Met deze samenvatting ga jij je de toets Facilitaire Dienstverlening behorende bij de module MGO van de HAN rocken. Ook handig als je binnenkort de Landelijke Kennistoets (LKT) gaat maken en nog een samenvatting nodig hebt voor facilitaire dienstverlening.
De toets Facilitaire Dienstverlening op d...
Facilitaire dienstverlening
1. Inleiding in de facilitaire dienstverlening
Korte definitie: voorwaardenscheppende ondersteuning van de primaire
bedrijfsprocessen.
VB primair bedrijfsproces = ziekenhuis
VB voorwaardenscheppende ondersteuning = schoon en functioneel gebouw
waar de benodigde materialen aanwezig zijn om de zorgverlening te kunnen
bieden
Uitgebreide definitie: Het integraal managen (plannen en bewaken) en
realiseren van de huisvesting, de services en de middelen, die moeten bijdragen
aan een doeltreffende, doelmatig, flexibele en creatieve verwezenlijking van de
doelen van een organisatie in een veranderde omgeving.
De drie pijlers: huisvesting, services en middelen
Een ontwikkeling is dat de facilitaire dienst niet meer aan
voorwaardenscheppend is, maar een toegevoegde waarde nastreeft en direct
invloed uitoefent op het resultaat van de onderneming.
In bijna alle gevallen is een facilitair bedrijf een profit-bedrijf (gericht op winst).
Uitbesteden: Bepaalde onderdelen uit handen geven. (VB: wasgoed, door
externe wasserij)
Sourcing: Het anders organiseren van functies en diensten, waarbij gekeken
wordt of het verstandig is om de activiteit zelf te doen of uit te besteden.
Aanbestedingswet: moet leiden tot minder administratieve lasten en het moet
kleinere bedrijven een eerlijkere kans geven op een opdracht.
Doelen:
- Meer concurrentie (doordat meer ondernemers kunnen meedingen naar
een overheidsopdracht)
- Minder administratieve taken
- Meer lijn in het aanbestedingsproces
- Betere naleving van de regels
- Betere besteding van belastinggeld
- Eenvoudigere afhandeling van klachten
Profit Gericht op winst restaurants, catering, schoonmaakbedrijf,
glazenwassers en hoveniers
Non-profit: Niet gericht op winst verpleeghuizen, verzorgingshuizen,
ziekenhuizen en stichtingen
Semi-profit: profit activiteiten binnen de non-profit organisatie derde
geldstroom. Zoals een bezoekersrestaurant binnen een non-profit organisatie
zoals een ziekenhuis.
,Organogram: Schematisch overzicht van de organisatiestructuur.
Lijnfuncties: Staan onder elkaar. Je valt onder iemand in een dienst.
Staffuncties: Ondersteunend of adviserend
Een organisatiestructuur waarbij er naast een hiërarchische lijn ook sprake is van
een ondersteunende lijn noem je een lijn-staf organisatie.
De factoren die invloed hebben op de vorm van een facilitaire organisatie:
- Grootte
- Visie
- Leidinggevende
- Het aantal diensten
- Kosten
- Prioriteiten
Hiërarchische niveaus
- Strategisch: hoogste niveau raad van bestuur en directie beleid
wordt omgezet in doelen
- Tactisch middelste niveau beleid en doelen omgezet naar acties
- Operationeel laagste niveau het daadwerkelijk uitvoeren van de
diensten en verstrekken van de middelen
Strategisch = richten. VB = besparen op energiekosten
Tactisch = inrichten. VB = kan gerealiseerd worden door plaatsing
zonnepanelen
Operationeel = verrichten. VB = de zonnepanelen worden geplaatst
Taken van een facilitair leidinggevende:
Verricht facilitaire werkzaamheden:
- Faciliteert bijeenkomsten
- Verwerkt gegeven met informatiesystemen
- Voert logistieke werkzaamheden uit
- Bevordert de veiligheid
- Onderhoudt ruimte en apparatuur
- Onderhoudt contact met interne en externe klanten en leveranciers
- Signaleert klachten en verbeterpunten en handelt deze af.
Voert beheerstaken uit:
- Maakt een plan voor de uitvoering van de dienstverlening
- Voert contractbeheer uit
- Beheert financiën
- Stemt af met het management
Geeft leiding:
- Begeleidt en stuurt (lerende) werknemers
- Plant en verdeelt de werkzaamheden
- Voert gesprekken met medewerkers
Missie: In een missie wordt het bestaansrecht van een organisatie beschreven
vanuit de waarden en identiteit. Waarom besta je als organisatie en waarop
zet je in?
Missie geïntegreerd: Het hele bedrijf draagt de missie.
, Visie: In een visie wordt de toekomstdroom van de organisatie beschreven en
welke bijdrage de organisatie aan de maatschappij wil leveren. De missie krijgt
concrete handen en voeten. Waar gaan we voor?
Strategie: In de strategie worden duidelijke acties geformuleerd om de visie
werkelijkheid te laten worden.
Bestaat uit: concrete uitwerking visie actieplan taakverdeling
Branding: De verzameling van alle expressies waarmee je ziet dat het van dat
bedrijf is. Kenmerken.
Interbrand: Voorbeelden: slogans en logo’s.
Financiën
Vaste kosten: Terugkerende, maandelijkse of periodieke kosten. Denk aan:
huur, elektriciteit, water, afvalkosten, abonnementen en afschrijvingen.
Variabele kosten: Kosten die variëren of eenmalig zijn. Denk aan: kosten voor
voeding, voorraadartikelen, aanschaf nieuwe prullenbakken of wc-brillen.
Directe kosten: Kosten die rechtstreeks gemaakt worden op een dienst of
product. Denk aan: inkoop van voeding, schoonmaak van hotelkamers en de
afschrijving van een koffiemachine.
Indirecte kosten: Kosten die breder voor meerdere diensten gemaakt worden
zoals energiekosten, verzekeringen en algemene afschrijvingen op gebouw.
Break-even-point: Het punt waarop de kosten gedekt worden door de verkoop
(geen winst, geen verlies). Vanaf dit punt wordt winst gemaakt, ook wel het
break-even afzet genoemd.
Formule berekenen Break-evenafzet:
C:P–V
Vaste kosten gedeeld door prijs – variabele kosten
C = constante kosten (vaste kosten)
Gedeeld door de dekkingsbijdrage: het bedrag dat je na verkoop van een product
overhoudt.
P = prijs
V = variabele kosten
Formule berekenen break-evenomzet:
Break-evenafzet X verkoopprijs
Wetten
- General Food Law (algemene levensmiddelen verordening)
- Arbowet Veilig werken
- Milieuwetgeving Regels waarmee een balans tussen gebruik en behoud
van de omgeving gewaarborgd wordt.
- Drank en horecawet 18+
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller demybulkens. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.54. You're not tied to anything after your purchase.