College aantekeningen Formeel strafrecht (STRR.1) Ons strafrecht 2 - Strafprocesrecht, ISBN: 9789013121797
18 views 1 purchase
Course
Inleiding formeel strafrecht (STRR.1)
Institution
Hogeschool Arnhem En Nijmegen (HAN)
Book
Ons strafrecht 2 - Strafprocesrecht
College aantekening met toevoegingen van het boek en arrestenbundel. Het is een praktische samenvatting, waardoor je aan de hand van je wettenbundel en arrestenbundel de stof kan verwerken. Alles wordt stap voor stap uitgelegd en hoe je het moet doen op het tentamen.
o Het strafvorderlijk legaliteitsbeginsel
o Art. 1 Sv. “Strafvordering heeft alleen plaats op de wijze bij de wet voorzien” -wet:
formele zin, (Staten-Generaal + Regering)als er een bevoegdheid staat. HR Muilkorf.
Niemand mag tot straf vervolgd of veroordeeld worden , dan op de wijze en in de
gevallen, bij de wet voorzien. De gehele procedure in strafzaken.
o Dar er geen strafprocesrecht bestaat buiten de wet is feitelijk niet juist. Veel
strafprocesrecht berust ook op jurisprudentie en op internationale verdragen. Om recht
te doen aan de bijzonderheden van het geval moet aan de verantwoordelijke
functionarissen een zekere speelruimte worden gelaten om naar bewind van zaken te
oordelen.
o Functie:
- Rechtszekerheid
- Bescherming tegen willekeur van strafrechtstoepassing belastende instanties.
- Beginselen binnen het strafprocesrecht
- Geen derogerende werking voor 1 Sv: aanvullend
Gelijkheidsbeginsel
- Het is een fundamenteel beginsel, dat voor het hele publiekrecht geldt art. 1 Gw
- Het gelijkheidsbeginsel in het strafrecht gaat uit van de gelijke behandeling van gelijke gevallen.
Ook de rechter moet gelijke gevallen gelijk behandelen.
- Gevallen slechts zelden helemaal gelijk
- HR heeft bepaald dat geen sprake is schending van het gelijkheidsbeginsel als anderen met
soortgelijke delicten iet worden vervolgd.
- Let op! Aangiftegedrag en opsporing en vervolging zitten vol ongelijkheden.
Opportuniteitsbeginsel
- Heeft betrekking op de bevoegdheid en de positie van het OM
- Het is geen beginsel die tot de fundamenten van de rechtstaat gerekend kan worden
Dominus litis-beginsel
- Heeft betrekking op de bevoegdheid en de positie van het OM
- Het is geen beginsel die tot de fundamenten van de rechtstaat gerekend kan worden
Vertrouwensbeginsel
- Het vertrouwensbeginsel ziet erop dat een verdachte gerechtvaardigd mag vertrouwen op
mededelingen van politie en justitie.
- HR 13 september 1984, 151 (Parkeerwachter)
- Tenzij: zwaarwichtige redenen.
Zuiverheid van oogmerk
- Het beginsel van zuiverheid van oogmerk, ook wel bekend als het verbod op misbruik van
bevoegdheid (Franse vertaling: ‘Detournement de pouvoir’) houdt in dat een publieke
, bevoegdheid niet mag worden aangewend voor een ander doel dan waarvoor zij gegeven is.
Misbruik van bevoegdheden speelt vaak bij de inzet van algemene controlebevoegdheden in het
verkeersrecht (art. 160 WVW) ten behoeve van de opsporing.
- Er kan worden gezegd dat het om algemene beginselen gaat waarvan het hele publiekrecht is
doortrokken. Het beginsel geldt ook voor de politie en de rechter-commissaris bij toepassing van
dwangmiddelen.
Redelijke en billijke belangenafweging
o In het beginsel van de redelijke en billijke belangenafweging liggen de in het strafrecht geldende
eisen van proportionaliteit en subsidiariteit besloten. Relevante belangen dienen behoorlijk
tegen elkaar te worden afgewogen. Beslissingen die - in verhouding tot het algemeen belang -
onevenredig groot nadeel aan de belangen van de burger toebrengen, dienen achterwege te
blijven
o Proportionaliteit:
- Er moet op de voor betrokken minst bezwaarlijke wijze worden opgereden
o Subsidiariteit
- Er moet een redelijk verhouding zijn tussen de wijze van het optreden en het beoogde doel
- Er kan worden gezegd dat het om algemene beginselen gaat waarvan het hele publiekrecht is
doortrokken. Het beginsel geldt ook voor de politie en de rechter-commissaris bij toepassing
van dwangmiddelen. Er wordt dan gesproken over de beginselen van proportionaliteit en
subsidiariteit, maar het komt op hetzelfde neer.
Onschuldpresumptie
o Art. 6 lid 2 EVRM en 14, lid 2 IVBPR “vermoeden van onschuld”
- De verdachte is onschuldig totdat het tegendeel bij wet is bewezen.
- De verdachte moet bij vrijspraak geacht worden van alle blaam te zijn gezuiverd.
o Iedereen moet zich hier aanhouden, niet alleen de rechters.
o Spanning met ‘geen procedure zonder verdenking’ -de overheid mag de verdachte niet als reeds
veroordeelde aanmerken.
o Verdachte kan niet worden belast met het bewijzen van onschuld: OM moet schuld bewijzen
o De rechten moet ‘uitstralen’ dat hij de verdachte niet reeds als veroordeelde beschouwt (Art.
271, lid 2 Sv.)
o Voorkomen moet worden dat de verdachte tijdens het proces aan irreparabele maatregelen
wordt onderworpen.
Nemo Tenetur
o Art. 14 lid 3 sub g IVBPR, Art. 29, lid 1 Sv. “niemand hoeft aan zijn eigen veroordeling mee te
werken”
- Het recht om te zwijgen, de overheid moet schuld bewijzen de verdachte niet.
o Je moet in vrijheid je verklaring kunnen afleggen, zonder ongeoorloofde pressie. (pressie verbod
+ zwijgrecht)
o Art. 29 , lid 2: cautie
o HR: Braak bij binnentreden
o HR 12 December 1978, NJ 1979, 142:
- Deze uitspraak is met name van belang bij gebruik dwangmiddelen in het kader van de
proportionaliteit en subsidiariteit.
- Proportionaliteit & Subsidiariteit handelen!
, ART. 6 EVRM
Eenieder die strafrechtelijk vervolgd wordt, het recht op een eerlijk proces.
o Vereisten
- Openbare behandeling
- Binnen redelijke tijd wordt afgerond
- Behandeling door een onafhankelijke en onpartijdige instantie
- Bij de wet ingesteld
o Voor het voorkomen van een willekeurige bestraffing. Burger mag niet onterecht gestraft
worden.
o Het proces mag niet onnodig belastend zijn.
o Er moet sprake zijn van equality of arms. De tegenpartij moet met de zelfde rechten zichzelf
kunnen verdedigen.
Art. 8 EVRM
o Rechts op eerbieding (privacy) van privé-, familie- en gezinsleven
- Dit artikel beschermt ons als burger tegen onrechtmatig gebruik van opsporingsbevoegdheden
door de overheid (OM/Politie)
- Wanneer de overheid een inbreuk op de privacy wil maken moet dit voldoen aan de eisen van lid
2 (inbreuk moet vooral bij wet zijn toegestaan)
HR; onderzoek in smartphone
HR 4 December 2017, RvdW 2017, 467:
- Deze uitspraak is met name van belang wanneer de bevoegdheid van art. 94 Sv. (95 jo.
96 Sv.) Voldoende is voor een onderzoek in je smartphone en wanneer niet (schending
art. 8 EVRM) (R.O. 2.6-Art. 8 EVRM)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller s2512. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.91. You're not tied to anything after your purchase.