100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
PVRP: Alle werkcolleges + studievragen en opleggers $5.36   Add to cart

Class notes

PVRP: Alle werkcolleges + studievragen en opleggers

 39 views  2 purchases
  • Course
  • Institution

Dit document bevat de aantekeningen bij alle werkcolleges van het vak PVRP. Ook zitten hier de studievragen en opleggers bij van de artikelen. Dit is onderdeel van het tentamen, bij bachelor 1 Pedagogische wetenschappen in Utrecht.

Preview 4 out of 32  pages

  • November 2, 2022
  • 32
  • 2020/2021
  • Class notes
  • -
  • All classes
avatar-seller
PVRP Alle werkcolleges, studievragen en opleggers


Werkcollege 1
 Mischa de Winter concepten komen terug
 Open boek/essay tentamen (70%)
 Opdracht (reactie de Winter) (30%)
 Niet komen, wel mail sturen. Niet komen  geen vragen over werkcollege stellen.
 Via Mentimeter  vraagteken bij vraag
 Woensdag 27 januari tentamen inleveren

Opdracht

 Gevolgen segregatie & wat is het
 Interventie: stadsschool
 Wenselijkheid en haalbaarheid


Filmpje: De Nieuw Maan, Op stap, Segregatie onderwijs

Polariseren = Verschillen worden uitvergroot en de groepen vormen tegenpolen.

Manifestatie polarisatie

 Toenemende verdeeldheid in hele bevolking
 Toenemende verschillen in gemiddelde posities van bevolkingsgroepen
 Sterker wordende samenhang tussen politiek-culturele tegenstellingen (Dekker & den
Ridder, 2014)
Idee waar je eerst lauw over was, nu identificeren (sterk) met ene groep en niet meer open

voor andere ideeën (polarisatie)

Drijfveer polarisatie

 Media: content zoeken/vinden waar je het al mee eens bent of algoritme
 Opvoeders en professionals: al meningen meegekregen in vastgegroeid
 Individuen zelf: kan zichzelf toestaan gepolariseerd te worden
 Politiek


Van onderscheid naar scheidslijn – HC 1

- Identificatie  je identificeren met bepaalde groep/element
- Representatie  hoe media presenteert: aspect gepakt en vergroot in media. Die
norm/traditie/element representeert de hele groep, terwijl verschillen tussen die groepen
misschien niet zo groot waren


Bridging = concept dat je als groep connecties zoekt met andere groep
Bonding = binnen groep cohesie zoeken
Door bridging polarisatie tegengaan

,PVRP Alle werkcolleges, studievragen en opleggers


Werkcollege 2
Valse dichotomie = vals spanningsveld tussen 2 dingen
2e college is toepassingsvraagstuk. Polarisatie (Dekker en Den Ridder) toegepast in college.

Differentiatie ≠ polarisatie

Dekker en Den Ridder niet duidelijk antwoord  meer onderzoek

Differentiatie = objectieve verschillen
Polarisatie = Verschillen uitvergroot en breder uitgemeten en er een scheidslijn tussen de groepen is.

Bakker artikel:
Hoofdzaak schoolsegregatie
- Schoolkeuze gedrag van ouders
- Kenmerken onderwijssystemen zelf
- Ruimtelijke/residentiële (verschillende buurten, Turks, zwart) segregatie

Sinterklaas vieren
Cultureel kapitaal  kenmerkt cultuur
Cultuur = kennis, sociaal = netwerk
Dankzij vieren met mensen sociaal kapitaal teweegbrengen  netwerken

Ruimtelijke segregatie is onvrijwillige onderwijssegregatie  afstand, school in buurt, geld.


Artikel Dekker en den Ridder
Oplegger
1. Wat is de vraag/het probleem?
Is er reden om ons zorgen te maken over een alom toenemende politiek-culturele polarisatie
in Nederland?
1. Op welke manier wordt er een antwoord gezocht op de vraag?
Er wordt antwoord gezocht aan de hand van data uit enquêtes die vergeleken
worden.
2. Hoe verhoudt de vraag zich tot het thema/onderwerp van het
bijbehorende hoorcollege?
In dit onderzoek wordt gekeken of de politiek-culturele polarisatie toeneemt. In de
hoorcolleges ging het over wat polarisatie is en hoe je het terugziet in de
maatschappij. Dit artikel vult het hoorcollege aan.
3. Wat zijn de bevindingen van de auteur(s)?
In de afgelopen decennia is er geen veelomvattende politiek-culturele polarisatie
geweest in de zin van over de hele linie toenemende tegenstellingen tussen
individuele Nederlanders. Ook depolarisatie. Dus niet meer verdeeld.

Op basis van Culturele veranderingen en Nationale Kiezersonderzoeken is wel
aanleiding om polarisatie tussen bevolkingsgroepen te signaleren: vrouwen zijn
linkser en worden dat nog meer; ouderen zijn meer voor nivellering en worden
dat nog meer, lageropgeleiden worden rechtser (als rekening wordt gehouden met
andere verschillen). Daar staan echter ook gevallen van depolarisatie of
convergentie tegenover.

Er is geen algehele versterking van de samenhang tussen inhoudelijke
tegenstellingen en tegengestelde houdingen tot de politiek. Nederlanders zijn in

,PVRP Alle werkcolleges, studievragen en opleggers


de afgelopen decennia minder (partij)politieke polarisatie gaan zien maar wel
vaker grote sociale tegenstellingen.

Ziet men de belangrijkste resultaten zo achter elkaar gezet, dan is er weinig
reden om zich zorgen te maken over een alom toenemende politiek-culturele
polarisatie in Nederland
4. Welke centrale begrippen/theorieën worden er in het artikel
gebruikt/besproken?
 Politiek-culturele polarisatie =
 Politiek zelfvertrouwen (political efficacy) = een combinatie van
overtuigingen dat men er politiek toe doet, men in staat is om invloed uit
te oefenen en politici geneigd zijn om te luisteren.
 Thomas-theorema = als mensen denken dat een situatie werkelijk is, dan
heeft dat werkelijke gevolgen (had Jason er niet uit gepikt)
5. Welke voor de pedagogische praktijk relevante adviezen kun je uit het
artikel halen of afleiden? (niet altijd mogelijk)
Ik kan er geen uit het artikel halen/afleiden.

Studievragen
1. Dekker en Den Ridder beschouwen polarisaties als “een verbreding van
tegenstellingen” (p.104) Wat bedoelen zij hiermee?
2. Welke onderzoeksvragen willen Dekker en Den Ridder beantwoorden?
1. Is er meer politiek-culturele verdeeldheid in de bevolking ontstaan?
2. Zijn politiek-culturele verschillen tussen bevolkingsgroepen groter
geworden?
3. Is de samenhang van politieke voorkeuren met zelfvertrouwen sterker
geworden?
4. Zijn we vaker gaan denken dat er grote tegenstellingen bestaan?
3. Geef in eigen woorden weer wat het verschil tussen de eerste en de
tweede onderzoeksvraag is.
De eerste onderzoeksvraag wordt onderzocht door drie polarisatiematen
(spreiding, neiging tot tweetoppigheid van verdelingen en polarisatiemaat ER) met
elkaar te vergelijken. Dit baseren ze op de stemmen bij verkiezingen.

Bij de tweede onderzoeksvraag worden er naar de sociaal meest zichtbare
tweedelingen gekeken, dus of die verschillen groter worden. (man en vrouw, jong
en oud, lager- en hogeropgeleiden, onkerkelijken en kerkelijken). Dus er wordt
daar gekeken naar ‘fysiek’ meetbare verschillen.
4. Dekker en Den Ridder maken in hun onderzoek gebruik van enquêtedata.
Wat zijn enquêtedata? Hebben Dekker en Den Ridder zelf respondenten
benaderd?
Enquêtedata zijn gegevens van respondenten en antwoorden die respondenten in
enquêtes hebben ingevuld. Dekker en Den Ridder hebben niet zelf de
respondenten benaderd. Ze gebruiken de data uit bevolkingsenquêtes die al in
eerdere (langlopende) onderzoeken zijn verzameld.
5. Wat is het verschil tussen een beschrijvend of een verklarend onderzoek?
(Let op: het antwoord op deze vraag is niet in het artikel te vinden)
Wanneer je alleen onderzoek doet naar een bepaalde stand van zaken en je deze
gegevens in kaart brengt, dan noem je dit beschrijvend onderzoek.

Onderzoek waarin je toetst of een van tevoren geformuleerde verwachting,
meestal een hypothese gebaseerd op een theorie, uitkomt noem je verklarend
onderzoek.
6. Is het onderzoek van Dekker en Den Ridder een beschrijvend of een
verklarend onderzoek? Leg uit.

, PVRP Alle werkcolleges, studievragen en opleggers


Onderzoek van Dekker en Den Ridder is beschrijvend onderzoek. Ze doen alleen
onderzoek naar de stand van zaken en hebben niet van te voren al een hypothese
die ze toetsen.
7. Welke antwoorden vinden Dekker en Den Ridder op de gestelde
onderzoeksvragen?
1. Dat is niet over de hele linie het geval.

Gevallen van polarisatie:
 politiek zelfvertrouwen tot in de jaren 80
Gevallen van gedepolariseerde kwesties:
 euthanasie
 Inkomensnivellering

Dubbelzinnige polarisatietrends:
 minder extremen
 meer blokvorming in de links-rechts-zelfplaatsing

2. Meestal zijn de verschillen tussen bevolkingsgroepen niet groter geworden.
In enkele gevallen wel:

 Linksrechtsverdeling nam toe tussen de seksen
 En tussen hoog en laagopgeleide
 Op inkomensnivellering polariseren jong en oud
 En op EU lager en hoger opgeleiden.

3. De samenhang van politiek zelfvertrouwen met globaliseringskwesties is
relatief sterk. Een toenemend belang van die kwesties in de politiek zou
polarisatie tot gevolg hebben in de zin van een verbredende politiek-
culturele tegenstelling.

4. Er is weinig grond om een toenemend ‘tegenstellingendenken’ te
veronderstellen. Gemiddeld wel bij vergelijking tussen sociale groepen.
8. In de conclusie wordt vermeld: “We onderzochten polarisatie uitsluitend
als kenmerk van de opgetelde opvattingen en houdingen van individuen
en niet als iets wat politiek en maatschappelijk speelt in de interactie van
burgers, in de media en in relaties tussen partijen en maatschappelijke
verbanden” (p. 125) Wat wordt hiermee bedoeld en waarom is het van
belang dat Dekker en Den Ridder dit vermelden?
Ze hebben de media, politiek en cultuur niet meegenomen in hun onderzoek,
alleen de opvattingen en houdingen van de individuen zelf. dus de bredere
definitie van polarisatie hebben ze niet zozeer gebruikt. Ze keken naar hoe
individuen een bepaalde sensitiviteit kunnen ontwikkelen voor polarisatie en hoe
dat werkt. Ze suggereren ook dat de polarisatie niet perse in de politiek-culturele
hoek zit, maar in de individuele attitudes.


Artikel Bakker
Oplegger
1. Wat is de vraag/het probleem?
Cultureel-etnische segregatie in het onderwijs.
2. Op welke manier wordt er een antwoord gezocht op de vraag?
door middel van een beschouwend artikel.
3. Hoe verhoudt de vraag zich tot het thema/onderwerp van het
bijbehorende hoorcollege?
In het hoorcollege ging het over scheidslijnen, deze scheidslijnen zie je terug in
het onderwijs als het gaat om onderwijssegregatie.
4. Wat zijn de bevindingen van de auteur(s)?

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller DTV. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.36. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

71947 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.36  2x  sold
  • (0)
  Add to cart