Introductie & Algemeen bestuursrecht
Deze samenvatting gaat chronologisch door de stof heen. Enkele leerstukken
bestrijken meerdere gebieden dan wel weken. Om voor meer duidelijkheid te
zorgen en een beknoptere samenvatting per week te kunnen geven zullen deze
leerstukken in het laatste hoofdstuk worden beschreven.
In beginsel is het bestuursrecht voornamelijk te vinden in de wet Algemene wet
bestuursrecht(hierna: AWB). Hier staat echter niet alles in noch is een
bestuursorgaan altijd gehouden aan deze gehele wet(week 2 & laatste hoofdstuk).
De rest van de regels waar een bestuursorgaan zich aan moet houden staan in
de zogeheten bijzondere wetten zoals de wet Gemeentewet.
Bij bestuursrecht staan de verhoudingen tussen overheid en burger centraal.
De overheid is er om het algemeen belang te behartigen. Dit alles geschiedt
door middel van recht waarin staat wat de overheid mag doen, het
recht van de overheid (week 3). Daarnaast is er recht voor de overheid, waar
de overheid zelf aan gehouden is (week 1 & 4). Tot slot is er ook recht tegen de
overheid, rechtsbescherming voor en van de burgers, zoals bezwaar,
(administratief) beroep en hoger beroep (laatste hoofdstuk).
Niet alles wat de overheid doet valt onder bestuursrecht. Enkele handelingen
van de overheid worden verricht door een rechtspersoon van de overheid of
niet in functie van een bestuursorgaan en zijn dus privaatrechtelijk van
aard of zijn feitelijk van aard. Dit resulteert in dat deze (rechts)handelingen
zich binnen het privaatrecht vallen. Dit valt ook deels af te leiden uit 2:5
BW. Desalniettemin is een bestuursorgaan zich wel gehouden om te voldoen
aan de algemene rechtsbeginselen van behoorlijk bestuur, ook bij private
(rechts)handelingen.
Vaak worden de termen “publiekrechtelijk” en “rechtshandeling” gebruikt
binnen het bestuursrecht. Onder de term publiekrechtelijk wordt verstaan:
een exclusieve bevoegdheid die een gewone burger normaal niet kan
uitoefenen. Onder rechtshandeling wordt verstaan: een beoogd
rechtsgevolg die verandering teweeg brengt in de wereld van het recht.
, Legaliteitsbeginsel
Het legaliteitsbeginsel houdt in dat in beginsel alles wat de overheid doet als
overheid (bestuursrechtelijke handelingen) dient te zijn herleiden tot een
(grond)wet in formele zin. Dit beginsel is gevormd door jurisprudentie van
zowel de Hoge Raad (hierna: HR) als de Afdeling Bestuursrecht Raad van
State (hierna: ABRvS).
Er zijn meerdere redenen voor dit beginsel. Allereerst omdat de overheid
democratisch gelegitimeerd is. Daarnaast vind dit beginsel grondslag in
verscheidene andere rechtsbeginselen zoals het gelijkheids- rechtszekerheids-
evenredigheids- vertrouwens- en zorgvuldigheidsbeginsel.
Bestuursorganen kunnen bevoegdheden middels drie manieren verkrijgen:
1. Attributie:
Toekenning van een nieuwe bevoegdheid aan een bestuursorgaan via de wet.
(zie 10:22 & 10:23 AWB)
2. Delegatie:
Overdracht van een bevoegdheid aan een ander bestuursorgaan. (zie 10:13 –
10:21 AWB) Dit vereist wel een wettelijke grondslag (10:15 AWB) en mag niet
aan ondergeschikten worden gegeven (10:14 AWB). Na delegatie mag het
originele bestuursorgaan deze bevoegdheid niet meer uitoefenen (10:13 &
10:17 AWB).
3. Mandaat
Een bevoegdheid in naam van het orgaan aan wie de bevoegdheid
daadwerkelijk toekomt, uitoefenen. Bijvoorbeeld: een ambtenaar die in naam
van de burgermeester een brief stuurt. (10:1 – 10:12 AWB)
Soorten overheidsoptreden
In het vorige hoofdstuk hebben we gezien dat voor al het overheidsoptreden
een wettelijke grondslag is vereist. De ABRvS heeft hier echter nog wel de deur
op een kier gezet. Er zijn namelijk twee soorten overheidsoptreden, negatief
en positief.
Negatief
, Onder negatief optreden wordt verstaan: al het overheidshandelen wat berust
op een ver- of gebod. Men moet hierbij niet in verwarring komen met
optreden wat emotioneel positief kan voelen. Een vergunning ontvangen voor
het verbouwen van je huist voelt positief, maar berust op een verbod (dan wel
gebod). Het is dus negatief optreden. Op al het negatief optreden is altijd een
wettelijk grondslag verplicht.
Het arrest Methadonbrief bevestigd dit. Hier stuurde de overheid brieven
naar artsen met regels tot uitgave van methadon. Eén arts hield zich hier niet
aan en daarom stuurde de overheid brieven naar apotheken om methadon niet
af te geven aan cliënten van deze arts. De ABRvS oordeelde dat dit
onrechtmatig was doordat de brieven (handelingen) zich niet op een wettelijke
grondslag berustte.
Positief
Positief optreden betekent dat de overheid presteert aan haar burgers. Een
bekend voorbeeld is het verlenen van een subsidie. Dit berust niet op een
gebod dan wel verbod van een burger. De overheid doet hier iets (goeds) voor
de burger. Het is echter onduidelijk of al het positief optreden een wettelijk
grondslag vereist. Bij subsidies is er wel een wettelijke grondslag vereist
zoals je in 4:23 AWB kan lezen.
In het arrest Fluoridering heeft de ABRvS namelijk bepaald dat in ieder
geval bij ingrijpend positief overheidsoptreden
wettelijke grondslag is vereist. Ingrijpend van aard, hier zou onder verstaan
kunnen worden: zodra een burger dermate veel in zijn rechten of vrijheid
wordt aangetast dat dit niet meer redelijk is. In dit arrest voegde de gemeente
Amsterdam fluoride aan het drinkwater toe voor de gezondheid van haar
burgers. De HR was van oordeel dat dit te ingrijpend was omdat men
gedwongen werd dit te accepteren doordat er geen alternatief drinkwater
beschikbaar was en drinkwater een levensbehoefte is.
Week 2: Bestuursorgaan
Wegens verscheidene aspecten is het belangrijk om te weten of bepaalde
handelingen zijn verricht door een bestuursorgaan of niet. Indien het een
bestuursorgaan betreft, dan is deze gehouden aan de normen van het
bestuursrecht en op zijn minst de bepalingen van hoofdstuk twee AWB.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller divedmark. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.02. You're not tied to anything after your purchase.