SAMENVATTING
NEUROLOGISCHE
TAALSTOORNISSEN
HOOFDSTUK 1 – NAH
NAH
- Wat?
- Komt het vaak voor?
- Oorzaken
- Gevolgen
Afasie
- Komt het vaak voor?
- Oorzaken
- Gevolgen
1. NAH: DEFINITIE
NAH = niet-aangeboren hersenletsel
- Engels: Acquired Brain Injury (ABI)
- ‘Parapluterm’: alle na de geboorte verworven hersenbeschadiging van gelijk welke oorzaak
2. NAH: INCIDENTIE + PREVALENTIE
- Incidentie: # nieuwe gevallen die er elk jaar bijkomen in geografisch gebied
- Prevalentie: # aanwezige gevallen op bep tijdstip in geografisch gebied
Voorwaarde: uniforme definitie + afbakening → is er niet want is parapluterm
- I.v.m. 50 jaar geleden → incidentie + prevalentie van NAH sterk toegenomen (o.i.v. vergrijzing)
(Levensverwachting ↑, kans op neurogene stoornis ↑ naarmate men ouder wordt)
- Cerebrovasculaire aandoening
- Engels: stroke
- 2 soorten
o Hemorragisch
o Ischemisch
I. HEMORRAGISCHE CVA
= Wnr CVA ontstaat door bloeding waarbij bloed uit bloedbaan ontsnapt
- Subarachnoïdale bloeding als bloed ontsnapt naar subarachnoïdale ruimte
- Intracerebrale/intracerebellaire als bloed in hersenweefsel zelf ontsnapt
Intracerebrale: grote hersenen, intracerebellaire: kleine hersenen
- Intraventriculaire als bloed i/d ventrikels terechtkomt
- Subdurale/extradurale als bloed onder/boven harde hersenvlies terechtkomt
Subdurale: onder dura mater, extradurale: buiten dura mater
3 voornaamste oorzaken bloeding
- Ruptuur aneurysma verwijding slagader op zwakke plek bloedvat, vult met bloed, kan scheuren
- Angiomen aangeboren misvormingen
- Arteriosclerose verkalking + vetophoping i/d wand v/d slagader, kan zorgen voor verwijding
(aneurysma) van vat
2
, II. ISCHEMISCHE CVA
= Wnr CVA ontstaat door infarct
Oorzaken infarct
- Trombose vernauwing v/e bloedvat i/d hersenen
- Embolie wnr bloedprop dat vanuit andere plaats uit lichaam wordt
meegevoerd + elders voor verstopping zorgt
- Transient ischemic attack (TIA) tijdelijke verstoring v/d bloedtoevoer naar hersenen die zonder
medische tsskomst zichzelf oplost (vb. bloedprop die even vast
komt te zitten)
(FAST:)
- Face wordt ene kant van gezicht verlamd? Kan persoon nog lachen?
- Arms kan persoon beide armen naar voren strekken + ze daar houden?
- Speech veranderingen i/d spraak? Onduidelijker? Niet meer uit woorden kunnen komen?
- Time
B. TUMOREN
= Ruimte-innemende processen die omringd gezond hersenweefsel kunnen beschadigen
- Meningeoom tumor die ontstaan in hersenvlies, op zich niet kwaadaardig
- Glioom tumor die uit steuncellen voortkomt, kwaadaardig
- Intracraniale tumor tumor die zich vormt binnen schedel, verstoort normale werking hersenen
C. INFECTIES
= Zorgen voor plaatselijke ontstekingen v/h weefsel
- Zeer divers (vb. ziekte van Parkinson, dementie…)
- Gemeenschappelijk kenmerk: voortschrijdende + onherstelbare beschadiging van zenuwcellen
E. INTOXICATIE
= Vergiftiging (zelf geproduceerd door lichaam OF van buitenaf (alcohol, drugs…))
Traumatische hersenletsels:
F. CRANIOCEREBRALE TRAUMATA
3
, - Schedeltrauma
o Beschadiging a/d schedel
o Open fractuur: hersenen bloot, gesloten: hersenen niet in contact met buitenwereld
- Hersentrauma
o Letsels
Hersenschudding (commotio cerebri, geen structureel letsel)
Hersenkneuzing (contusio cerebri, wel structureel letsel)
o Oorzaak
Directe beschadiging, vb. schotwond
Indirecte beschadiging, vb. coup-contrecoup-letsels, DAI
I. COUP-CONTRECOUP-LETSELS
= Wnr door forse beweging van hoofd bij val/klap letsel ontstaat door terugslag van geschudde hersenen tegen
binnenkant schedel, aan tegenoverliggende kant
→ Beschadiging op plaats waar trauma zich voordeed (coup) + plaats aan overzijde van plaats trauma in
richting van kracht v/h trauma (contrecoup)
II. DAI – DIFFUSE AXONIAL INJURY
= Hersenletsel veroorzaakt door val/slag waarbij ≠ zenuwuitlopers (axonen) v/d hersencellen op ≠ plekken i/d
hersenen kapotscheuren → hersencellen krijgen geen prikkels + zuurstof meer → raken ernstig beschadigd
Herhaling: ppt les 1, dia 31 – 33
4. GEVOLGEN
Gevolgen NAH heel divers, hangt af van:
- Focale (plaatselijke) VS diffuse (verspreide) schade
- Lokalisatie v/h letsel (elk gebied eigen ‘specialisatie’)
Stoornissen + specifieke terminologie die vaak voorkomen na NAH:
- Hemiplegie verlamming (motorisch) langs 1 zijde
- Hemianesthesie ongevoeligheid voor tast langs 1 zijde
- Hemianopsie 1 gezichtsveld niet meer zien
- Anosmie/ageusie niet meer detecteren van reuk/smaak
- Visueel neglect verwaarlozen visuele prikkels langs 1 zijde
- Agnosie/prosopagnosie niet meer herkennen van voorwerpen/gezichten
- Anosognosie geen ziekte-inzicht
- Desoriëntatie in tijd, ruimte, persoon
- Zorgbehoeften complex (vragen specifieke benadering (individualisatie!))
- Gevolgen binnen ≠ domeinen v/h ICF-model → niet louter stoornisgericht behandelen
- Langdurig/blijvend aangewezen op hulpverlening
Oefeningen leerpad 1. Inleiding – Even herhalen…
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller margotvermeersch. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.86. You're not tied to anything after your purchase.