H1: Wat is marketing?
Marketing is het maken van ruiltransacties en en hebben van duurzame relaties. Op de
markt afgestemde ontwikkelingen, prijsbepaling, promotie en distributie van producten,
diensten of ideeën.
Vanaf 2010 werd daaraan toegevoegd dat marketing staat voor duurzaam, klantgericht
ondernemen. Ruilsubjecten zijn aan de ene kant klanten die iets verkrijgen en aan de
andere kant ondernemingen die iets afstaan. Marketing gaat om het bevorderen,
vergemakkelijken en het bespoedigen van ruiltransacties voor de ruilsubjecten.
Wat zijn ruilsubjecten en wat willen ze?
1. De klanten, omdat zij moeten en willen ruilen.
2. De concurrenten, omdat zij met dezelfde klanten moeten gaan ruilen.
3. De aanbieders van andere producten/diensten, omdat de klanten er voor kunnen
kiezen om te ruilen met hen in plaats van voor het product waar ze oorspronkelijk
voor wouden ruilen.
Hoe bevorderen, vergemakkelijken en bespoedigen we de ruil?
Stel de klant centraal door te denken aan de 4 p’s/c’s. Dit centraal stellen kan volgens Philip
Kotler als het marketingproces bestaat uit:
- Het verkennen van de markt en de behoeften en verlangens van klanten in kaart
brengen.
- Een marketingstrategie ontwikkelen waarin de waarde voor de klant centraal staat.
- Een marketingprogramma ontwerpen waarbij de 4 p’s geïntegreerd worden om zo
superieure waarde voor de klant te leveren.
- Het bouwen van winstgevende klantrelaties en het creëren van klanttevredenheid.
- Het innen van klantwaarde om zo winst te behalen.
Marketeers hebben de volgende taken:
- Ze verschaffen marketingkennis en klantinzicht
- Ze geven richting aan de marketingstrategieën van de onderneming
- Ze ontwikkelen de klantpropositie
- Ze managen en voeren de marketingcommunicatie uit
- Ze ontwikkelen en gebruiken marketing- en marktinformatie
- Ze voeren marketingprogramma’s uit
- Ze stellen marketingplannen op
Hierbij is er sprake van:
- Interne samenwerking > met bedrijfskundigen, financiële deskundigen, HRM’ers.
- Externe samenwerking > uitbesteden van werkzaamheden.
De marketeer denkt na over:
- Het product
- Prijszetting
- Hoe het product het best op de markt gezet kan worden
- Welke communicatie daarbij nodig is
- Hoe te zorgen dat het product bij de klant terecht komt
,Marketing houdt zich bezig met de volgende vragen (4 p’s):
- Wat heeft een klant nodig? (Product)
- Hoe komt een klant er aan? (Plaats)
- Hoeveel is het de klant waard? (Prijs)
- Hoe weet de klant dat wij de behoefte kunnen vervullen? (Promotie)
Vanuit de marketing geredeneerd kunnen we 5 typen bedrijven onderscheiden:
- Bedrijven die zich richten op het leveren van producten (productieoriëntatie). Dit
soort bedrijven gaan ervan uit dat klanten op zoek zijn naar producten die
beschikbaar en betaalbaar zijn.
- Bedrijven die zich richten op het bieden van het juiste en beste product
(productoriëntatie). Deze bedrijven focussen zich op research and development en
productinnovatie, omdat zij denken dat klanten op zoek zijn naar producten met de
hoogste kwaliteit, de meeste features of de beste prestaties.
- Bedrijven die de nadruk leggen op verkopen (verkooporiëntatie). Deze steken veel
moeite in het verkopen van en het promoten van producten en diensten, omdat zij
ervan uitgaan dat klanten alleen iets kopen wanneer je bovenop ze zit.
- Bedrijven die zoeken naar behoeften en verlangens van klanten en hier vervolgens
een juist product voor ontwikkelen (marketingoriëntatie). Dit soort bedrijven stelt de
klant centraal.
- Bedrijven die verder kijken dan de korte termijn en ook rekening houden met de
langetermijnbelangen van klanten en maatschappij (maatschappelijke
marketingoriëntatie). Deze bedrijven proberen een evenwicht te vinden tussen korte
termijn verlangens en langetermijn gevolgen voor een klant of maatschappij.
H2: Strategie
In een strategisch plan wordt er in grote lijnen aangegeven hoe een deel kan worden
bereikt. Het draait om de lange termijn. Ze willen allemaal een gunstige marktpositie. Een
strategie kan op 3 niveau’s worden geformuleerd:
1. Operationeel niveau = de functionele strategie > functionele afdeling en die plannen
maken op bepaalde doelen te bereiken.
2. Bedrijfs- of productniveau = de business-unit strategie > bedrijfsonderdelen die
plannen maken om bepaalde doelen te bereiken.
3. Hoogste niveau = de organisatie strategie > plannen die men op topmanagement
niveau maakt voor het hele bedrijf.
Het ideale proces van het komen tot een operationeel marketingplan:
Stap 1: Het uitvoeren van een klantenanalyse.
Bedrijven moeten keuzes maken aangaande:
- De generieke concurrentie
- De richting van de groei
- De mate van uniekheid van het product
Bedrijven kunnen volgens Porter het best de klant bedienen als er uit wordt gegaan van
algemene strategieën. Een bedrijf maakt hogere winsten dan wanneer het management
streeft naar de laagste kosten of naar het leveren van een onderscheidend product.
, De onderscheidende concurrentiestrategieën van Porter zijn:
1. Kostenleiderschapstrategie. Het gaat hierbij om dat het bedrijf de kostprijs van hun
producten of diensten zo laag mogelijk weet te houden en vooral lager dan hun
concurrenten. Hierdoor kan de verkoopprijs ook lager blijven dan die van de
concurrenten, maar ook kan er een hoger winstmarge komen en hierdoor
investeringen doen.
- Een voordeel van een lagere verkoopprijs is dat het minder aantrekkelijk voor
nieuwe bedrijven is om de markt te betreden door de lage winstmarges.
- Een voordeel van investeren is dat het bedrijf hierdoor onderscheidende
producten kan ontwikkelen, wat een concurrentievoordeel oplevert.
Kostenleiderschap wordt voornamelijk toegepast wanneer er sprake is van de
productie van eenvoudige producten of diensten waarbij de dienstverlening bij
levering minimaal is. Bij de uitwerking van deze strategie kiest het bedrijf vaak voor
relatief lage verkoopprijzen en zoekt het schaalvoordelen door grotere partijen
tegelijk aan afnemers te leveren. Verder streeft het naar kostenbeheersing en
kostenminimalisering op alle mogelijke andere terreinen binnen het bedrijf zoals bij
promotieactiviteiten, productie, serviceverlening, locatiekeuze en bedrijfsaankleding.
2. Differentiatiestrategie. Dit houdt in dat een onderneming met meerdere producten of
diensten verschillende doelgroepen bedient met een uniek product of unieke dienst.
Allereerst bepaalt de onderneming uit welke doelgroepen (segmenten) de markt
bestaat. Vervolgens maakt zij voor ieder segment een eigen productaanbod, hierdoor
ontstaat er voor nieuwe toetreders een extra barrière om de markt te betreden omdat
alle specifieke plekken op de markt al bezet zijn. Deze strategie is toepasbaar
wanneer klanten bereid zijn een hogere prijs te betalen voor iets dat in hun ogen
uniek is.
3. Focusstrategie. Dit zijn bedrijven die zich op een beperkt deel van de markt richten.
Volgens Ansoff kunnen bedrijven beter klanten helpen wanneer ze besluiten te groeien.
Sommige klanten willen meer van dezelfde producten, anderen willen nieuwe en anderen
hebben nog geen toegang. Grofweg kun je stellen dat bedrijven voor 2 keuzes staan:
1. Blijven ze meer van hetzelfde product aanbieden of gaan ze juist nieuwe producten
lanceren?
2. Blijven ze actief op hun huidige markt of gaan ze proberen een nieuwe markt te
betreden?
Huidige producten = producten die nu al worden vervaardigd en die voorlopig geen verdere
ontwikkelingen of innovatie vergen
Nieuwe producten = innovatie van nieuwe producten en het doorontwikkelen van bestaande
producten
Huidige markten = de markten die het bedrijf al bedient
Nieuwe markten = de markten die nieuw zijn voor het bedrijf
Marktpenetratie - beter inspelen op de behoeften van bestaande klanten in de huidige markt.
Dit kan door marktverbreding (nieuwe klanten bij concurrenten weghalen of non-users
benaderen) of marktverdieping (huidige klanten meer van het product laten weten).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller moonlights. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.88. You're not tied to anything after your purchase.