Argumentatieleer Samenvatting Van Eemeren en Snoeck
241 views 2 purchases
Course
Argumentatieleer
Institution
Universiteit Apeldoorn (TUA)
Een volledige, heldere en beknopte samenvatting van het boek:
'Argumentatie' door Frans van Eemeren, Francisca Snoeck Henkemans
Bruikbaar voor vakken die gaan over argumentatietheorie, argumentatieleer en retorica.
HOOFDSTUK 1 HET IDEN TIFICEREN VAN MENINGSVERSCHILLEN
1.1 EXPLICIETE EN IMPLICIETE VERSCHILLEN VAN MENING
Er is een verschil van mening, zodra er een standpunt is dat niet door iedereen gedeeld wordt: het wordt door
de andere partij in twijfel getrokken en/of verworpen.
» Expliciet meningsverschil: zowel standpunt als kritiek worden uitdrukkelijk onder woorden gebracht.
» Impliciet meningsverschil: alleen het standpunt wordt uitdrukkelijk onder woorden gebracht, maar extra
beargumenteerd in de veronderstelling dat er mensen zijn die het in twijfel zullen trekken.
1.2 POSITIEVE EN NEGATIE VE STANDPUNTEN
Propositie: de verwoording van de kwestie die de inzet vormt voor het verschil van mening, bijvoorbeeld een
feit/gebeurtenis, voorspelling, oordeel of aanbeveling.
Je kan je t.o.v. een propositie positief, negatief of neutraal verhouden.
1.3 STANDPUNTEN EN UITINGEN VAN TWIJFEL
Het maakt niet uit waarover een propositie gaat, er kan altijd een standpunt over worden ingenomen. De
reikwijdte kan op een geheel slaan maar ook op individuen. Er zijn ook verschillende gradaties van kracht
(stellig/voorzichtig). Een standpunt kan ook op meer proposities betrekking hebben, die dan in de regel nauw
verband met elkaar houden.
Bij een positief standpunt zijn standpunt en propositie vaak slecht te onderscheiden (vb Zussen zijn gezellig).
Bij een negatief standpunt is de grens met twijfel niet altijd helder, vaak omdat mensen beleefd willen blijven.
1.4 TYPEN VERSCHILLEN VA N MENING
Basisvorm: 1) standpunt (positief/negatief) 2) twijfel
Een meningsverschil met betrekking tot één propositie is enkelvoudig. In de basisvorm is er ook maar één met
een verdedigbaar standpunt, het meningsverschil is niet-gemengd. Verschillende variaties:
- niet=gemend enkelvoudig (basisvorm) - niet-gemend meervoudig
- gemengd enkelvoudig - gemengd meervoudig
Je kan elke vorm terugbrengen tot de basisvorm door de verschillende elementen van een verschil uit elkaar te
halen.
1.5 HOOFDVERSCHILLEN EN SUBVERSCHILLEN VAN MENING
Ook de argumentatie van een standpunt ten aanzien van een propositie (hoofdverschil) kan in twijfel worden
gebracht, dit zijn dan de subverschillen. Het hoofdverschil kan ook pas in de loop van de discussie tot
uitdrukking komen of in verschillende vormen worden weergegeven.
1.6 DE PRESENTATIE VAN S TANDPUNTEN EN VAN TWIJFEL
Een standpunt kan verbaal op verschillende manieren worden gepresenteerd (vb ik vind, volgens mij, mijn
conclusie is, het is onzin dat). Dikwijls is de context nodig om te zien of het werkelijk om een standpunt gaat.
Twijfel is lastiger te herkennen, omdat het vaak impliciet blijft (zie 1.1). Toch is ook twijfel verbaal te
presenteren (vb misschien is het wel niet zo dat, zou het niet zo kunnen zijn dat).
HOOFDSTUK 2 ARGUMENTEREN EN DISCUSSIËREN
, 2.1 HET OPLOSSEN VAN EEN VERSCHIL VAN MEN ING
Een verschil van mening is opgelost als één van beide partijen zijn aanvankelijke positie herziet en beide
partijen het zelfde standpunt aanhangen (hetzij positief/negatief/twijfel). Het beslechten van een verschil van
mening houdt in dat de geschilpunten op beschaafde (vb een derde die de knoop doorhakt, meerderheid van
stemmen, loten) of onbeschaafde (vb intimidatie) manier uit de weg worden geruimd.
2.2 ARGUMENTATIEVE D ISCUSSIES
Argumentatieve discussie: met behulp van argumentatie proberen vast te stellen in hoeverre een standpunt
verdedigbaar is.
Informatieve discussie: elkaar ergens van op de hoogte brengen.
Idealiter gaat een discussie als volgt:
1. Confrontatiefase: Vaststellen dat er een verschil van mening is.
2. Openingsfase: Beide partijen doen een poging het verschil op te lossen en maken afspraken over de verder
te voeren discussie (bewijslast, uitgangspunt etc.)
3. Argumentatiefase: Protagonist (verdediger standpunt) verdedigd zijn standpunt, vaak tegen aanhoudende
kritiek van de antagonist (criticaster, twijfelaar)
4. Afsluitingsfase: De balans wordt opgemaakt: wie zal zijn standpunt bijstellen?
2.3 DE FUNCTIE VAN HET IDEAALMODEL
Het ideaalmodel is vaak geen weergave van de werkelijkheid. Vaak wordt aan de opening weinig aandacht
besteed, in tegenstelling tot aan de afsluiting. Discussies lopen vaak spaak door gebrek aan ‘orde’. Vaak komt
men er niet toe daadwerkelijk het standpunt van de ander over te nemen, gelukkig gebeurt het soms wel.
Het ideaalmodel kan een hulpmiddel zijn om aan te geven waar argumentatieve discussies in de praktijk
tekort schieten. Je kan er op een constructieve manier discussies mee analyseren, maar alleen als beide
partijen ook verder willen gaan dan een informatieve discussie.
2.4 HET BETOOG ALS O NDERDEEL VAN EEN DIS CUSSIE
De argumentatiefase wordt vaak als het meest wezenlijke van de discussie beschouwd. De uitspraken ter
verdediging van de protagonist vormen zijn betoog. Bij een gemengd verschil van mening is er sprake van een
betoog van beide kanten. Betogen zijn in de praktijk vaak onderdeel van de impliciete discussie, wanneer
slechts één partij aan het woord komt (niet echt een monoloog, maar een eenzijdige dialoog). Een betoog is er
steeds op gericht een eventuele criticus ergens van te overtuigen, of die zich nu manifesteert of niet, anders
zou het betoog immers overbodig zijn. In een eenzijdig betoog zal men de andere discussiefasen zoals de
confrontatie en de afsluitingsfase moeten verwerken doormiddel van tegenwerpingen en een conclusie.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller PDDekker. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.79. You're not tied to anything after your purchase.