Maw samenvatting h1 t/m 3 + onderzoeksvaardigheden
hoofdstuk 1:
hoofdconcept vorming
kernconcept identiteit:
Identiteit >> Het beeld dat iemand van zichzelf heeft, dat hij uitdraagt en anderen voorhoudt en dat
hij als kenmerkend en blijvend beschouwt voor zijn eigen persoon en dat is afgeleid van zijn
perceptie over groepen waar hij wel of niet deel uitmaakt
Persoonlijke identiteit: het zelfbeeld
> wie ben ik?
Sociale identiteit: het deel van zelfbeeld dat past bij de groepen waarvan diegene deel van
uitmaakt
> bij wie hoor ik?
Interne collectieve identiteit: het gezamenlijke zelfbeeld
> wie zijn wij?
Externe collectieve identiteit: het beeld dat kenmerkend is voor die groep
> wie zijn zij?
Referentie kader (sociale bril) >> het geheel van kennis ideeën, ervaringen en overtuigingen van
waaruit iemand denkt en handelt
Variabele > een kenmerk van een actor of samenleving
kernconcept socialisatie:
Socialisatie >> het proces van overdracht en verwerving van de cultuur van de groepen en de
samenleving waar mensen toe behoren het proces bestaat uit opvoeding, opleiding en andere
vormen van omgang met anderen.
• het proces van overdracht: mensen brengen de cultuur van een groep of samenleving over
aan nieuwkomers. Mensen proberen aan te leren wat van hen wordt verwacht in de
samenleving
• het proces van verwerving: mensen maken de groep/cultuur eigen en internaliseren ze
Socialisatoren: mensen die een cultuur overdragen
Primaire socialisatie > socialisatie tussen mensen die direct met elkaar verbonden zijn
> ouders, vrienden
Secundaire socialisatie > socialisatie in een formele en georganiseerde sfeer
> school, werk
Tertiaire socialisatie > socialisatie tussen mensen die niet rechtstreeks een band hebben
> politiek (politieke socialisatie), media
Imitatie: mensen nemen gedrag van anderen (waar ze op willen lijken) over
Nature > aangeboren gedrag
Nurture > aangeleerd gedrag
door socialisatie ontstaan er stereotypen en vooroordelen over elkaar
Milieuafhankelijke socialisatie: socialisatie is afhankelijk van de plek waar je opgroeit
• Economisch kapitaal: hoog inkomen
• Sociaal kapitaal: de connecties
• Cultureel kapitaal: culturele competenties die kenmerkend zijn voor hoger sociale posities
(musea)
, kernconcept cultuur:
Cultuur >> het geheel van waarden, voorstellingen, uitdrukkingen, opvattingen en normen die
mensen als lid van een groep of samenleving hebben verworven
Cultuurelementen:
• Waarden > principes die mensen belangrijk vinden, idealen
• Opvattingen > wat je ergens van vindt, ideeën die passen in een groter geheel
• Voorstellingen > beelden, ideeën en verhalen die mensen hebben over een gebeurtenis
• Uitdrukkingsvormen > materiële aspecten van een cultuur: symbolen, taal etc.
• Normen > gedragsregels die passen bij waarden
• Instituties > een geheel aan gedragsregels die het gedrag van mensen reguleren
Materiële aspecten > tastbaar en concreet
Immateriële aspecten > zie je niet meteen
Dominante cultuur: cultuur van de grootste groep
Subcultuur: deels overlapping met dominante cultuur, deels eigen
Tegencultuur: actief de dominante cultuur afzetten
Tussencultuur: als je tussen 2 culturen in zit, ze dragen hun eigen cultuur mee
cultuur is plaats- en tijdsgebonden, het kan veranderen
culturen zijn relatief, wat in de ene cultuur normaal is, hoeft in de andere cultuur niet normaal te
zijn. Dit heeft te maken met je referentie kader
Acculturatie > iemand leert een nieuwe cultuur aan
Enculturatie > iemand leert de cultuur aan waarin die is geboren
Integratie > aanpassen aan de cultuur
Segregatie > gescheiden leven van 2 groepn
Assumilatie > volledig aanpassen aan de cultuur
hoofdconcept verandering
kernconcept individualisering:
Individualisering >> het proces waarbij individuen in toenemende mate hun zelfstandigheid op
verschillende gebieden in de samenleving kunnen vergroten
• vanaf de jaren 50 nam de welvaart toe, vanaf de jaren 80 werd het ook zichtbaar: door de
vrouwenemancipatie en ontkerkelijking > secularisering
Veranderingen in socialisatoren:
Socialisatie door ouders werden minder, vrienden en opkomende media nam het over
School werd belangrijker > langer school
Er kwam verandering in het gezin: man en vrouw waren gelijk en er kwamen nieuwe
gezinsvormen:
Egalitair modern gezin > man en vrouw werken beide. Het hele gezin overlegt samen en
gelijkheid is belangrijk
Geïndividualiseerd modern gezin > rijkere gezinnen waar ouders beide werken.
Zelfontplooiing en zelfstandigheid bovenaan
Kostwinners gezin > bevelshuishouden (steeds minder, oude gezinsvorm)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller liekeholtkamp. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.