Begrippenlijst uitgewerkt voor het vak SWK Pedagogisch denken. Op het tentamen krijg je 30 meerkeuze vragen. De boeken opgroeien in het hedendaagse gezin, inleiding in de pedagogiek en de pdf bestanden van Becker gebruikt.
drie onderzoekmethoden in de geesteswetenschappelijke pedagogiek
humanisme renaissance
Written for
Hogeschool van Amsterdam (HvA)
Pedagogiek
SWK 1: Pedagogisch Denken
All documents for this subject (9)
4
reviews
By: s-lalee • 1 year ago
By: tiffanyjungblut • 1 year ago
By: famlandwier • 1 year ago
By: ramonavp • 1 year ago
Seller
Follow
Rianneee
Reviews received
Content preview
SWK1A Begrippenlijst Smeyers et al.
Becker
Horst et al.
Visies op het kind door de tijd heen:
Middeleeuwen (6e t/m 16e eeuw) Het kind is van nature zondig – ootmoed als leidraad in opvoeding (theocentrisch)/ kind is volwassene in zakformaat
Renaissance (17e eeuw) Het kind is vormbaar – Verdiep je in de cultuur/ aristocratisch/ herontdekking individu (andropocentrisch)/ de mens moest al zijn
capaciteiten tot ontwikkeling brengen
Verlichting (18e eeuw) Het kind is een onbeschreven blad (of tabula rasa) – omgeving doet ertoe / mondigheid
Romantiek (18e eeuw) Het kind is van nature goed. Het kind heeft een eigen natuur (en is dus geen mini volwassene)/ is van nature goed (ipv zondig)
Vroege Moderniteit (19e eeuw) Het kind als brave burger (o.a. sterk moraliserende opvoeding/ opkomst nationalisme)
20 & 21ste eeuw Het kind is een social construct (o.a. door sociologische benadering)
1
,SWK1A Begrippenlijst Smeyers et al.
Becker
Horst et al.
1. Wat is de precieze definitie van pedagogiek?
a. Het opvoeden van het kind
b. De ontwikkeling van het kind
c. Het leiden van het kind
Doel van Pedagogiek volgens Langeveld:
Zelfverantwoordelijke zelfbepaling (oftewel Mondigheid)
2. Welk van onderstaande uitspraken is normatief?
a. Kim de begeleidster op de opvang zegt tegen haar collega dat de 3-jarige Bo vandaag
verkouden is.
b. De vader van 3-jarige Bo zegt dat Bo zindelijk moet worden en dat ze hier op de
opvang op moeten aansturen.
c. De oma van de 3-jarige Bo brengt Bo naar bed en vraagt aan Bo een boekje uit te
kiezen om voor te lezen.
3. "Zit stil!" Zegt Sandra's gestresste vader met strenge toon als ze van enthousiase op haar
stoel wiebelt en blij iets wil vertellen tijdens het eten. Sandra krimpt ineen en deelt
vervolgens niets.
Is deze situatie als meer autoritair of autoritatief te kenmerken?
a. Autoritair (iemand zijn eigen regels bepaalt --> Bazig/eigenmachtig
b. Autoritatief (die zowel betrokken, begripvol en accepterend als controlerend,
veeleisend en gezaghebbend is tegenover het kind)
Verlichting speelde de hele 19de eeuw ook een rol --> vervolgens kwam de Romantiek op.
College 1
H1 en 2 Smeyers
Waardenpluralisme (Smeyers blz. 10)
Feitenlijkheid, er zijn meerdere waarden en ze kunnen soms een keuze vergen/opeisen.
Normatieve wetenschap (Smeyers blz. 10)
Pedagogiek die waarde bepalend en richtinggevend is.
Voorbeeld: Niet lijfelijk straffen tijdens de opvoeding, want belemmert veiligheid van kind.
Voorbeeld: Burgerschapsvorming moet een plek hebben in het Onderwijs: want kinderen
moeten opgevoed worden tot democratische burgers.
Langeveld was voorstander van normatieve Pedagogiek:
o Mens is Animal Educandum
o Een dier dat opgevoed moet worden
o Om mens te worden: moet je opgevoed worden
Vormingprincipe van het kind (Langeveld in Smeyers) blz.22
Ouders en school hebben taak om kind te helpen zelf beslissingen te nemen waar het
zelf achter kan staan . ‘zelfverantwoordelijke zelfbepaling’
Voor doorbreken zuilen: kinderen moeten zelf hun levensovertuiging
kunnen vinden
Doel opvoeding: geestelijke vrijheid, autonomie en mondigheid
2
,SWK1A Begrippenlijst Smeyers et al.
Becker
Horst et al.
Joint attention - blz. 26 (en dyadic, triadic en shared gaze)
Is de vaardigheid om bepaalde sociale interacties aan te gaan zoals het delen, volgen en richten
van aandacht op een object of gebeurtenis door het gebruik van oogbewegingen en gebaren en
het afstemmen hiervan op de andere persoon.
De mens is van nature een cultuurwezen
“Als cultuur wordt gezien als het belangrijkste verschil tussen dieren en mensen, zijn ook
opvoeding, vorming en onderwijs specifiek menselijke aangelenheden.” pp.26 Smeyers et al,
2016.
Joint attention (Tomasello): Het belang van gedeelde aandacht
o Van groot belang voor culturele overdracht
o Kinderen gaan kijken naar waar volwassenen naar kijken
o Door gedeelde aandacht/sociale interactie wordt er geleerd en cultuur overgedragen
o Bij kinderen met autisme is er minder sprake van joint attention
Contrafactische anticipatie
Vooruitlopen op wat nog niet het geval is
College 2
Hoofdstuk 6 Becker
Normatief – hoe iets zou moeten zijn
1. Empirisme
- Filosofische stroming die opkwam in de 17 e eeuw en waarin gesteld wordt dat kennis dat
voorkomt uit ervaring
-
Inductie
- Men kan pas generaliseren als er regelmatig en veelvuldig observatie heeft plaatsgevonden.
VB Alle raven zijn zwart.
-
2. Rationalisme
Gaat ervan uit dat niet zintuigelijke waarneming, maar rede (het denken) de meest betrouwbare
bron van kennis is.
3. Deductie
Het criterium van waarheid is niet zintuigelijk, maar intellectueel en deductief afleidbaar
Een voorbeeld van een bekende deductieve redenering (ook wel syllogisme genoemd) is:
Feit (major-premisse) > alle mensen zijn sterfelijk
Minor-premisse > Socrates is een mens
Conclusie > Socrates is sterfelijk
3
,SWK1A Begrippenlijst Smeyers et al.
Becker
Horst et al.
4. Verlichting en maakbaarheid van de samenleving
Was niet alleen afhankelijk van rede, maar ook van irrationele gevoelens en motieven.
Verlichting individuen en Romantiek groepje individuen
5. Reformpedagogiek
Eind 19de eeuw. Ze keerde zich tegen eenvormige volksonderwijs en hadden oog voor individuele
aanleg van kinderen en hun drang om te spelen.
Klassieke pedagogische driestromenland refererend naar de verschillende paradigma’s
waarmee je naar de pedagogiek kunt kijken:
1. Geesteswetenschappelijke (Dienstbaarheid) of personalistische pedagogiek
De geesteswetenschappelijke pedagogiek gaat uit van de praktijk van het opvoeden en kijkt naar
emotie, gevoel en wil (de mens) i.p.v. de natuurwetenschappelijke benadering van feitelijke,
objectief geobserveerde gegevens. De nadruk wordt gelegd op de uniciteit van het kind, het
centraal stellen van de opvoedingspraktijk en de pedagogische relatie tussen opvoeder en kind.
Vertegenwoordigers van deze stroming in Nederland zijn Kohnstamm en Langeveld.
Kenmerkend voor deze stroming zijn de methoden hermeneutiek, dialectiek en fenomenologie.
Kindwaardig opvoeden geesteswetenschappelijke pedagogiek
Geesteswetenschappelijke Pedagogiek (Dienstbaarheid)
o Nadruk op belevingswereld (emotie, gevoel en wil) van het kind en interactie in
opvoedingsrelatie > Langeveld en Kohnstamm als vertegenwoordigers
o Problemen begrijpen en op die manier dienstbaar proberen zijn voor de
opvoedingspraktijk
2. Empirisch-analytische pedagogiek (Waarheid)
o Streeft naar objectiviteit, naar waarheid, meten is weten
o Oorzaak-gevolg relaties in kaart brengen
3.Kritisch-emancipatorische pedagogiek (Rechtvaardigheid)
o Focust vooral op rechtvaardigheid
o In welke mate moet pedagogiek bijdragen tot het veranderen van de samenleving
o Vb. In welke mate draagt onderwijs bij tot gelijke kansen?
Drie onderzoekmethoden in de geesteswetenschappelijke pedagogiek:
1. Hermeneutiek (interpretatieleer)
Hypothese – observaties/literatuur erbij zoeken – terug naar hypothese > klopt die nu nog?
2. Dialectiek
Interesse in tegenstrijdigheden en hierover dan discussie aangaan en nadenken
Bijvoorbeeld: individu moet centraal staan, maar toch heeft de samenleving heel
veel invloed, hoe hiermee om te gaan in de opvoeding?
3. Fenomenologie
Geen onderzoek in laboratoriumsituaties (zoals bijvoorbeeld
4
,SWK1A Begrippenlijst Smeyers et al.
Becker
Horst et al.
natuurkundigen), maar in de natuurlijke leefomgeving (dus de opvoedomgeving).
College 2 en 3
Hoofdstuk 2 Horst et al.
Demografische benadering
Verzamelen en interpreteren van kwantitatieve, demografische gegevens, zoals inzicht in
geboortecijfers, sterftecijfers en huwelijksvorming.
Doel: een beeld vormen van de leef- en opvoedomstandigheden van ouders en kinderen.
Affectieve benadering
Verzamelen en interpreteren van kwalitatieve bronnen, zoals dagboeken, brieven, speelgoed en
schilderijen.
Doel: inzicht krijgen in menselijk gedrag en persoonlijke beleving en motieven.
Historische maatschappijwetenschappelijke benadering
Onderzoek doen naar de invloed van sociaaleconomische, cultureel-maatschappelijke en
technologische ontwikkelingen op veranderingen in het gezin, zoals de effecten van wetgeving,
erfrecht, en gezags- en eigendomsverhoudingen te bestuderen.
Doel: inzicht krijgen in de samenhang tussen gezinsstructuren, individuele gedragingen en
belevingen, sociale relaties en maatschappelijke instituties.
Het verzamelen en interpreteren van geboortecijfers, sterftecijfers en huwelijksvorming is een
voorbeeld van:
A. Demografische benadering
B. Historische maatschappijwetenschappelijke benadering
C. Affectieve benadering
Middelleeuwen (+- 500 – 1500)
Kind is van nature zo
Mens is ondergeschikt aan god.
Belangrijk was ootmoed – zachtmoedigheid/ onderdanigheid/ nederigheid
Tegenovergestelde is hoogmoed – een van de 7 zonden. Hoogmoed komt voor de val – Donald
Trump etc
Filosoof Plato een van de eerste belangrijke, systematische denkers over opvoeding.
Humanisme/ Renaissance (1400 – 1650)
De humanistische opvoeding had als doel de vorming van een universele mens (homo
universalis). Streven naar geleerdheid, beschaafdheid en sportiviteit, kenschetst (omschrijving)
de humanist.
Kind is van nature zondig, maar kan goed gevormd worden, individualistische benadering en
verhef jezelf door studeren.
Erasmus (1466 – 1536) ‘’We leren niet voor school, maar voor het leven’’
Meer kritische kijk op het geloof, literatuur naar voorbeeld Klassieken en carpe diem.
5
,SWK1A Begrippenlijst Smeyers et al.
Becker
Horst et al.
Verlichting (1650 – 1800)
De waarheid kan alleen worden bewezen met behulp van theorie en het verstand. Kennis en
rede kunnen volgens de verlichters de mens behouden voor onwetendheid, bijgeloof,
onbeschaafdheid en armoede.
Ontstaan van filosofisch denken net als het empirisme en rationalisme.
Van aristocratie naar democratie, onderwijs is voor iedereen!
Men ging ervan uit dat de mens van nature gelijk is maar onder invloed van zijn omgeving ten
opzichte van zijn medemens kan verschillen. Een ander denkbeeld van de Verlichting is die van
de volksopvoeding, er kwamen veel initiatieven om de samenleving naar een hoger plan te tillen.
De mens en de samenleving werden gezien als maakbaar.
Tabula rasa (onbeschreven blad) --> John Locke (1632 – 1704) Vroege vertegenwoordiger.
Sapere aude – Durf te denken --> Jean Jacques Rousseau ging uit van het goede van de mens
(1712-1778) Latere vertegenwoordiger.
Ontwikkelde methodiek volksonderwijs – rekenen en leesmethode – veel invloed op
Nederlandse schoolpedagogiek Johann Heirich Pestalozzi (1746 – 1827) ieder mens, ongeacht
afkomst, stand of beroep, tot werkelijke humaniteit kan worden gevorm --> vertrouwen in
competenties eenvoudig boerengezin.
Deïsme: God (afzijdige schepper) is de veroorzaker val alles, zou op geen enkele wijze ingrijpen in
het proces van de natuurwetten. De mens moet vertrouwen op eigen denken en handelen en het
eigen verstand.
Humanisme Verlichting Romantiek
(1400 -1650)
Kindbeeld Kind van nature slecht Kind onbeschreven Kind van nature goed
(erfzonde) (homo blad (tabula rasa) (let is go)
universalis)
Vertegenwoordiger Erasmus Locke Rousseau
Kenmerken Vrijheid menselijke wil Kennis en rede tegen Gevoel, intuïtie,
onwetendheid en emotie en onbewuste
onbeschaafdheid belangrijk
Competitie i.p.v. Deïsme > God is Maakbaarheid van
straffen. afzijdig sinds mens en maatschappij.
schepping
Verhef jezelf door te Vaders voeden Mens als onderdeel
studeren. hoofdzakelijk zonen van een groter geheel
op. een natie of volk.
Goede manieren. Niet afkomst maar de “Alles is goed zoals het
opvoeding is belangrijk uit de handen van de
schepper komt” >
opvoeders houd je
afzijdig (negatieve
opvoeding).
Moeder verzorging en Kennis is te
vader ontwikkelen maar
karaktervorming. karakter niet.
Nieuwsgierigheid
Kind kan gevormd
worden.
6
, SWK1A Begrippenlijst Smeyers et al.
Becker
Horst et al.
Eergevoel
Verlichting speelde de hele 19de eeuw ook een rol --> vervolgens kwam de Romantiek op.
Rousseau en Pestalozzi// waren ook Romantici.
Romantiek (1800 – 1850)
Nadruk op gevoel en intuïtie in plaats van kennis en rato (verlichting). Het onbewuste is een
ontdekking van de Romantiek.
- Geesteshouding (de kijk die iemand heeft op het leven en op de dingen om hem heen) - het
gevoelsleven staat centraal staat.
- Hechten veel waarden aan de subjectieve ervaring, intuïtie, emotie, spontaniteit en
verbeelding. Het kind is van nature geneigd tot het goede daar moet je je niet teveel mee
- Vroege vertegenwoordiger van de Romantiek is Jean-Jacques Rousseau (1712-1778)
- Latere vertegenwoordiger is Friedrich Fröbel (1782-1852) -->Kleuterpedagoog. Keek op
tegen Pestalozzi Opvoeding hervormd moet worden. Kleuters spelend leren. Speel en leer
materiaal.
- Charles arwin (1809 – 1882) de evolutie wordt gedreven door natuurlijke selectie
Belangrijke periode van onze staatskundige geschiedenis
De noordelijke en zuidelijke Nederlanden
↓
Republiek der zeven verenigde Nederlanden
↓
Bataafse republiek
↓
Koninkrijk der Nederlanden 1815
Locke (Verlichting) 1632 – 1704 ongeveer hetzelfde idee als Erasmus en Jacob Cats.
Het kind komt ter wereld als een Tabula rasa (onbeschreven blad) Vroege vertegenwoordiger.
Some thoughts concerning education. Medische achtergrond met een nadruk op lichamelijke
ontwikkeling en hygiënische verzorging.
- Doel van opvoeden: vrijheid en zelfbestuur --> opvoeding leien tot deugd, godvruchtigheid,
welgemanierdheid en kennis.
Rousseau
Romantiek is Jean-Jacques Rousseau (1712-1778). Staat voor een natuurlijke opvoeding. Hij
verzette zicht tegen dat alleen kennis en wetenschap vooruitgang voor de mens is. Door de
mens zelf weinig te sturen komt die van binnenuit --> er kan juist veel mis gaan.
Doel: het kind optimaal te laten (natuurlijk) ontwikkelen en dicht bij de onbedorven mens van de
7
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Rianneee. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.80. You're not tied to anything after your purchase.