivaliserend, niet-uitsluitend en overheid regelt aanbod.
(snelwegen, leger)

,Soorten goederen (economische goederen)
Consumptie goederen (privé)
= Verbruiksgoederen
 Goederen die je niet terug opnieuw kan gebruiken. (voeding, fossiele
brandstof)
 Niet-duurzaam
= Gebruiksgoederen
 Goederen die je meerdere keren kan gebruiken of zelfs lang meegaan.
(meubels, boeken)
 Duurzaam
Investeringsgoederen (bedrijf)
= Vlottende investeringsgoederen
 Ze worden tijdens het productieproces verwerkt of verwerkt en vinden we
terug in het eindproduct. (grondstoffen, hulpmaterialen)
 Niet-duurzaam
= Kapitaalgoederen of productiegoederen
 Zijn goederen en diensten waarmee andere goederen worden
geproduceerd, alsmede de voorraden gereed product en het nog
onderhanden werk. (gebouwen, scholen, machines, wegen)
 Duurzaam

, Consumptie en productie
Consumptie
= verbruik van artikelen in het algemeen
 Besteding van inkomen.
 Het uitgeven van geld of andere middelen.
Productie
= Productie is het maken (produceren) van goederen of diensten met als doel ze
te verkopen. Productie is het toevoegen van economische waarde: de gemaakte
producten hebben nut voor de kopers.
 Verwerven van inkomen.
 Het verkrijgen van goederen of diensten door middel van aankoop, pacht,
huur of transacties.
Productiefactoren
Natuur
 Grondstoffen en energiebronnen
 Primair
Kapitaal
 Geproduceerde productiemiddelen
 Afgeleid
Arbeid
 Fysiek, intellectueel en ondernemend
 Primair

De methode
Inductieve methode
= Feitelijke waarnemingen
 Vraag en aanbod stijgen en dalen bij een situatie.
 Verbanden tussen prijs en gevraagde.
Deductieve methode
= Theoretische veronderstelling
 Logische redenering

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dakotamommerency. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.97. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

80467 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.97  2x  sold
  • (0)
  Add to cart