Samenvatting Uitwerking leerdoelen Inleiding Staats- en Bestuursrecht
7 views 0 purchase
Course
Inleiding Staats- En Bestuursrecht
Institution
Universiteit Utrecht (UU)
Book
Beginselen van de democratische rechtsstaat
In dit document worden alle leerdoelen van het vak Inleiding Staats- en Bestuursrecht uitgewerkt. Veel succes met leren, ik hoop dat je er wat aan hebt!
Zie ook de uitwerking van de jurisprudentie.
Week 1:
Juridische verschijnselen, die behoren tot het onderwerp van het staatsrecht en het
bestuursrecht, in een casus, c.q. de actualiteit herkennen.
Het staatsrecht en het bestuursrecht lokaliseren binnen het positieve recht.
o Rechtsorde --> het geheel van het geldend (= positief recht).
Daarnaast is er ook het tussenstatelijke en soms het bovenstatelijke
volkenrecht (=internationaal recht) alsmede het Unierecht.
o Rechtsorde ingedeeld in:
Privaatrecht;
Staats- en bestuursrecht;
Strafrecht.
Elk kan worden onderscheiden in een materieel en formeel deel.
Formeel --> procedurele normen
Materieel --> inhoudelijke normen
o Traditionele hoofdonderscheiding tussen enerzijds het privaatrecht en anderzijds het
publiekrecht.
Privaatrecht --> rechtsbetrekkingen tussen particulieren onderling.
Publiekrecht --> primair verhouding tussen overheid en burgers, en tussen
overheidsinstanties onderling (strafrecht en staats- en bestuursrecht).
o Samengevat: staats- en bestuursrecht omvat de formele en materiële rechtsnormen
inzake het handelen van de overheid en de rechtsbetrekkingen van burgers ten
opzichte van de overheid.
Eenzijdig bindende overheidshandelingen herkennen, de noodzaak daarvan verklaren en
uitleggen waarom zij legitimatie behoeven.
o Besluiten waarop het staats- en bestuursrecht betrekking heeft zijn in het algemeen
eenzijdig bindende overheidsbesluiten. Dit houdt in dat de gelding van het besluit
niet afhankelijk is van de instemming van de persoon tegen wie het besluit is gericht.
Een persoon moet zich er aan houden, of hij nu wil of niet.
Burgers --> normgeadresseerde
De bronnen van het staatsrecht en het bestuursrecht benoemen.
o Organieke wetgeving
o Ongeschreven recht
o Jurisprudentie
o Internationaal recht
o Het Statuut der Nederland
o Europees Recht
o De Grondwet
o Bijzondere bestuursrechtelijke wetgeving
o Algemene wet bestuursrecht
De beginselen van de democratische rechtsstaat in abstracto benoemen en uitleggen.
Beginselen van de democratische rechtsstaat, vier beginselen, vijfde is uitvoering
van:
1. Legaliteitsbeginsel: optreden moet berusten op een wettelijke grondslag. Dit
kan zijn de grondwet of een wet in formele zin. Een wet in formele zin komt
tot stand door samenwerking van de regering en de Staten-Generaal. Het
legaliteitsbeginsel beoogt rechtszekerheid en rechtsgelijkheid te
, waarborgen. Daarnaast moet het willekeur van overheidshandelen
vermijden.
2. Machtenscheiding (= Trias politica) (andere benaming: machtsevenwicht):
om misbreuk van overheidsmacht te voorkomen worden belangrijke
overheidsfuncties verdeeld over drie overheidsmachten: de wetgevende
macht, de uitvoerende macht en de rechterlijke macht.
a. De wetgevende macht (Parlement) maakt regels en controleert de
uitvoerende macht.
b. De uitvoerende macht (Koning & Ministers) voert de regels uit en is
verantwoordelijk voor het dagelijks bestuur.
c. De rechterlijke macht (Rechters) controleert de uitvoering van de
wet en beslecht conflicten tussen burgers onderling of tussen
burgers en de overheid.
Tegenwoordig is er een systeem van checks and balances, er is sprake van
machtsevenwicht. Samenwerking en controle van de machten.
Voor machtsevenwicht zijn er twee dingen nodig:
a. Controle (checks and balances);
b. Machtsverdeling.
Toetsingsverbod --> rechter kan niet toetsen aan de grondwet (art. 120 Gw).
3. Grondrechten: de overheid moet de grondrechten van de burgers respecteren dan wel
realiseren.
4. Rechterlijke controle: de burgers hebben recht op een onafhankelijke rechter.
5. Democratiebeginsel: overheidsoptreden moet aanvaardbaar en legitiem zijn voor de burgers.
Belangrijkste beslissingen moeten bij meerderheid worden genomen door een gekozen
volksvertegenwoordiger, waarbij ook rekening moet worden gehouden met
minderheidsgroepen.
De beginselen van de democratische rechtsstaat in een casus, c.q. de actualiteit, herkennen
en uitleggen op welke wijze deze beginselen in de casus, c.q. de actualiteit, een rol spelen.
In grote lijnen de totstandkomingsgeschiedenis van de democratische rechtsstaat
beschrijven.
Theocratische staatsopvatting:
Vorst/soeverein regeert in naam van God;
Princeps legibus solutus est --> vorst is niet gebonden aan de wet, staat
boven de wet.
Natuurrecht:
Onveranderlijke, uit natuur voortvloeiende rechtsbeginselen;
Beperken bevoegdheden van vorst;
Optreden ten behoeve van algemeen belang, anders recht op verzet tegen
tiran;
Lex iniusta non est lex (Augustinus & Thomas van Aquino) --> een
onrechtvaardige wet, is geen wet.
Feodale staat:
Vorst heeft militaire macht en financiële middelen nodig;
Vorst (leenheer) geeft in ruil domeingoederen aan leenmannen/vazallen;
Wederzijdse rechten en plichten;
Codificatie van gewoonterecht/natuurrecht;
Magna Carta (1215) en de Blijde Incomste (1356).
Model van de absolute staat:
Reactie op godsdienstoorlogen;
Bodin: absolute soevereiniteit:
, o Niet van andere machten afhankelijk;
o Bevoegdheid tot scheppen nieuw recht.
Klassieke liberale rechtsstaat:
Locke --> menselijke normen die voortvloeien uit de 'natuur':
o Mensen als individuen met burgerlijke vrijheden
o Geven deel van natuurlijk vrijheid op aan de staat in maatschappelijk
contract
o Machtenscheiding
o Constitutionele democratie d.m.v. representatie
Montesquieu --> machtenscheiding:
o 'De l'esprit des lois'
Rousseau --> volksvertegenwoordiging:
o Contrat social
o Volonté générale
Week 2:
Het concept van machtsverdeling volgens Montesquieu op hoofdlijnen beschrijven en
uitleggen.
Montesquieu: de Trias politica, (horizontale) machtenscheiding:
3 functies:
1. Wetgevende macht
2. Uitvoerende (=bestuur) macht
3. Rechtsprekende macht.
Deze functies mogen nooit bij dezelfde persoon / ambt zijn.
Rechtsbeginsel: waarborgt de vrijheid van de burgers via verdeling
overheidsmacht over meerdere overheidsambten. Voorkomen van willekeur
of corruptie binnen de Staat.
Het concept van machtsverdeling in de hedendaagse staatsrechtelijke betekenis in
Nederland beschrijven en uitleggen. Daarbij in het bijzonder ingaan op de manier waarop
machtsverdeling tot uiting komt in de verhouding tussen regering en parlement.
In Nederland kennen we het principe van machtsevenwicht en checks and balances.
Er is sprake van een gedeelde macht en samenwerking en controle tussen
uitvoerende macht (regering) en wetgevende macht (regering & parlement). Met
andere woorden: er is geen strike machtenscheiding.
De Nederlandse politieke organen op centraal niveau, en de ambten waaruit deze organen
zijn opgemaakt, benoemen en onderscheiden.
o Parlement = Staten-Generaal
Bestaat uit: Tweede Kamer (rechtstreeks verkozen) + Eerste Kamer (verkozen
door de leden van de Provinciale Staten)
o Regering
Bestaat uit: Staatshoofd + Ministers
o Ambten:
Staten-Generaal:
Art. 50 - 72 Gw + RvOTK + RvOEK
Samengesteld ambt / 2-kamerstelsel (art. 51 Gw): TK + EK
Regering:
Samengesteld ambt: koning (= ook staatshoofd) + ministers
Koning:
Art. 24 - 41 Gw + onschendbaarheid (art. 42 lid 2 Gw)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller StudentFvB. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.78. You're not tied to anything after your purchase.