Bedrijfseconomie > het gedrag van individuele ondernemingen
- Dezelfde vragen voor ondernemingen, stichtingen, verenigingen en personen
• Ondernemingen/commerciële organisaties/bedrijven streven naar winst
• Organisatie: samenwerkingsverband die bepaalde doelen willen behalen:
> commercieel: geld verdienen
> niet- commercieel: ander doel, geld dat ze verdienen mogen dan ook niet naar eigenaar gaan
Rechtsvormen = juridische vorm van organisatie (commercieel)
• Eenmanszaak > 1 eigenaar
• Vennootschap onder firma (vof) > meerdere eigenaren
• Besloten vennootschap (bv) > weet precies wie de eigenaar is (met aandelen)
• Naamloze vennootschap (nv)> heel veel eigenaren met aandelen
• Stichting > komen aan geld door donateurs
• Vereniging > komen aan geld door leden
Veel mensen starten hun bedrijf op onder eenmanszaak (1 eigenaar) of vof, het is makkelijk op te starten.
Maar je bent persoonlijk aansprakelijk als je failliet gaat. Daarom gaan veel mensen naar bv of nv, bij deze
kunnen ze alleen het bedrag in de bv/nv inbrengen en niet privé
Bij bv en nv is er hoger belastingpercentage etc.
Management = het totale takenpakket van managers
> het bepalen van doelstellingen, plannen, organiseren, geven van leiding en controleren
, Bedrijfseconomie hoofdstuk 2:
Procenten wil zeggen per 100, 1/100, promillages wil zeggen per 1000 1/1000
Het ongewogen gemiddelde bereken je door verschillende waarden op te tellen en te delen door het aantal
waarden.
Het gewogen gemiddelde bereken je door verschillende waarnemingen te vermedigvuldigen met het
gewicht en dit totaal te delen door de som van de gewichten.
Vb:
jeugd 75 145,- (75 x 145 + 60 x 180 + 140 x 275) : (75+60+140) =
junioren 60 180,-
senioren 140 275 218,82 euro
Indexcijfers:
- Overzichtelijk daling, stijging
Basisjaar is altijd 100
Indexcijfer = gegeven verslagjaar/gegeven basisjaar x 100
Verslagjaar is het jaar dat je wilt weten
Basisjaar is het getal wat je als basisjaar hebt gesteld
Vb:
Index omzet = index afzet x index prijs
Prijs stijging van 8%
Basis 100 nemen dus 103 en 108
Afzet stijging van 3%
1124 = 103 x 108
bereken met hoeveel % de omzet is gestegen
1124 : 100 = 11,24 dus stijging van 11,24%
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller liekeholtkamp. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.74. You're not tied to anything after your purchase.