100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting alle hoorcolleges en grasple lessen KOM $7.43
Add to cart

Summary

Samenvatting alle hoorcolleges en grasple lessen KOM

 4 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Een uitgebreide samenvatting wat alle stof uit de hoorcolleges, grasple-lessen, werkgroepen en voorbereidende opdrachten bevat. Om een goed overzicht te krijgen van alle stof van KOM. Handig voor de tussentoets tot en met correlationeel, maar het hele document is compleet voor de eindtoets. Soms is...

[Show more]

Preview 4 out of 34  pages

  • November 1, 2022
  • 34
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Alle stof KOM
Inleiding
Hoorcollege 1 Inleiding
Kenmerken van wetenschappelijk onderzoek:
- Empirisch= De kennis is gebaseerd op systematische waarnemingen, je kan
dus niet zomaar wat roepen. Dat kan je zelf hebben waargenomen of bijv.
baseren op vragenlijsten.
- Controleerbaar= De stappen die de onderzoeker heeft gezet moeten
nagedaan kunnen worden waardoor je tot een min of meer vergelijkbare
conclusie kunt komen.
- Probabilistisch= Het gaat vaak om algemene verbanden, dus het hoeft niet
voor iedereen te gelden. Dit betekent dat je er met 1 anekdote vaak nog niet
gelijk bent, want het verband dat je gevonden hebt hoeft niet altijd voor
iedereen te gelden. Vaak als je onderzoek doet zul je toch steeds net iets
anders vinden.
Theorie= Je probeert het verband te verklaren, dus waarom het ene leidt tot het
andere. Dit kan gedaan worden met verschillende mogelijke verklaringen.




Onderzoeksontwerp= Hoe kun je antwoord geven op je vraag? Hoe ga je het
onderzoeken? Hangt vooral af van de onderzoeksvraag. Bij wie worden empirische
gegevens verzameld?
Je komt dan tot de conclusie dat de data wel of niet de theorie ondersteund.

,Kenmerken van een goede wetenschappelijke theorie:
- Ondersteund door data uit wetenschappelijk onderzoek.
- Falsifieerbaar= De theorie moet weerlegd kunnen worden aan de hand van
verzamelde gegevens. Uit een onderzoek zou moeten kunnen blijken dat het
niet zo is. Bijv. de theorie dat er een God bestaat kan je niet weerleggen.
- Spaarzaam= Als een eenvoudige theorie volstaat, is het niet nodig om deze
complexer te maken. Een theorie kan nou eenmaal niet voor iedereen op de
hele wereld gelden.
Drie soorten onderzoeksvragen:
1. Fundamenteel= Je probeert een theorie te bedenken waarom mensen doen
wat ze doen. Algemeen onderzoek.
2. Toegepast= Je bent geïnteresseerd in een onderzoek dat is specifiek
toegepast op een bepaalde situatie.
3. Translational= Onderzoeksbevindingen die in 1 context gedaan zijn wil je
toepassen in een andere context.
Onderzoeksontwerpen kunnen kwalitatief (tekst) of kwantitatief (cijfers) zijn.
Hypothese= Wat verwacht ik als onderzoeker? Zo kan je vastleggen wat je eigen
idee is.


Hoorcolleges kwalitatief
Hoorcollege 1 kwalitatief
Het voornaamste doel van kwalitatief onderzoek is: Om sociale fenomenen te
begrijpen vanuit hun natuurlijke context. Dit om bepaalde empirische patronen te
vinden, want zo kunnen die gegevens een basis vormen voor theorievorming of het
aanpassen van bestaande theorie.
Deze patronen kunnen zijn in: Gesproken of geschreven teksten, observaties van
gedrag en interacties of beeldmateriaal etc.
Het gaat vaak om de ideeën, motieven, houdingen, ervaringen, gedrag, etc.
Dus de kenmerken van kwalitatief onderzoek zijn:
1. De onderzoeker is geïnteresseerd in de natuurlijke omgeving van de
respondent.
2. De onderzoeker heeft een contextuele benadering.
3. Het perspectief van de respondent staat centraal.
4. Via specifieke observaties probeert de onderzoeker de sociale werkelijkheid te
omschrijven. En naar algemeenheden/patronen te zoeken.
Inductie= Het proces waarbij er vanuit de waarnemingen theorieën worden
ontwikkeld.

,Onderzoeksontwerp: Hoe gaan we de data verzamelen en bij wie? Wat, hoe, wie.
Kwalitatief interview= Een 1 op 1 gesprek met een interviewer en de respondent. De
interviewer is hier nadrukkelijk aanwezig.
5. De interviewer is als er een kwalitatief interview is nadrukkelijk aanwezig.
De persoon die geïnterviewd wordt kan een participant/respondent zijn, maar het kan
ook een informant zijn. Dit is dan bijv. een ervaringsdeskundige of een arts.
Soorten interviews:




Hoe meer naar rechts, hoe meer dingen er vastliggen.
Populatie= Alle mensen die in de doelgroep vallen waar de onderzoeker in
geïnteresseerd is.
Steekproef= De groep uit die populatie waar de onderzoeker uiteindelijk de gegevens
van gaat verzamelen.
Ideaal is dat de resultaten uit de steekproef teruggekoppeld kunnen worden naar de
populatie. Dan moet de steekproef wel representatief zijn.
Doelgerichte steekproef= De onderzoeker is op zoek naar een participant met hele
specifieke kenmerken. Bijv. eerstejaars studenten die recent een date ervaring
hebben meegemaakt waar social media gebruikt werd. Twee dingen die daar een
belangrijke rol spelen:
- Case study logic= De onderzoeker gaat op zoek naar specifieke individuen die
belangrijke informatie kunnen geven. Elk specifiek verhaal is waardevol, dat
moet de onderzoeker zich realiseren.
- Sample for range= De onderzoeker gaat op zoek naar een zo breed mogelijk
scala aan ervaringen. Elke keer hetzelfde verhaal heb je niet veel aan.
Zoekend naar een grote verscheidenheid.
Bij kwalitatief onderzoek worden hypothesen niet opgesteld, omdat je enkel vanuit
bestaande data een theorie wilt ontwikkelen of aanpassen, dus:

, Transcript= De volledige en letterlijke uitgetypte tekst van het opgenomen interview.
Field notes= Aantekeningen die de interviewer tijdens het interview maakt. Deze
kunnen waardevol zijn tijdens het analyseren van de data later in een stadium. Bijv.
de indruk van de geïnterviewde, non-verbale dingen.
Nadeel: De interviewer moet neutraal zijn en het gesprek niet beïnvloeden, maar zich
wel inleven in het gesprek en doorvragen. Dat kan lastig zijn. De interviewer kan de
conversatie in een bepaalde richting sturen.
Betrouwbaarheid= Een dataverzamelingsmethode is betrouwbaar, wanneer het bij
meerdere herhalingen nog steeds op dezelfde gegevens komt. Bijv. steeds hetzelfde
gewicht aangeven op de weegschaal.
Validiteit= De gegevens komen overeen met de waarheid.




Verstandhouding (rapport)= Het is belangrijk dat dit goed zit tijdens het interview
zodat je erachter komt wat de respondent echt bedoelt.




Focusgroep= Een interview met een groep mensen waardoor er interactie tussen de
respondenten ontstaat.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Isarutten02. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.43. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

48072 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$7.43
  • (0)
Add to cart
Added